De vraag, of de aangehaalde munten van koper dan wel van messing zijn, is van feitelijken aard.

De bepaling der waarde dier aangehaalde muntspecie is aan den judex-facti overgelaten.

HET HOOG-GERECHTSHOF VAN NEDERLANDSCH-INDIË,

Gelezen het dooi' den Raad van Justitie te Soerabaja in hooger beroep van een vonnis van den Landraad te Soerabaja van den 28sten Juni 1894, op den 24sten November daaraanvolgende gewezen, en op den lsten December 1894 uitgesproken vonnis in de overtredingzaak van Ong Tjaij An, oud 45 jaren, geboren en woonachtig te Haij Lam in China in de buurt Kong Tjioe, van beroep gezagvoerder van het Cliinesehe vaartuig (wangkang) „Sim Po Liong", waarbij, met ontvangst van het appèl en verbetering van het vonnis waarvan appèl en doende wat de Landraad had behooren te doen, de beklaagde Ong Tjaij An vd., ter zake in 's Landraads vonnis vermeld, is veroordeeld tot eene geldboete groot f 11176,96 (Elf duizend één honderd zes en zeventig gulden, zes en negentig cents); is verstaan, dat beklaagde bij wanbetaling (lier boete als lijfsdwang zal kunnen ondergaan drie jaren dwangarbeid buiten den ketting; het schip, waarmede de in deze achterhaalde muntstukken zijn aangebracht, executabel is verklaard voor de opgelegde boete en overigens voormeld Landraadsvonnis is bekrachtigd, met veroordeeling van den beklaagde in de kosten der appellatoire instantie;

Gezien het authentiek afschrift der acte waaruit blijkt, dat de Heer F. Ch. E. Bousquet, als daartoe door den beklaagde behoorlijk gemachtigd krachtens de aan de stukken toegevoegde generale procuratie op den 3 Juli 1894 sub No. 6 voor den tjjdelyk vervangend Notaris te Soerabaja Ch. A. Heiligers en getuigen verleden, op den 4den December daaraanvolgende ter griffie van voornoemden Raad van Justitie verklaard heeft namens zijn lastgever van's Raads vonnis cassatie aan te teekenen;