behandelt, te stempelen tot eene van publiekrechtelijken aard? Wanneer 't voldoende is dat een wettelijk voorschrift de strekking heeft den zwakke te beschermen tegen den sterkere, om zoodanig voorschrift een publiekrechtelijk karakter te doen verkrijgen, dan kost het, dunkt mij, weinig moeite om in te zien dat een groot gedeelte van onze burgerlijke wetgeving als publiekrecht zou behooren te worden aangemerkt (t). Ja, de vraag is dan alleszins geoorloofd of er, naast eene dergelijke opvatting, eigenlijk nog wel plaats is voor ordonnantiën van privaatrechtelijken aard, want een wettelijk voorschrift, bij 't uitvaardigen waarvan de wetgever, met voorbedachten rade, den zwakken stumpert als het ware aan handen en voeten gebonden overlevert aan zijn sterkeren belager, is in onze dagen ondenkbaar. Indien dit al eens mocht voorkomen, zou er dan wel één redelijk onderdaan zijn die hierbij aan iets anders denkt dan aan onkunde of vergissing?

Hetgeen op p. 65 der Toelichting tot staving van deze zonderlinge opvatting des wetgevers wordt aangevoerd betretfendc de onderscheiding in dwingend en aanvullend recht is al even weinig er op berekend om hem. die tot dusverre mocht gemeend hebben dat de huurordonnantie van nature, en daarom natuurlijk, privaatrecht regelt en niets anders, tot andere gedachten te brengen. Deze onderscheiding staat naast die in publiek en privaatrecht evenals e. g. de verdeeling der menschen in mannen en vrouwen staat naast die in blinden en zienden. Maar dit wil niet zeggen dat publiekrecht uitsluitend dwingend recht is of dat privaatrecht en aanvullend recht identiek zijn. Het publiekrecht kent wel degelijk bepalingen, die het karakter van aanvullend recht hebben, evenals het jus civile overrijk is aan voorschriften van dwingend recht ( 2 ). Daarom is de om.standig-

( J ) Men denke slechts aan de bepalingen in het belang van minores, curandi, afwezigen, crediteuren etc.

j 2 ) Ik acht het bepaald onnoodig om dit voor deskundigen met voorbeelden toe te lichten, en leeken raad ik aan zich ter zake maar eens tot eerstgenoemden te wenden in geval van twijfel.