zijn om ook met dergelijke bedingen rekening te houden. Is dat niet iets waarover c. q. de rechter zal hebben te oordeelen? Nu echter registratie van elke huurovereenkomst een eisch is waaraan de wetgever met hand en tand zich vastklemt, schijnt het in de rede te liggen die bedingen even ter sprake te brengen als wij het over de urgentie dier registratie zullen hebben. »

Uitgaande van de stelling dat de vrijheid van den inlandschen grondbezitter. 0111 een deel zijner rechten door middel van huurovereenkomsten tijdeljjk aan niet-inlanders over te dragen, niet meer behoorde beperkt te worden „dan noodig is in het belang van den huurder zelf, van derden (zijne familieleden en de dessa) en van den Staat" i 1 ), heeft de wetgever gemeend de goede werking van dit beginsel het beste te verzekeren door in art. 6 der liuurordonnantie te bepalen: „De overeenkomsten, bij deze ordonnantie bedoeld, zijn slechts van waarde indien zij zijn geregistreerd". Wie er evenwel prijs op mocht stellen om eenigszins nauwkeurig te vernemen hoe de wetgever zich de werking van dit rechtsinstituut eigenlijk voorstelt, die zal zich deerlijk teleurgesteld zien als hij te dien einde de Toelichting raadpleegt. Zóó als art. 6 geformuleerd werd zal het ieder duidelijk zijn dat het veel te vaag is, want wat daar letterlijk staat kan geen wetgever ter wereld bij volle bewustzijn deereteeren. De vraag of eene overeenkomst al dan niet van waarde zal zijn staat in de allereerste plaats ter beoordeeling van partijen. Als de inlander A aan den niet-inlander B voor zekeren tijd een stuk grond verhuurt, dan zal in verreweg de meeste gevallen de daarop betrekkelijke overeenkomst door A als van waarde worden beschouwd indien hem de huur behoorlijk wordt betaald, terwijl B al zeer voldaan zal zijn. en niet er over klagen zal dat de

U) Toelichting p. 11, 3e al. Het schijnt overbodig hier nog op te merken dat deze voorstelling in zooverre aan juistheid te wenschen overlaat als onder derden natuurlijk ook de Staat begrepen is, en eene onderscheiding van dezen contra derden hier al zeer weinig zin heeft.