Bij besluit van 23 October 1896 No. 11 is: lo. Mr. A. J. van Walsem, Voorzitter van den Landraad te Toeban, eervol uit zijne betrekking ontslagen;

2o. Mr. J. van Davelaar benoemd tot Voorzitter van den Landraad te Toeban;

3o. Mr. A. W. van den Brandeler, ambtenaar op nonactiviteit, belast met de functien van buitengewoon Voorzitter van den Landraad te Toeban en Omgaanden Rechter aldaar.

Bij besluit van 29 October 1896 No. 9 is Mr. W. L. Borel benoemd tot Voorzitter van den Landraad te Bodjonegoro.

Bij besluit van 3 November 1896 No. 9 is benoemd: «. tot Voorzitter van den Landraad te Menado Mr. J. H. Carpcntier Alting;

b. tot Lid van den Raad van Justitie te Padang Mr. L. J. Dijkstra;

c. tot Griffier van den Landraad te Kota-Radja, tevens Auditeur-Militair bij den Krijgsraad in het Commandement Atjeh en Onderhoorigheden, Mr. J. Th. Stok;

d. tot Griffier van den Landraad te Palembang, tevens Auditeur-Militair bij den Krijgsraad aldaar, Mr. H. G. Derx.

Bij besluit van 10 November 1896 No. 16 is Mr. Th. L. Prins ter beschikking gesteld van den Voorzitter van de Landraden te Tjiandjoer en Soekaboemi, ten einde te worden belast met griffierswerkzaamheden bij die rechtbanken.

Bij besluit van 10 November 1896 No. 17 is Mr. H. van Lennep benoemd tot Advocaat en Procureur bij den Raad van Justitie te Soera baja.