DE INDISCHE MERCUUR.

24 Juli 1929, No. 30.

De directie der ondergenoemde suikerfabrieken zendt ons het volgende oogstbericht per 15 Juli 1929. „ „ , . , Vermalen Verkregen Quint. Suikerfabrieken: jj per JH A Kalibagor 380 131 Poerwokerto 290 135 Kaliredjo 500 104 Tjepper 380 140 S. H. S. De directie der Cultuur Mij. Panggoongredjo meldt ons de volgende maalresultaten 1929. Vermalen op 15 Juli; 335 H.A, met een gemiddelde opbrengst van 1300 quintalen riet en 158 quintalen suiker per H.A. De directie der Gaynmsche Cultuur Mij. meldt ons de volgende maalresultaten 1929. Vermalen op 15 Juli: 384 H.A. met een gemiddelde opbrengst van 990 quintalen riet en 125 quintalen suiker per H.A. De weersgesteldheid op Java, 2e helft Mei 1929. De groepsadviseur van Sitoebondd meldt; Gedurende deze maandhelft was het hier volslagen Oostmoessonweer. Het planten ondervond hier en daar wat stagnatie, doordat in verband met den zwaren bloei de uitlevering van topstek tegenvalt. De rendementen zijn over het algemeen hooger dan verleden jaar, terwijl de rietgewichten iets lager of even hoog uitvallen. Op één onderneming vertoonde EK 28 afstervingsverschijnselen. Ineen getopte bibittuin 2952 POJ kwam bacteriosis voor. Probolinggo meldt: Het weer bleef droog met tegen den middag vaak warme winden. Voor den jongen aanplant wordt dit weer algemeen als gunstig beschouwd. Het rietproduct valt op de meeste ondernemingen tegen, vooral op de uitdrogende gronden van het Patalangebied, waar het riet voos blijkt te zijn. Het openmaken ondervindt hier en daar vertraging, hetzij door stagnatie inden padioogst, hetzij door het niet uitkomen van werkvolk tengevolge van inlandsche feesten. Daarnaast is vooral een tekort aan werkvolk, waarover in het Probolinggosche en Kraksaansche algemeen geklaagd wordt mede hieraan schuld. Op enkele ondernemingen komt gomziekte inden jongen aanplant voor, terwijl elders over bladmijt en hoorders geklaagd wordt. Het beschikbare irrigatiewater begint met uitzondering van het Loemadjangsche merkbaar af te nemen. Pasoeroean meldt: Reeds meer dan twee maanden duurt de droogte thans voort. Sommige tuinen vooral op de droge gronden met dunnen bouwkruin krijgen langzamerhand een gele tint. Inde vlakte verloopt de rijping over het algemeen snel. Er staan reeds nu vrij groote complexen riet met 15— 16 % rendement die door te kleine fabriekscapaciteit niet kunnen geoogst worden. Deze langdurige droogte vertraagt ook de siwilanvorming welke bij 2878 POJ zelfs bij het gunstig weer niet vlot is. De toppen siwilen niet maar drogen uit en worden als plaatmateriaal soms voor 50 % onbruikbaar. Door feesten inde dessa trad er eenige tijdelijke stagnatie inde tuinen op. Daar men echter in de vorige maanden met het planten en graven goed opgeschoten is, is men hiermede nog steeds vóór of gelijk met verleden jaar. Plagen en ziekten worden niet gerapporteerd, wel werd ineen ouden tuin nog een jonge witteluishaard ontdekt. Modjokerto meldt: Het was inde afgeloopen periode uitgesproken Oostmoessonweer, met koele nachten en hooge dagtemperaturen. Slechts enkele dagen was de lucht betrokken, op andere stond er inden namiddag een stevige Oostenwind door. Op enkele ondernemingen blijft het rietgewicht van 2878 POJ onder de taxatie. Ook over de rendementen is men hier en daar ontevreden. Met het openmaken is men over het algemeen voor bij verleden jaar. Het planten schiet langzamer op. Haast overal werd over gebrek aan werkvolk geklaagd. Op een onderneming trad plaatselijk inden jongen aanplant een groote hoeveelheid stengelboorders op waardoor veel moest worden gesoelamd. Verder is er van ziekten en plagen niets te berichten. De irrigatiedebieten zijn nu al sterk gedaald. Alle fabrieken der groep zijn nu aan het malen. Djombang meldt: Evenals inde eerste helft van deze maand bleef het droog. De waterdebieten beginnen reeds aanzienlijk te verminderen zoodat hier en daar bij het planten stagnatie werd ondervonden. De stand der eerstgeplante nieuwe tuinen is over het algemeen goed; waar de eerste niest nog niet is toegediend is de kleur van het jonge blad nogal vaak wat geel. Een fabriek klaagt overeen belangrijk mindere topstekuitlevering vergeleken bij verleden jaar, tengevolge van het hoogere bloeipercentage. Van alle fabrieken, welke aan het malen zijn, vallende berichten over het rietproduct tegen; de sappen zijn goed. Over ernstige ziekten of plagen inden aanplant werd fliets gerapporteerd.

Kediri meldt: Het weer inde afgeloopen periode bleef droog en ging veelal gepaard met het optreden van vrij sterken wind. De stand van de tegallantuinen blijft goed. Met het openmaken der nieuwe tuinen gaat men geregeld voort; ook het planten schiet naar behooren op, het feit in aanmerking genomen, dat soms in deze maandhelft watergebrek zich nog eenigszins deed gelden. De opkomst van de bibit is goed. Bijna alle fabrieken zijn nu den maaltijd begonnen, de rietgewichten vallen tegen, de rendementen echter blijven goed; hier en daar valt zelfs een flinke stijging te constateeren. Ngandjoek-Madioen meldt: Het buitengewoon droge weer van den laatsten tijd begint reeds enkele onaangename gevolgen te hebben. Op enkele, zwaardere tegallangronden heeft men bij gebrek aan regen het planten moeten staken. Inde streek van Kertosono lijdt de jonge aanplant door watergebrek, daar hier de Oostmoessonregeling nog niet van kracht is, doch het weinige beschikbare water gebruikt moet worden voor de late en daardoor toch reeds mislukte padi. De vroeg geplante padi geeft een zeer bevredigend beschot. Op de Oostelijke Wilishellingen heeft het hier en daar nog wel eens geregend, daarentegen op de Kloethellingen niet. In het bevloeiingsgebied van de Tojo-aning heerscht groot gebrek aan water. De maalresultaten en analysecijfers zijn, gemiddeld genomen, wel bevredigend. Solo meldt; Het droge, zonnige Oostmoessonweer hield in deze verslagperiode aan. Dit weer is gunstig voor het planten, dat dan ook goed opschiet. Afgezien van enkele zeer sporadische gevallen van bibitrot slaat de jonge aanplant mooi. aan. Ofschoon men met dit weer een flinke rendementsstijging zou verwachten, blijven de rendementen van enkele fabrieken nog aan den lagen kant, terwijl andere ondernemingen geen reden tot ontevredenheid hebben. De droogte maakte een eind aan de uitbreiding der geelvlekkenziekte. Hierdoor, en mede door sterke siwilanvorming na den vrij zwaren bloei, kregen vele geel staande tuinen weer een groene kleur. Djocja meldt: Ook in deze periode viel geen regen, het weer had geheel een Oostmoessonkarakter. Voor de rijping van het riet is het weer gunstig. De vooranalyses van de laatste ronde vertoonen wederom hoogere cijfers. De reinheden inde ondereinden der 2878 POJ-stokken loopen soms al tot 95. In Dl 52 komt de onregelmatigheid wederom voor dat het ondereinde lager is dan het middenstuk. De oude 2878 POJ-tuinen zien er nog goed uit. De meeste ondernemingen in het Djokjasche zullen pas omstreeks half Juni gaan malen. Het planten gaat nu veel sneller. De jonge aanplant slaat meestal voorspoedig aan. Toch komen hier en daar gevallen van bibitrot voor als gevolg van het gebruik van te weeke topstek. Verder begint men plaatselijk eenige last van engerlingen te krijgen, terwijl ook reeds hoorders optreden. Banjoemas meldt: Sedert begin April trad in deze groep plotseling droogte in, waardoor de groei plaatselijk eerder ophield dan normaal het geval is. Bij verschillende EK 28 tuinen zijnde bloempluimen herhaaldelijk onvoldoende doorgeschoten, terwijl de topstek-gewichten dikwijls tegenvallen. Enkele fabrieken zijn reeds met malen begonnen, de resultaten blijven echter, uitgezonderd één fabriek, onder de verwachting. Soms zijnde rietgewichten Onvoldoende, terwijl de taxaties van vele 2878 POJ en EK 28 tuinen niet gehaald worden. Zorgwekkend zijn vooral de slechte sappen, speciaal van 2878 POJ, terwijl niettegenstaande de droogte slechts een langzame vooruitgang in rendement te constateeren valt. In verschillende 2878 POJ-tuinen met momenteel slechts een rendementsniveau van 7 tot 8 %, werd zelfs bij de laatste analyse achteruitgang geconstateerd. De bladkroon van 2878 POJ neemt herhaaldelijk een donkergroene kleur aan, zoodat aan een vlugge rijping vermoedelijk niet gedacht kan worden. Speciaal dein Maart en April geplante 2878 POJ-tuinen geven wel de slechtste sappen. Hoewel de sappen van 2883 POJ dikwijls uitéénloopen, zijnde rendementen gemiddeld toch wel iy2 tot 2 % hooger dan die van 2878 POJ. De jonge aanplant staat er in doorsnede bevredigend voor, hoewel het inleven houden van enkele complexen, welke van irrigatiewater verstoken zijn, veel zorgen geeft. In sommige tuinen, waar een algeheel gebrek aan water bestaat, stagneert het graven en planten; in enkele tuinafdeelingen werden daarom zelfs putten gegraven. De tuinwerkzaamheden schieten voorspoedig op. Eenige moeilijkheden werden ondervonden bij 2883 POJ, welke variëteit zich klaarblijkelijk minder goed als eenoogsrajoengan laat uitplanten dan 2878 POJ en EK 28. Eenige voorzichtigheid en goede selectie van forsche uitloopers is hierbij wel gewenscht. Ineen getopte EK 28 bergbibittuin, waarvan de uitloopers voor een groot deel chlorotisch waren, werd stengel strepenziekte geconstateerd.

Koedoes meldt: Het weer was gedurende deze periode droog; een enkele maal trad er bewolking op, doch deze werd door wind verdreven. Het is wel opvallend, dat de kali debieten, niettegenstaande de vroege droogte, grooter zijn dan vorig jaar; men vreest echter voor een plotselinge en sterke daling als er geen regen meer valt. Eén fabriek heeft een tijd lang gestopt wegens onrijp riet, terwijl de rijping op de vochtige mergelgronden van Demak zooals altijd zeer langzaam gaat. Op de andere ondernemingen is men echter tevreden vooral aan de West-Moeria-zijde en in Kendal heeft men goede rendementen. Overal zet men er alles op om zooveel mOgelijk voor 1 Juli te planten. De boorderaantasting is dit jaar, nu de aanplant bijna geheel uit 2878 POJ bestaat, grooter dan vroegere jaren. • Pekalongan meldt: Het weer, dat inde eerste helft dezer berichtsperiode nog een kenteringskarakter droeg, kreeg later meer het Oostmoessonasjpect, met zonnig weer overdag en koele nachten. Met geulen en planten schiet men over het algemeen goed op, al zijn ook verschillende ondernemingen achter bij verleden jaar. De bibit slaat bevredigend aan, de opkomst van topstek is echter op meerdere fabrieken zeer onregelmatig. Het jonge gewas heeft zich overal goed ontwikkeld. De producties vallen tegen, voornamelijk door het beneden taxatie blijven van het rietproduct. De rendementen zijn over het algemeen goed. Terwijl de topboorderplaag meer en meer om zich heen grijpt, zijnde verschijnselen van geelvlekkenziekte na het invallen der droogte veel minder geworden. Tegal meldt: Gedurende deze maandhelft bleef het weer zonnig en droog. Enkele dagen stond de koembangwind reeds door, zoodat het definitieve begin van den Oostmoesson wel is aangebroken. De nieuwe openmaak is over het algemeen goed gevorderd, hier en daar klaagt men echter over volkgebrek. Met het planten is. men thans overql druk bezig. Het uitloopen van de getopte bibittuinen verloopt goed, zeer sporadisch trad verwelkingsziekte en bacteriosis op. Inde staande tuinen blijkt de topboorderaantasting in West-Tegal zwaarder te zijn, dan inde rest van de groep. Plaatselijk klaagt men over rietgebrek tengevolge van te weinig snijvolk. De weersgesteldheid op Java, le helft Juni 1929. Het Proefstation voor de Java Suikerindustrie deelt mede, dat inde eerste helft van Juni het weer dróóg was, behalve plaatselijke buitjes, ofschoon er verschillende malen een groote bewolking hing. Meerdere zijden melden afneming van de debieten, zoodat plaatselijk reeds pompen in werking moesten worden gesteld. De oude aanplant vertoont hier en daar op lichte zanderige of ondiepe gronden verschijnselen van afsterving. Onregelmatige rijping, gepaard aan verschijnselen van overrijp zijn treedt plaatselijk op. De jonge aanplant ontwikkelt zich goed. Hier en daar komt gomziekte voor en bibitrot, terwijl melding wordt gemaakt van plaatselijke uitbreiding van de aantasting door hoorders. Producticbcrichtcn van Kultuurondcrnemingen Rubberproductie (in h. Kg.) Juni Jan./Juni 1929 1928 1929 1928 Amst. Bedagei Rub. Comp. 25.150 124.148 Djember Guit. Mij. . . . 23.600 26.546 159.000 163.860 Serdang Guit. Mij 76.500 60.500 West Borneo Guit. Mij. . 13.552 J Theeproductie (in h. Kg.) Alg. Belg. Jav. Guit. Mij. Ond. Kiara Pajoeng .'. 20.000 26.000 142.500 127.000 „ Tjiboeni 109.000 71.000 593.000 491.000 Dajeuh Mangoeng Landb. Mij. eigen 00g5t.... 402.000 362.619 Opkoop. . . 138.000 267.286 Société Internationale de Plantations et de Finance. Maandelijksche productiestaat van rubber. Juni 1929. Fed. Malay Stat. Rubb. Co. Ltd. 175,500 Ibs. droge rubber Kuala Lumpur Rubber Co. Ltd. 172,648 „ „ „ Sedgeley (F.M. S.) Rubber Co. Ltd 58,200 „ „ „ Tanjong Malim Rubber Co. Ltd 213,666 „ Soc. des Plant, de Telok Dalam 97,800 „ „ „ Tjikadoe Rubber Plant. N. V. 25,973 „ „ „ S.A. Plantations Bunge . . . 12,321 „ „ „ Tolan Saloe Expl. Mij. N.V. . j “j™ k«'

633