hcid heeft, en 7.ijn bestaan en gedrag 7.ich blijft wij Aigen naar zijnen oorspronkelijken aanleg, en zijn eigen karakter , zal dal dan in het verstandelijke , in de opvatting en aanwijzing van hoogstbelangrijke zaken , omtrent de openbaring Gods in Christus anders zijn? Zal ook die niet evenzeer door het eigendommelijke van hen, die het onderwijs geven , gewijzigd worden ? Hetgeen paums van de gaven in de gemeente zeide, dat geldt evenzeer van de beschouwing en aanwijzing der openbaring ; er is verscheidenheid bij allen, doch het is dezelfde geest.
Er is verscheidenheid; ziet, wij behoeven ons met geene redeneringen uit den aard der zaak te vergenoegen, De sprekende bewijzen zijn voorhanden in de redevoeringen en geschriften der Apostelen. Zij hadden allen dezelfde openbaring , zij verkondigden allen hetzelfde Evangelie, en echter wie, die maar eenigzins in de lezing der H. Schrift is geoefend , zal zich ligt bij het hooren of lezen van ecne voorstelling ^ zelfs soms van enkele uitspraken, in den spreker of schrijver vergissen; wie niet gemakkelijk, ook zonder dat hij het aanwijzen of er zich rekenschap van geven kan, iets kenmerkends cn onderscheidends gevoelen ? Ik mag het dan wel als overtollig rekenen, om in bijzonderheden aan te wijzen, hoe hetgeen uit dezelfde openbaring in Christus is geput, toch verschillend is gewijzigd bij paulus en jacobus , bij petrus en johannes , naar de eigendommelijkheid van ieders aanleg , karakter cn omstandigheden. Deze openbaart zich in hun spreken en in hun schrijven zoo duidelijk , dat gelijk de kennis van hunne onderscheidene karakters cn lotgevallen de voorname sleutel is tot regt versland van hunne voorstellingen, zoo wederkeerig hun spreken en schrijven tot de beste bronnen be-