cn geheiligd. Dit heilige leven is in de Kerk. Echter niet rein cn volkomen. Van die zijde heeft zij dus ook geene volstrekte onfeilbaarheid, maar eenc betrekkelijke, de hoogste, die te verkrijgen is. De Protestanten erkennen dit ook in de onzigtbare Kerk (40). Die onzigtbare Kerk heeft, volgens de Prdtestantsche waarheid,, maar niet de waarheid. — De verhouding tusschen de onzigtbare en ziglbare Kerk is, volgens hen: de onzigtbare brengt de zigtbare voort (41). Juist opgevat is dit waarheid. Hét inwendig leven geeft toch het uitwendige. Maar nu de zigtbare Kerk er is, ontstaat door haar bestendig de onzigtbare. De Protestanten ontkennen de mogelykheid en noodzakelijkheid van eene ware zigtbare Kerk. De Roomsch - Katholijken erkennen ook wel eene onzigtbare Kerk; ja, zooverre het inenschdom nooit van God en de waarheid verlaten was, zijn alle vromen cn opreglen onder alle volkeren te allen tijde daarvan leden [Hand. X: 35], van abel tot aan den Amerikaan , die aan den waterval of bij de opgaande zon voor het hoogste wezen zijnen dank en zijne aanbidding uitstort. Deze Kerk was en blijft steeds. »Indien het Godsbewustzijn ." zegt marheiseke , » in het menschengeslacht uitdoofde, dan zouden de steenen roepen en God uit hen abraham , den vader der geloovigen, nakomelingen verwekken" (42). De Roomsch-Kalho-

(40) Nog eens 1 Cor. II: 9—16. Sta hier af, Eerwaarde Heer! van uwe onverdedigbare stelling, dat uwe leerende, vertegenwoordigende Kerk deze onfeilbaarheid bezit, en wij reiken elkander met vreugde de broederhand.

(41) Zie aanm. 25.

(42) Dit is toch wel niet Roomsch, even min als het volgende !