Christclykc waarheid in ilil ons Tijdschrift nader in het licht te zetten. Wij zijn dankbaar voor alle zoodanige aanvragen en opwekkingen, vooral wanneer dezelve met die bescheidenheid en dat vertrouwen op de welmeenendheid onzer bedoelingen worden voortgebragt, welke wij zelve in onze beoordeelingen van anderen trachten aan den dag te leggen, en welke volstrekt vereischt worden, indien allen, ook bij Terschil van inzigten, zamen de waarheid in liefde zullen zoeken te bevorderen. Over sommige dier punten liggen reeds Lij ons Verhandelingen gereed, die wij hopen, zoodra ons bestek het zal gedoogen, op te nemen, gelijk wij over anderen ter gelegener tijd gaarne onze gedachten willen mededeelen. Doch wij verzoeken alle onze Lezeren steeds in het oog te willen houden, wat wij in den aanvang van dit ons Tijdschrift, in ons Voorberigt 1837, bl. m, hebben te kennen gegeven, dat wij meenen de groole vraag van deze dagen, wat in het Christendom voor hoofdzaak en allyd Mijvende waarheid te houden zij, niet in weinige regelen te kunnen afdoen, maar eene geheele reeks van onderzoekingen noodig te hebben, om door deze de Christelijke waarheid wel niet volkomen en voor altijd te vinden, maar toch, naar dat het licht dezer tijden en onze krachten dit toelaten, langzamerhand meer daartoe te naderen.

De Redactie.