Christendom denkbaar, zonder ontwikkeling van den menschelijken geest, er is gcene ontwikkeling des geestes mogelijk , tonder de beoefening van Kunsten en Wetenschappen." Het beknopt, duidelijk en aangenaam geschrevene, en, naar het ons toeschijnt, vrij volledige boekje bevelen wij vooral aan hen aan, die als voorstanders van Bijbel- en Zendeling-genootschappen voor Indiƫs beschaving wenschen te arbeiden. Zij zien hier, wat er al gedaan is, en met welken uitslag, en hoe er dus voorlaan, blijkens de ondervinding, dient gedaan te worden, zal men op eene goede uitkomst mogen hopen. Want dit is gcene geringe voortreffelijkheid des kleinen geschrifts, dat men er niet vele titels van boeken in vindt, maar vele, met een' wijsgeerigen blik gemaakte, opmerkingen over de inriglingen, vooral over de scholen, die daar sints lang werden daargesleld, om de Christelijke beschaving te bevorderen. Van goede scholen hoopt de Schryver teregt het meeste.

Aan het slot van deze geschriften over kerkelijke Geschiedenis, sta het 10do deel van het voor de wetenschap zoo nuttige Archief voor kerkelijke geschiedenis, inzonderheid van Nederland, door de Iloogleeraren n. c. kist en h. j. royaards, Leiden 1840. Dit laatste deel toch (zoo noemen het de Hoogleeraren zelve, omdat zij voortaan onder cenen anderen titel willen uitgeven, niet, omdat zij hunne nuttige werkzaamheid staken), schoon in het eerste begin van dit jaar uitgegeven, behoort eigenlyk tot de Godgeleerde Letterkunde van 1839. Het beveelt zich door eene groote verscheidenheid, zoo als de inhoudsopgave voor het deel geplaatst, in welke dc opgenomeuc stukken ia