Victor keei.er's nalatenschap aan zijne vvienden, een vervolg op zijne uren aan de godsdienst gewijd; naar het Hoogduitscli door j. m. l. kom., 3 Deelcn, Leeuw. 1839 en 1840, zal ongetwijfeld ook bij onze nalie gunstig worden ontvangen, even gelijk het vroegere, op tien titel vermelde werk. Helder verstand, veelvuldige menschenkennis, opmerkzaamheid op den geest en de gebreken des tijds en bestendige aanbeveling van zuivere en opregle deugd maken het werk aller lezing overwaardig. Moge dan ook al van jezus zelden anders dan als voortreffelijk leeraar en uitmuntend voorbeeld gesproken worden, zoodat in dit opzigt menig Christen nog wel niet geheel voldaan zal zijn en met ons meenen, dat niet de volle kracht van het Evangelie ons hier wordt overgebragt, het werk kan dan toch ten bewijze strekken, hoezeer ook zelfs bij zulk eene meer rationalistische denkwijze de opregte en deugdzame Christen echt Christelijke deugd en godsvrucht kan voorslaan en bevorderen. Doch het is niet noodig den uit de Uren aan de godsdienst gewijd genoegzaam bekenden geest van den Schrijver, die uit de Voorrede ons kenbaar wordt als een uitmuntend Roomsch Priester, nader te kenschetsen. Roomschen en Protestanten zullen evenzeer met nut en stichting zijn werk ter hand nemen. Het is, zoo voor eenzame als voor gemeenschappelijke huiselijke lectuur onder anderen hoogst geschikt, cn zal voorzeker in vele leesgezelschappen met genoegen worden opgenomen.

Het Christelijk Jaarhoekje van den Amsterdamschen Predikant j. prins, welks eerste stukje, bevattende gedachten en herinneringen op iederen dag voor de maanden Januarijā€”Jnnij. is gewis onzer