« Waar ! »

Klaar was kees ! Ik besliste dat ik 's anderdaags eens rondkijken en hen daarna mijn voorkeur meedeelen zou. Zij gingen zeer tevreden naar huis... en ik niet minder, naar mijn hut.

Op tweeden Pinksterdag dus liet ik hen allemaal verwittigen dat mijn keuze was gevallen op het « schiereiland » van Kinzau : een tiental hectaren, vlak en hoog, aan drie kanten omzoomd met een strook bosch, aan drie kanten omgeven met twee riviertjes.

Ik vertrok op rondreis door de dorpen van den omtrek en

van Kinzau en Yebele hoorde ik niets meer gedurende een vijftal dagen.

Kinzau komt er !

Den Vrijdag daarop, om 1 1 uur in den voormiddag, was ik te Kinzau terug, benieuwd of de chefs iets hadden uitgericht. En of ! Wat een spektakel als ik toekwam. In volle lawaai kwamen honderden, ja honderden, mannen en vrouwen en kinderen naar mij toegeloopen. Al de dorpen binnen een ronde van vier uur ver, waren aan het werk gezet. De noodige oppervlakte van de steppe was ontruimd en er lagen boomstammen klaar, genoeg om drie posten te bouwen, 's Namiddags begon ik al dadelijk met afmeten en graven, en met het oprichten van palen, zoodat daar 's anderdaags 's avonds het geraamte reeds stond van de kapel, de klas en het huis van den Pater.

Zoodus de eerste bijpost van Moekila komt er : Kinzau aan sint Jozef toegewijd...

En zeggen dat ik vijftien dergelijke bijposten zou moeten stichten.

IHS