kleed af, omgordde zich met een linnen doek en begon zijnen Discipelen de voeten te wasschen. Hij nam de gedaante van een' slaaf aan. Zij moesten daarin een zinnebeeld zien van zijne leefwijze onder hen, hoedanige deze van den beginne af geweest was. De Discipelen waren aan die wijze van onderriglen gewoon. De Meester bezigde dezelve meermalen. Zoo ook gaf Hij door de symbolische handelingen van het stellen eenes kinds in den kring der Twaalven, van den intogt in Jeruzalem, van het vervloeken van den vijgenboom, van het blazen op de zijnen en door andere symbolen, den regten indruk aan zijne woorden, vermaningen, beloften. Vooral leerde de Heer hen niet alleen, maar ook het volk, zijne wonderen, b. v. die aan lazarus, den blindgeborenen, den lammen, beschouwen als afbeeldingen van hetgeen Hij voor den geest was tot . 's menschen verlichting, genezing, heiliging. Omtrent de andere uiterlijke plegligheid in de Gemeente des Heeren, den Doop, welke in vele opzigten tot opheldering van het Avondmaal dienen kan (5), zag niemand ooit voorbij, dat dezelve een teeken is van reiniging en afsterving van de zonde en van verbindtenis, om in nieuwigheid des levens te wandelen (6). De mensch jezus Christus voldeed dan ook hierin aan onze menschelijke behoeften. De wijsheid des Heeren

(5) Zie c. hooijer , Prijsschrift op de traag , Quilusnam partilus sili similes sunt sacri lavaiionis et coenae ritus a Christo institutl? cic., Traj ad Rh. 1827.

(6) Van tbicht noemt met regt Doop en Avondmaal Symbolische instellingen, en verdient in 't geheel over de Symbolische voorstellingen in^ het N. T. nagelezen te worden. Bij de proeven door hem aangehaald had hij ook de voorstelling der zalving van mama door jezus mogen tellen , Matth. XXVf: 12.