vallen , van heüsde , heringa en suerman. Voorts bezitten wij nog, om van min belangrijke of onwaardige geschriftjes te zwijgen, Herinnering aan 1. Heringa, Ez. door eenen zijner leerlingen, Utrecht hij Bieleveldt, en "wesselii scholten Epistola ad I. H. Scholten, filiutn, de Jodoco Heringa, El. fil., Traj. ad Rhen. ap. Na tan, welke heringa bovenal als Leermeester kenschetsen; en eindelijk het belangwekkend stuk Jodocus Heringa Eliza' szoon, als voorstander van het Vaderland en deszelfs heilzame inrigtingen. Eene redevoering van h. boujhan, Utrecht hij van Terveen, 't welk ons de verbazend veelzijdige werkzaamheid van heringa in het maatschappelijk leven aanschouwelijk voorstelt. En wat zullen wij Da dit alles zeggen? Hier in zijnen lof uitweiden mogen wij niet. Eén ding willen wij opmerken: heringa was een echt Nederlandsch Geleerde, die, zoo uiterlijke roem zijn streven ware geweest, denzelven door vele doorwrochte geschriflen uit te geven in geheel de beschaafde wereld gemakkelijk , nog in veel ruimere mate dan hij dien nu reeds bezat, had kunnen verkrijgen; maar zyn streven was, door het vormen van bedachtzame, gemoedelijke en ijverige Evangeliepredikers, door het voorgaan van de Gemeente in de godsdienstoefeningen, en hel bezoeken en troosten van hare leden in de huizen , en door het krachtig deelnemen in alle nuttige inrigtingen een weinig opzien barenden, doch des te dieperen invloed te verkrijgen ter uitbreiding, verlichting en heiliging van des Heeren Gemeente op aarde. Die stille roem, die een roem voor God is en dus ook in de eeuwigheid volgt, blijve het hoogste, waar Nederlandsche Geleerden met heringa naar jagen!