oordeel (2). Wat zegt dit? De beteekenis is: scheiden, schiften, deelen, die ook in ons woord oordeelen, d. i. oorspronkelijk, tot op den oorsprong, tot op den grond deelen, is bewaard gebleven (3). Dit denkbeeld van scheiden komt telkens als hoofddenkbeeld, min of meer uitgewerkt, in het voor ons hangend tafereel weder terug. Dan '/.uilen de trouwe en ontrouwe burgers van het Godsrijk, de aanhangers en verwerpers van den Christus openbaar worden; dan van elkander onderkend worden zij, die volharden, die het hun toevertrouwde wel besteden, die tegen helgene te wachten stond hebben gewaakt, van hen, die zich hebben laten vervoeren tot ontrouw en afval, hun talent hebben begraven, hunne lampen hebben laten uitgaan. Die scheiding zou groot zijn, ver en diep doordringen; de naauwste banden ontbinden. Van twee die op denzelfden weg, aan denzelfden arbeid, onder hetzelfde dak, ja op hetzelfde leger zich bevonden, zal de een aangenomen , de ander verlaten worden. De verkondiging van het Godsrijk zelve (Malth. XXIV: 14) zou reeds velen tot een getuigenis zijn, cene crisis voor de volken, welke de verkeerdgezinden onder hen openbaar doet worden en scheiding maakt tusschen hen, die God zoeken en hen, die verwijderd van Hein willen blijven voortleven.

(2) In het oorspronkelijke heet dit r.aivm, van het oudere zfoiVw, waaruit de Geieken later de t, de Latijnen de i hebben weggelaten, zoodat het werd cerno [sccerno), welks praeteritum crevi nog aan een niet gebruikt creno, crino doet denken en deszelfs oorsprong duidelijk verraadt.

(3) Men noemt het nog de crisis, als de ziekte op het hoogste is en lich scheidt.