lihg en vele anderen, en onder hen ook de schrijvers van dit Tijdschrijft, het doen.

En wie zouden dan nu het meest aan den opbouw der Hervormde Kerk medewerken, die in aiïselmus voldoeningsleer, welke door calvijn reeds is ondermijnd, ziel en zaligheid stellen, en allen, die haar niet kunnen aannemen, van verraad aan de Kerk en het Christendom beschuldigen, of zij, die met calvijn zich door anselmus leer, als niet - Evangelisch, onbevredigd vinden en, zonder anderen te veroordeelen, calviïns denkbeelden verder verhelderen en nog duidelijker en aannemelijker maken, door ze uit het Evangelie nog meer te zuiveren?