kan, sticht hij Christencentra en bouwt kerken. Tot 1638 leidt hij het katholieke leven; dan voelt hij den ouderdom komen : zijn gezicht verzwakt zeer. Hij moet ophouden met reizen en kan we.dra niets meer doen dan een weinig studeeren. Heel zijn leven had hij de studie bijgehouden. In 1609 schreef hij reeds in het Tamil een boek over de menschelijke ziel en het volgend jaar kwam een katechismus in het Tamil.

Vooral in den tijd van gedwongen niets-doen, toen de overheid hem het missiewerk ontnam, schreef hij veel, in het geheel twintig boeken, waarvan maar weinig over is. In Indië las men die boeken, geschreven in drie talen, zeer graag, te meer omdat hij de Hindoes nooit stootte door hun godsdienst scherp aan te va;len. Volgens zijn zeggen zwaaide hij niet woest met den oezem om de duisternis te verdrijven, maar hij stak een lamp aan en dan was het vanzelf licht.

Het was zijn plan geweest te Madura een college te openen voor aanskrit en pniiosophie, maar door den ritenstrijd is er niets van geK.omen.

In 1649 vertrok P. De Nobili, ziek en totaal blind, naar het mi,de klimaat van Ceylon. Tot zijn dood hield hij zijn zwaar boete,even vol en altijd was hij bezig nieuwe werken te dikteeren. Om hem beter te verzorgen bracht men hem kort voor zijn dood over naar het college te Meliapore bij Madras. Daar stierf h.j 21 Januari 1656, bijna 80 jaar oud.

In totaal heeft hij 36 Brahmanen bekeerd, van wie er in 1646 nog 26 leeiden. Als P. De Nobili weggaat, is de oogst rijp. Met honderden en duizenden komen ze naar de Moederkerk. Tien jaar na den dood van den grooten missionaris, in 1667, telt Madura 40.000 christenen met 32 kerken, 32 kapellen en slechts 10 paters. Handen te weinig om de velen te doopen. Reeds van 1654-1656 werden bijna 4.000 doopsels toegediend en jaarlijks gaat het crescendo.

Pas na zijn dood heeft Pater Roberto De Nobili gezien, hoe gezegend zijn leven was.

IHS