ten slotte in België een grootsche bedelcampagne op touw te

zetten, omdat hij van de Indische regeering hoogstens honderd

durzend frank denkt te krijgen. Natuurlijk moet er een kerk bij

het college komen, die het centrum van de Bengaalsche missie zal worden.

Hij vertelt zooveel schoons van de missie, dat P. Van Reeth, tot het begin van geloof overgehaald, zichzelf van de waarheid wil overtuigen en een bezoek aan Bengalen gaat brengen... 1 October 1885 legt de provinciaal den eersten steen van het gebouw, dat 25 m. hoog zal worden met een kapel van 45 m. De bouwmeester had de opdracht gekregen er iets indrukwekkends van te maken !

Terug in België ontvangt de provinciaal weer week na week berichten, maar dan zwijgt opeens P. Crosjean, totdat de schulden in België hoog gestegen zijn en de provinciaal vraagt, hoe het eigenlijk met het werk staat. Nu bekent P. Crosjean. Mgr. Goethals, die inmiddels aartsbisschop is geworden, verliest zijn vertrouwen in de Belgische belangstelling en laat met de goedkeuring van de andere paters den bouw stopzetten. Diep teleurgesteld geeft P. Crosjean het op, hoewel hij bereid is onmiddellijk door te zetten, als P. Van Reeth het voorschrijft. Een zekere verbittering zelfs is bij hem opgekomen. Wie had gedacht, dat het op zoo 'n fameuze mislukking ging uitloopen ? Toch is P. Grosjean te pessimistisch geweest, want thans heeft St. Xavier's ongeveer 2.000 leerlingen, van wie meer dan de helft de universiteit bezoeken. De opgedane ervaringen echter zouden hem helpen om later, zoo niet langzamer, dan toch zekerder grootschere werken uit te voeren.

Nu of nooit.

Meer zorg dan St. Xavier's vroeg hem de missie zelf. Door maagpijn gedwongen — een gevolg van zijn zittend leven — gaat hij op reis en ontdekt veel gebreken : vele posten beschikken slechts over onpraktische gebouwen, de paters van het studiehuis te Asansol lijden te veel van de hitte, te weinig missieposten werden gesticht onder de verdrukte inlanders; onze invloed kan