deelw. van het ww. vermeten. Die moet zijn hem vermeten, evenals bijvoorbeeld een adj. legeven het partic. is van hem legeven; besloten van hem lesluten, en beraden van hem beraden, enz.

Wat de aanteekening bij rank betreft, daarvoor zal het genoeg zijn naar Franck's Etym. Wdb. te verwijzen, waar men kan lezen, dat rank {list) gescheiden moet worden van rank (tak), dat met het adjectief rank samenhangt.

BI. 38. phasanen kon verklaard worden en vergeleken met het fr. faisan. Deze vogel dankt zjjn naam aan de rivier de Phasis in Klein-Azië.

BI. 39, reg. 4: „die sy boven al self vyant zijn.'' Hier kon opgemerkt worden dat viant adjectief is en dus vijandig beteekent. In de middeleeuwen komen naast viant ook andere substantieven voor, die het karakter van een adjectief hebben aangenomen , als vrient, kint, dorper, leek, knapelijn; zie V. Heiten, Mnl. Spraakk. I, § 324. Opm. 4. Voor viant vergelijke men Verwijs, Bloemlezing II, 79, 32:

Want hi hem dies sere ontsach,

Dat comen mochte in heidijnre hant,

Die den kerstinen waren viant.

BI. 41 , reg. 9: „Als nu de crane bij nae volcoockt was." De aanteekening luidt: „volcoockt, gaar Coken , oudt. ook branden. Verg.: gecoocte tegels."

Deze laatste toevoeging past niet als bewijs voor coken in den zin van braden, wel in dien van lakken. Indien dus aan braden nog bakken toegevoegd wordt, is de aanteekening in orde.

Voor aanteekening 5 verwijs ik naar aant. 3, bl. 26.

BI. 41, reg. o v. o. : nae dien ghy u vermeet, my dat inden levendighen te doen sien.

Het werkwoord hem vermeten beteekent hier, zooals in de middeleeuwen, durven zeggen, beweren.

Bl. 43, aant. 5. Hieraan kan worden toegevoegd, dat men in het Maastrichtsch nog altijd zegt zoeken en zuken (ook Vlaamsch) voor zuigen. Zie De Jager's Archief, III, 391. Dit zuken beantwoordt aan een lat. sugo, angs. sücan en is in het Mnl. niet ongewoon. Ook bij Brederoo (1, 90) komt suycken voor naast soek (II, 105) en socklam (II, 38); eveneens bij Hooft; zie Oudemans Taalk. Wdb. op Hooft.

Bl. 43, reg. 2 v. o. 't Hindert al d'onwysen, 't helpt al den