moge nog zoo belangwekkend zijn, veel belangrijker voor den Dietschen geloover is de rijkdom aan gegevens, dien wij er in vinden over de inwijkelingen uit de Noordnederlandsche gewesten.

Er kwamen er — wellicht de nederigsten onder hen — « omme oude cleederen te nayene,... omme cleene neringe te doene, omme oude scoen te vermakene. »

Van meer beteekenis voor de welvaart van Brugge waren ongetwijfeld degenen, die, als zij eenmaal poorter waren geworden (zonder het poorterschap te bezitten mocht men immers geen ambacht uitoefenen), zich bezighielden met het ambacht der... scrinewerkers, scilders, andscoewerkers, grauwwerkers, cordewaniers, boghemakers, mutsesceerders, zeiversmeden, patinemakers, smeden, temmerlieden en brauwers...

Het is merkwaardig om te zien, hoeveel schrijnwerkers er uit het Noorden kwamen, hoeveel zilversmeden en hoeveel kleermakers en schoenmakers. Het naaien van « oude cleederen » was blijkbaar een bezigheid, die de Zeeuwen aantrok... Maar ook uit Holland, Utrecht en Gelderland kwamen die menschen, die er wellicht een goed stuk brood aan verdienden ; gezien hun aantal moet de verdienste niet te laag geweest zijn. De Hollandsche steden, o.m. Delft, leverden oraelmakers, en mannen en vrouwen « omme lynwaet te nayene ». Zeeuwen meldden zich aan om visch te verkoopen, maar ook om vischmanden te dragen, en zelfs om die manden op den kruiwagen te vervoeren... Terwijl het aantal dergenen die paarden verhuurden, en die uit het Noorden afkomstig waren, ook aanzienlijk was. Vele jonge dochters schijnen uit het Noorden naar Brugge te zijn getrokken, en slechts een enkele maal vinden wij vermeld wat zij er kwamen doen. Het zullen wellicht goede echtgenooten en moeders van kleine vrije poorterskinderen geweest zijn, maar het is in dat geval verbazingwekkend, hoever de Bruggelingen hun vrouwen zochten ! Bovendien mogen wij aannemen, dat er bij die vrouwen vele zijn, die « maarte» werden, of dienster ter taveerne, terwijl buitendien veel vrouwen de « cleene neringe » beoefenden.

Alle ambachten vinden wij welhaast vermeld achter de honderden en nogeens honderden namen van Noord-Nederlanders, die in den loop der eeuwen naar Vlaanderen kwamen. Waar kwamen zij vandaan ? In welke steden of dorpen werden zij geboren ?

Ook hieromtrent vinden wij gegevens in de Poorterboeken. Wij noemen — het is ondoenlijk, volledig te zijn ! — de volgende plaatsnamen :

uit Holland : Alkmaar, Amsterdam, Haarlem, Gouda, Deltt, Rotterdam, Schiedam, Dordrecht;

uit Zeeland : Zierikzee, Middelburg, Vlissingen, Tholen, Goes,