lengten en korten door elkander heen in een bak gegooid had, en of men ze er dan uithaalde en weer naast elkaêr zette, precies zooals het valt, dat moet een anarchistische overdrijving heeten van de revolutie, die in '80 tot stand kwam, waar de waarachtige kunst, die toch ook woordmuziek is, het tegengestelde van baat bij vindt".

Hierop volgt de beoordeeling van De Cneudt's verzen. Wij kunnen kort zijn na 't breedvoerig verslag der inleiding, die trouwens hoofdzaak is. „Richard de Cneudt is een gevoelig mensch, maar nog niet een knap dichter .... als hij maar ernstig wil zal hij toch wel kunnen, wat b.v. kan blijken uit de knappe serie van zes sonnetten Van het Kloosterken der Armen genoemd .... Mocht de heer De Cneudt gelegenheid kunnen vinden om zijn binnenste menschelijke en aesthetische wezen precies te leeren weergeven, zooals het waarlijk en waarachtig is, dan geloof ik wel, dat hij een dichter kan worden, waar men ook in Holland naar luisteren wil en zal."

BLOEMLEZING UIT NIEUW-NEDERLANDSCHE FRAAIE LETTEREN.

Het zal den ernstigen beoefenaar onzer moedertaal een hoogst nuttige oefening zijn, zich in de beteekenis van onderstaande volzinnen en uitdrukkingen in te denken.

Zijn de vormen soms ongewoon, ze zijn daarom niet onverstaanbaar, voor wie nadenkt; de schrijvers hebben natuurlijk wat zij te zeggen hadden opzettelijk zoo uitgedrukt.

De lezers mogen tevens zich afvragen, waar de nieuwe vorm onjuist is ; uitlijvende vrouwen mag vreemd klinken, men begrijpt dat de bedoeling is vrouwen, die met het boven//; ƒ uit het raam hangen, dat is juist; maar onjuist is, dat de muzikant de noten optuurt, het beeld der noot komt tot hem op, maar hij haalt het niet op door te turen.

We bevelen deze oefening ten sterkste aan.

Achter hen speelt het orchest een air uit II Trovatore. Al die muzikanten in de breede afschutting onder aan het tooneelscherm, dat glad-hoog boven hen ópstaat, bewegen in gelijklange streken hunne strijkstokken over de snaren, schuin langs hun vooroverneigend gezicht, of blazen met ronde windvolle wangen en vooruitgestoken lippen in de bruine fluit-houten dwars, lang of recht, vóór hunnen mond en laten nu eens de instrumenten zakken om ze een oogenblik