i3e Jaargang.

ZATERDAG 30 MEI 1914.

No. 22.

KATHOLIEK SOCIAAL WEEKBLAD

Redacteur: Mr. P. J. M. AALBERSE.

Alle stukken voor de Redactie te adresseer en, Oude Singel 78, Leiden. — Alles wat de Administratie betreft

aan de Uitgeversvennootschap „Futura", Leiden.

DIT BLAD VERSCHIJNT ELKEN ZATERDAG.

P ijs per drie maanden f 1,00, fr.p.post f 1.12^; afzonderlijke nummers 15 cent. — Advertentiën van 1—6 regels f 1.50, iedere regel meer f 0.20.

INHOUD: Z. D. H. Mgr. Petrus Leyten, door VV. H. Bogaardt.— Het land van Waes, door Dr. L. Deckers. — Hèt Electriciteitsvraagstuk, VI, door J. J. M. H. nljst.— D o c u m e n t e n: Schrijven van Z. D. H. den Aartsbisschop van Utrecht aan de Redactie van »Het Centrum" over het Tijdschrift »Rome". — Schrijven van Z. D. H. den Bisschop van Roermond aan de Geestelijkheid en de geloovigen van dat bisdom. — Berichten en Mededeelingen: Feestgave voor de K. S. A.— Katholieke Sociale Actie in Italië.— Korte Berichten: Onze Roomsche Drankbestrijding. — Prot.-Centraal Bureau van Sociale Adviezen. — Het Veiligheidsmuseum te Amsterdam. —

Immigratie in Brazilië. — De arbeidersvakvereenigingen in Engeland.

Middenkredietkas van den Belg. Boerenbond. — De verbruikscoöperatie in Denemarken. — Coöperatie. — Ontvangen Boeken. — Nieuwe Boeken. — Feuilleton: Kapitaal en Arbeid. Roman uit de dagen der opkomst van de Engelsche Groot-industrie en Vakorganisatie. Naar Lord Beaconsfield (B. Disraeli). 27.

Z. D. H. Mgr. PETRUS LEYTEN,

Bisschop van Breda, Huisprelaat van Z. H. den Paus, Assistent-Bisschop bij den Pauselijken Troon, begiftigd met de orde van het H. Graf, Commandeur in de orde van den Nederlandschen Leeuw, Commandeur in de orde van Oranje-Nassau.

Hij is heengegaan ter zalige rust, lang voorzien, doch nog betrekkelijk onverwacht.

Monseigneur Leyten was in de laatste jaren lijdende, zoo zelfs, dat men het ergste vreesde, doch telkenmale wist het afgetobde lichaam de zege te behalen over den dood.

Toen dan ook in de laatste dagen vóór den dood van Monseigneur alarmeerende berichten kwamen omtrent diens gezondheidstoestand, was men algemeen van meening, dat ook ditmaal de ernstige ziekte zou wijken, zij het ook na langer tijdsverloop.

God in Zijn oneindige barmhartigheid heeft het anders gewild, en in den vroegen morgen van 17 Mei j.1. is hij, de hooge lijder, meermalen gesterkt door de H. Sacramenten, in den gezegenden ouderdom van bijna 80 jaren, in het 30ste jaar zijner bisschoppelijke waardigheid, zacht en kalm in den Heer ontslapen.

Hij ruste in vrede.

De Katholieke dagbladen hebben alle in de vorige week uitgebreide artikelen gewijd aan den doorluchtigen Overledene, artikelen, tintelend van oprechte godsvrucht en belichtend de groote verdiensten van Monseigneur in zijn leven als priester en bisschop.

In het kader van dit weekblad kan de herhaling van al de in herinnering gebrachte feiten als overbodig worden geacht.

Alleen op één feit kan niet genoeg de aandacht gevestigd worden: de groote nederigheid van Monseigneur, wortelend in het rotsvast geloof van een heilige, zijne volkomen onderwerping aan Gods wil in de volle omvatting van zijn verstandelijke vermogens.

Die verstandelijke vermogens hebben den hoogen lijder tot op het laatste oogenblik van zijn leven niet verlaten.

Het lichaam van Monseigneur moge in de laatste jaren afgetobt zijn door ziekte en de gebreken van den ouden dag, zijn geest bleef wakker, bleef rustig en frisch werkzaam bij het bestuur van zijn, hem zoo dierbaar diocees.

Ik had het voorrecht, herhaalde malen in de laatste jaren door Monseigneur in particuliere audiëntie te worden ontvangen, om te confereeren over schillende zaken, nimmer ging ik onvoldaan heen; integendeel, werd mijn liefde, trouw en aanhankelijkheid aan den bisschop versterkt door de groote hiate van welwillendheid, waarin hij mij tegemoet trad, door de dóór en dóór verstandige taal, vol van vaderlijke liefde, waarin hij tot mij sprak.

Ik heb dezen Bisschop dan ook als een vader liefgehad.

Ondanks zijn hoogen leeftijd, bleef hij onverzwakt belang stellen in alle uitingen van godsdienstig en van openbaar leven.

fn het belang der K. S. A.. en in het belang der vele Katholieke vereenigingen in het diocees klopte ik nimmer vergeefs aan Monseigneur's deur. Hij hielp graag stuwen: moreel en materieel, maar ook een Bisschop vermag niet alles, wanneer met bepaalde wantoestanden en bepaalde eigenaardigheden eerst moet worden gebroken.

Een openbaar leven, dat niet de hand reikt aan een diep godsdienstig leven, is in den regel weinig vrucht-