woording der vragen. De andere leden moeten de bespreking weer voor hun aandacht brengen, wat een voordeel zou zijn, als het gebeurde, maar nu een nadeel is. Men moet 2 krantjes meenemen, wat heel niet moeilijk Is, maar het wel vaak lijkt.

Indien noodig, sta het huis van den voorzitter den geheelen week open voor jonge leden die bij de beantwoording steun behoeven. Vrees voor te veel aanloop behoeft men niet te koesteren. De meeste kunnen het al heel spoedig zelfstandig, en aardig goed doen. Dat vinden ze plezierig, en ze vragen niet meer om hulp.

(Wordt voortgezet.)

GEMENGDE BERICHTEN. Opleiding als rechterlijk ambtenaar voor den Indischen dienst.

Het Christelijk Comité voor Indië vestigt de aandacht van belanghebbenden er op, dat voor 30 candidaten in de rechtswetenschap, die genegen zijn in dienst te treden bij de rechterlijke macht in Nederlandsch-Indië, gelegenheid bestaat om hun studiën op gouvernementskosten te voltooien. Voor hun verderen studietijd kunnen zij namelijk eene toelage naar reden van flOOO'sjaars bekomen, welke gedurende ten hoogste vier of, in bijzondere gevallen, ten hoogste vijf jaren kan worden genoten.

Aanmelding behoort te geschieden vóór 15 Mei a.s. bij den Minister van Koloniën bij gezegeld request, dat ingediend moet worden aan het adres van Prof. Mr. J. Oppenheim, Jan van Nassaustraat 89, den Haag.

Verdere iniicntingen en bijzonderheden worden gaarne verstrekt door het Informatiebureau van voornoemd Comilé, adres: den heer J. J. Kraan, Loosduinsche kade 80, den Haag.

Voor civiele of werktuigkundige Ingenieurs met een Delftsch of een buitenlandsch diploma, doctoren in de rechts- of staatswetenschap, officieren van 's Rijks landof zeemacht of van het Indische leger en personen, die in algemeene ontwikkeling met de genoemde categoriën van personen gelijkgesteld kunnen worden, bestaat gelegenheid om, zoo noodig na eene tewerkstelling van 1 a 1" [ 2 jaar bij de Holl. IJzeren Spoorweg Maatschappij, te woruen uitgezonden naar Ned.-Indië ter benoeming tot adspirant-adjunct chef of adjunct-chef der lste afdeeling (administratie) en der 4de afdeeling (beweging en vervoer) bij den dienst der Staatsspoorwegen.

Leeftijd ten minste 25 jaar. Aanvangssalaris ten minste f 300.— of f 400.— 's maands en mogelijk ook hooger. Toelage gedurende de tewerkstelling f 150.—'s maands.

Verdere inlichtingen en bijzonderheden worden gaarne verstrekt door het Informatiebureau van het Christelijk Comité voor Indië, adres: den heer J. J. Kraan, Loosduinsche kade 80, den Haag.

Bij den Uitgever J. H. Kok te Kampen is ter perse gegaan een nieuw boek van Mr. Philip Mauro, de schrijver van 666, Het Getal des Menschen. Het nieuwe boek is getiteld: De Dag des Menschen en kan gevoegelijk worden beschouwd als een pendant van 666. Het boek zal weldra het licht zien.

HENOCH.

Duitsch.land herdenkt geestdriftig den honderdsten geboortedag van den energieken stichter van zijn eenheid, Frank: ijk jubelt om het standbeeld van Jeanne d'Are, het dappere volk der Belgen zal nimmer vergeten de fiere houding van zijn koning en wij, Nederian ders, vereenigeu ons, mede om der traditie wil, om 'tgeltefd Oranje stamhuis en we eeren de nagedachtenis dier grooten, die zich voor hun volk hebben opgeofferd.

En dit is niet meer dan een plicht der dankbaarheid ! Hoeveel te meer past het ons, die mannen vooral in dankbare herinnering te houden, die een min of meer gewichtige rol hebben gespeeld in 't Godsrijk /

Laat ons met dit doel voor oogen u mogen wijzen op een man, op een krachtfiguur in de heilige geschiedenis, die een geheet eeuige plaats bekleedt in de gewijde historie, die 's Heeren wacht betrekt op een plaats, omringd door bittere vijanden, die der gansch verdor ven wereld haar oordeel, dat van den zondvloed, aankondigt: we bedoelen den profeet Henoch.

Leest daartoe met ons eer3t de korte geschiedenis diens mans, die ons Mozes beschrijft in zijn eerste boek, hoofdstuk 5 : 21—24, waar staat:

„Henoch leefde vijf en zestig jaar en hij gewon Methusalah.

En Henoch wandelde met God, nadat hij Methusalah gewonnen had, drie honderd jaar, en hij gewon zonen en dochteren.

Zoo waren al de dagen van Henoch driehonderd vijf en zestig jaar.

Henoch dan wandelde met God, en hij was niet meer, want God nam hem weg."

We willen achtereenvolgens nagaan, wat we weten van Henoch als jongeling en als man en wat de H. S. ons omtrent zijn einde meedeelt.

I.

Veel staat ons van Henoch's jeugd niet opgeteekend. „Henoch leefde vijf en zestig jaar en hij gewon Methusalah." Bij een oppervlakkigen blik bevreemdt het u misschien, wanneer we de vijf en zestig eerste levensjaren van Henoch tot die van z\\a jeugd rekenen. Ten onrechte evenwel. Wanneer ge goed de geslachtslijsten nagaat, dan kunt ge spoedig het feit constateeren, dat de mtmch vóór den zondvloed minstens tien keer zou oud werd als tegenwoordig. Adam, Seth, Enos, Jered, Melhusalah e.a. zijn alle ouder geworden dan 900 jaar, terwijl menschen van 90 jaar tegenwoordig (evenals in Mozes dagen reeds het geval was) tot de hooge uitzonderingen behooren. Ieder begrijpt aan stonds, dat, in dien morgenstond der wereld, een leeftijd van 65 jaar heel weinig te beduiden had. Ongetwijfeld is dit het tijdperk van Henoch 's jeugd ea jougelingsjaren.

En dat tijdperk is hoogst belangrijk geweest.

Immers — het was de voorbereidingstijd voor een zeer interessant leven.

Het geboortejaar van Henoch wijst u reeds als op iets bijzonders. Volgens de opgaven, die Mozes ons heeft overgeleverd valt dit in 622 na de Schepping. Henoch 's wegneming heeft dus plaats 365 jaar na 622 of in 987. Als ge nu weet, dat de wateren van den groo ten vloed in 1656 de aarde overdekten, dan leert u een kleine berekening, dat Henoch 's geboortejaar bijkans evenver van den val is verwijderd als hes jaar zijner wegneming van den zondvloed: 622 en 669 jaren.

Henoch is dus geplaatst in het milieu der eerste wereld en dat feit reeds geeft stof tot nadenken.

De Heere geeft nog een aanwijzing.

Adam is nog in leven: ruim drie eeuwen scheiden hem van zijn dood. Adam heeft reeds zes geslachten zien komen: Seth, Enos, Kenan, Mahalaleël en Jered. Henoch is de zevende in de heilige linie! Zou Adam misschien ook gedacht hebben aan de bijzondere beteekenis van het getal zeven? Zou hij, die een zooveel zuiverder kennis bezat, die de zevende dag als rustdag van Ood zelf had ontvangen, die eens de dieren beteekenisvolle namen kon geven, zou hij In dat zevende geslacht niet iets opmerkelijks hebben gezien ?

Zou men hem daarom niet den naam gegeven hebben van Henoch, ingewijde of gewijde? Ingewijd wellicht in de geheimen Gods f

Hoe het zij, God, Die het getal zeven zijn eigenaardige beteekenis in de H. S. geeft, maakt ons op dezen Henoch opmerkzaam. Dit getal toch duidt in onzen Bijbel een volheid aan en wel een Goddelijke volheid, die door God zelf wordt bewerkstelligd. Eenigs zins anders staat 't met 't getal tien, dat eveneens een voiheid, een afgerond geheel, aanwijst, maar dan door de medewerking der menschen. Zeven daarentegen duidt op het volmaakte werk des Heeren.

God geeft als Scheppingsordinantie een week van zeven dagen; Hij geeft aan Israël om de zeven jaar een Sabbathsjaar, om de zeven maal zeven jaren een Jubeljaar; Johannes spreekt van den H. Geest ais van „de 1 zeven Geesien, die voor Gods troon zijn" (Openb. 1:4) en elders als van „zeven vurige lampen" (Openb. 4 : 5).

Henoch, de zevende, sluit een periode af; een tijdperk van grooten bloei. Bijzondere gaven der algemeene genade had de Heere aan Zijn schepselen ;geschonken. Manr het menschdom was daardoor niet teruggebracht tot den Gever — integendeel, steeds verder week het van het rechte spoor af.

Nog trekt de Heere Zijn hand niet terug, nog een middel zal Hij beproeven: Hij zal zenden een geweldig boetgezant, die met donderenden stem den volke uit zijn dommel zal trachten wakker te schudden, die in machtige taal het oordeel, dat de mentchheid tegemoet gaat, zal aankondigen.

Voor die taak, die bovenmenschelijke kracht vergen zal, wordt Henoch in zijn eerste 65 levensjaren voorbereid. Want — welk een tijd beleefd hij ? Ais ge eenigszins de moeite neemt, de beide geslachtsregisters na te gaan, die ge van Adam's nakomelingschap vindt opgeteekend, dan gaat u wel een licht op. In de lijst van Gen. 4 leest ge als Kaïns nakomelingen: Hanoch, Hirad, Mechujaël, Methusaël, Lamech en Jabal, Jubal en Tub«IK«ïn; in die van Gen. 5 de uamen van : Seth, Eno», Keuan,

Mahalaleël, Jered en Henoch. Zooals we reeds opmerkten is Henoch de zevende in de lijn i der kinderen des verbonds. Telt ge nu ook i zeven geslachten ver in Kaïns lijn, dan stuit : ge op de namen van een Lamech Jabal, jubal t en Tubal-K.aïn.

Daar er niet de minste grond bestaat, om aan te nemen, dat de geslachten der heilige , linie elkaar sneller of minder snel zouden t opgevolgd hebben dan die der onheilige linie, , kennen we Henoch's tijdgenooten.

En was Seth's geslacht nu maar standvastig i gebleven! Was 't nog maar als in de dagen i van Enos, toen men den Naam des Heeren aanriep, (den. 4 :26) toen men zich vereenigde in het gebed 1 Zeker, Henoch's grootvader , droeg nog de naam Mahalaleël, d.w.z. Godlof, maar toch trad verval in! Was men maar in eigen kring gebleven; had men maar geen begeerige blikken naar de overzij geworpen!

Toen de broede»moorder, gefolterd door een wroegend geweten, zijn heil in de vlucht had gezocht en een woonplaats had gevonden, ver van de bakermat der menscheid en toen zijn geslacht zich daar meer en meer uitbreidde, wandelde dit in 't zelfde spoor van den Godevijandigen vader. De kinderen der menschen (zooals de Schrift ze noemt) stonden in euvelen moed niet bij Kaïi ten achter; Is 't niet reeds zijn kleinzoon, die de ongehoorde stoutheid aandurft, zijn telg Mechujaël le noemen, de „van God verdreveneNog verder gaat deze Mechujaël. Als 't ware met een ten hemel opgeheven vuist hooren we hem bij de geboorte zijns zoons uitroepen: Methu3»ël, „de mensch is God?'!

't Is de zoon van dezen Methusaël, die 's vaders woorden in daden omzet, en peëet als hij is, het oudste lied der wereld uitgalmt, het lied van het vuistrecht:

„Hoort mijn stem, gij vrouwen Lamechs!

Neem ter oore mijn rede!

Voorwaar, 'k sloeg wel een man dood om mijn wonde, en een jongeling om mijn buile!

Want Kaïn zal zevenvoudig gewroken worden maar Lamech zeventig maal zeven maal!"

Kwam de gemeene gratie Gods reeds uit in deze gave der dichtkunst, aan de kinderen van dezen verwaten dichter, schenkt de Heere nieuwe talenten.

Jabal vergemakkelijkt het leven door zijn uitvinding van de tent, Jubal schept vreugde en blijdschap door zijn muzieken Tubal-Kaïn weet gebruik te maken van de eigenschappen van ijzer en koper. Hun zuster is ongetwijfeldjeen schoone vrouw : ze heet immers Naëma\

Voorwaar, het geslacht van Kaïn slaat hier in 't zenith van z'n glorie en al denkt men nog niet aan de verovering van het luchtruim, de mensch voelt zijn kracht: Methusaël : de mensch is God! In plaats, dat deze gunsten Gods bekeering uitwerkten, dwaalde men «teeds verder af, verleidde men zelfs de kinderen Gods!

Aangelokt door het schoone, het heerlijke, het gezellige, het vroolijke onder Kaïa's nakomelingen, aangelokt door de liefelijkheid der Naëma'i, ver lieten ook Seth's kinderenden dienst van Jehovah en vermengden zich maar al te spoedig met hen, die God reeds lang den rug hadden toegekeerd !

't Is in dezen tijd van ongekenden afval, dat de Heere een man voorbereid, hem tot Zijn dienst volmaakt toerustend, opdat hij der wereld een toonbeeld zou geven, wat godsvrucht was, om tegelijkertijd die wereld haar oordeel aan te zeggen, indien zij aan 's Heeren roepstem gehoor geeft.

Met den glan», die uitstraalt van het geslach van Kaïn door «ie algemeene genadegaven Gods, gaat gepaard een ongemeene schittering der bijzondere genade in het geslacht van Seth. Henoch wordt geboren en in zijn jeugd voorbereid voor een schoone, maar tevens ontzaglijke daad. 't Ia 's Heeren tijd.

Bij de geboorte van zijn eersteling Methusalah in het vijf en zestigite jaar zijns lerens, kunnen we gevoegelijk den jongelingsleeftijd van Henoch afsluiten. DAN.