^<m&(orreiüM(d(@

in de

Oosters-orthodoxe kerk

Pasen was in de oude Christelijke kerk wel een der grootste feesten.

Dat is het in de Oosters-orthodoxe, ook wel Grieks-katholieke kerk genoemd, nog. Die kerk heeft niet één hoofd, zoals de Rooms-katholieke, in de Paus. Ze bestaat uit een aantal nationale kerken, o.a. in Rusland en in Griekenland, aan het hoofd waarvan een patriarch staat. Nu sinds de vorige wereldoorlog en de Russische revolutie zovele Russeri uitgeweken zijn en als ballingen in andere landen verkeren, heeft ze ook haar vertakkingen in West-Europa. In Parijs is o.a. een opleidingsschool voor haar priesters gevestigd; vorig jaar heeft een aantal studenten van deze school onder auspiciën van de oecumenische beweging een tournee door ons land gemaakt, en liturgische zangen van deze kerk ten gehore gebracht. In den Haag is een Russisch-orthodoxe kerk.

Er is misschien geen andere kerk, door wie het Paasfeest zo vreugdevol gevierd wordt als door deze kerk. Het Paasgebeuren wordt als het ware meebeleefd door de gelovigen. Deze vreugde verlicht'hun leven. Ze is hun een steun om, als het Paasfeest weer voorbij is, het alledaagse leven voort te zetten en te richten naar het licht der opstanding.

Om het Paasfeest echt te beleven, is een lange voorbereiding nodig. Dat is de zevenweekse vastentijd. Dan zijn de priesters en kerkedienaren in donkere gewaden gekleed; dan wordt het lijden van Jezus herdacht; de diensten zijn lang, droevig, ook ontroerend. Van de gelovigen wordt zelfkastijding, strijd, lijden, zelfverloochening gevraagd; zij moeten strijden met zichzelf en met de boze geesten, diet door de hartstochten en begeerten van ziel en lichaam hun verloren heerschappij trachten te herwinnen. Ze moeten vasten, bidden, geduld oefenen, gehoorzaamheid leren, ontwijken wat hen verleiden kan, vroegere gewoonten en relaties opgeven. Dat alles is niet verdienstelijk, het is alleen oefening, middel tot geestelijke zelfopvoeding.

Wie het ver brengt op deze weg, komt door de werking van de Heilige Geest tot een verborgen innerlijk leven, krijgt behoefte om zich van de uiterlijke activiteit terug te trekken en zich in gebed te verdiepen. Hij weert alle gedachten af, die de innerlijke vrede van het hart kunnen hinderen en streeft ernaar, geheel vrij van gedachten te zijn. Onder leiding van een Staretz*) wordt verschillende keren per dag het z.g. onafgebroken geestelijke Jezus-gebed gebeden. Dit luidt: Heer Jezus, Zoon van God, ontferm U mijner. Men meent, dat de mens door de kracht, die in de naam van de Here Jezus verborgen is, zo doordrongen wordt, dat de zonde verdreven wordt en het menselijk hart het goddelijk licht gaat aanschouwen.

Van sommige heiligen wordt gezegd, dat zij zo langzamerhand vergeestelijkt en verlicht, als 't ware licht uitstralend werden naar ziel en lichaam. Zij beleefden hun innerlijke opstanding

*) Monnik.

uit de dood der zonde reeds voor de algemene opstanding.

Iets daarvan nu wordt het deel der gelovigen in wat genoemd wordt het mysterie van de Paasdienst. Dit is voor hen een mystieke werkelijkheid. Hun wordt, niettegenstaande hun kleinheid en onvolmaaktheid, de genade geschonken om uit het tijdelijke en vergankelijke van deze wereld weggevoerd te worden en de glorie van de toekomstige opstanding deelachtig te worden.

Vanaf de Palmzondag, een week voor Pasen, zwijgt alles in de kerk. Men denkt aan 't verraad van Judas, aan al het vreselijke van die laatste lijdensweek.

Op Witte Donderdag wordt het laatste Avondmaal herdacht en gevierd. Dat geeft even de vreugde om de vereniging met Christus, maar tegelijk is er de droefheid van het lijden, dat komen gaat. Die avond wordt, in een bijzondere dienst, het hele lijden herdacht. De gelovigen wonen staande de dienst bij, ieder met een brandende kaars in de hand. Met die kaarsen gaan ze naar huis, symbool van de vlam van Christus' lijden, die ze in hun hart dragen.

Op Goede Vrijdag wordt er zeker tot drie uur in de middag niets gegeten of gedronken. In een eerste dienst wordt de kruisiging beleefd, in een tweede de afname van het kruis, in een derde de begrafenis. Daarbij doet een bepaalde icone ■— een afbeelding, die Christus in 't graf voorstelt — dienst. De iconen hebben in de erededienst dezer kerk een heel bijzondere, moeilijk onder woorden te brengen, betekenis, ze betekenen heel veel, maar toch weer heel anders dan in de Roomse kerk.

Op stille Zaterdag is er 's morgens een lange dienst, die tot laat in de middag duurt, 's Avonds wordt de afbeelding van Christus in 't graf, die de vorige dag in plechtige processie om de kerk gedragen is, naar 't altaar teruggebracht. Weer woont men de dienst met brandende kaarsen bij.

Te middernacht zingen de priesters en de kerke • dienaren achter de muur van iconen, die 't altaar aan 't oog der gelovigen onttrekt, het engelenlied der opstanding. De altaargordijnen worden opengetrokken, de deuren van 't altaar gaan open. De dienstdoende priester komt met een kruis, de icone, die de opstanding betekent, en drie brandende kaarsen met bloemen versierd van 't altaar, gevolgd door alle priesters en dienaren. De gelovigen scharen zich achter hen, en in plechtige processie gaat men naar buiten, driemaal om de kerk. Een fantastisch gezicht moet dat zijn, in de nacht, die duizenden lichtjes van de kaarsen, die ieder in de hand heeft. Men beeldt hiermee het zoeken naar het lichaam van Jezus af.

Tenslotte komen allen terug voor de deuren der kerk. De kerk is het graf geworden, waaruit het licht der opstanding zal schijnen. Er wordt een lofzang gezongen, de klokken luiden en dan klinkt de roep: Christus is opgestaan. De gemeente antwoordt daarop: Hij is waarlijk opgestaan.

Telkens en telkens weer klinkt die roep en dat antwoord, en in diepe vreugde wordt de dienst in de kerk voortgezet. De deuren van 't altaar blijven daarbij openstaan, dat gebeurt alleen op