brei?6" za' verscheuren, alle vastigheden zal verVo t ° en ^at 11'et alleen godsdienst en kerk met eten treedt, maar alle dienst verwerpt en ook „„I schappij en staat onderstboven keert. Een ge acht, dat met het vaderlijk gezag spot, dat het in>er vrouw krenkende dwaasheid oordeelt, dat .. ' huwelijk de man het hoofd der vrouw zou de' dat van geen heilig huwelijk weten wil, maar zo HVr^e ''e^e huldigt; een geslacht niet alleen o. , r godsdienst, maar ook zonder moraliteit, een omri^t ^at dieper zonk dan ooit de heidenen, onri ^le.t ze'^s Seen begrip meer heeft van 't sl ?rsc'leid tusschen deugd en ondeugd, tusschen rek' en ?oedi dat Seen begrip meer heeft van 7..en plicht, zoo min als van gezag en vrijheid. . ver is 't gelukkig nog niet. Dank zij den Q ®id onzer scholen met den Bijbel, dank zij de f ediking der waarheid nog alom in den lande geoord, dank zij den arbeid der christelijke pers en er christelijke vereenigingen van allerlei aard en ank zij ook die overheidsscholen, waar nog een e|®re geest heerscht.

Maar in onze groote en grootere steden en dor^ vooral gaat het reeds dien weg op. Die zijn °gen en ooren niet moedwillig sluit voor 't doen ,r' spreken vooral van jonge menschen, ziet 't en °ort 't dagelijks bij toeneming.

... n dat is de vrucht van den arbeid van onderIjzers van kinderen, als daar in Amsterdam bij 'entallen blijken te zijn en van leidslieden in 't ^aatschappelijk en politieke leven, die door denelfden geest geleid worden.

En nu wil De Standaard d;t de christenen en ;*e christelijke pers te hulp zullen schieten, om de k?rheidsscholen tegen die socialistische en anar kjstische meesters te beschermen.

Ik weet 't niet, amice, of de Overheid dien aangeboden dienst wel met een «dank je wel" zal annemen. En daarbij, het dunkt me een werk °nder einde. Want als de radicale en liberale en onservatieve schoolmeesters blijven, dan laat men a de beginselen, die zij door hun onderwijs indagen, de wortels zitten, waaruit altijd weêr de S'ftige vruchten vooitkomen, die men nu wil afgieten. Zoodoende kan je aan den gang blijven.

Zoolang de Overheid voor haar scholen Gods vJoord verwerpt, onderscheid blijft maken tusschen c tristelijke èn maatschappelijke deugden, en deugd 11 zedelijkheid wil doen beoefenen los van Gods eti zoolang blijven die scholen een ernstig gevaar °or 't huisgezin, voor de kerk, voor de miat c, appij en voor 't vaderland.

» 1 ls overigens maar een lastig geval voor de ^Ttsteidamsche overheid en voor elke overheid, die 'e kwaad k?ijgt met socialisten en anarchisten, "" nl. die overheid zelve liberaal of radicaal of

conservatief is.

Want zoo'n Overheid gelooft zelf niet in haar ge2ag. Zij voelt geen vasten grond onder haar voeten. Wie maakte haar Overheid, wie bekleedde haar

Het gezag ?

De grondwet en de stem des volks. Een toeval'Se menschenregeling dus en een toevallige meerderheid van stemmen. Die wet had ook anders kunnen zijn en zal ook anders worden als de ^eerderheid des volks, de publieke opinie, dit in algemeen belang eischt. Of erger nog, als de ^Ottune simenloop van omstandigheden het zoo j'1'. Gelijk we dat thans aanschouwen in het inHoreele gegoochel met 't blan<o artikel. , Natuurlijk, zoo'n wet en zoo'n keuze bij meerderheid geeft voor niemands besef gezag. Daarin Zlt geen rechtsgrond en geen kracht, om gehoorZaamheid te eischen en te verwachten.

De Overheid, die niet regeert bij de gratie Gods, a'e weet zelve niet, wat een «Overheid' is, die 'Ageert niet, die administreert slechts en tracht en boel gaande te houden, zoo goed en kwaad als 't kan en wil.

^at moeten tegenover socialistisch kabaal en reigementen en tegenover anarchistisch verzet de bannen beginnen, die opgeleid zijn in overheidsscholen, waarin men hen geleerd heeft: «Alleen e menschen hebben rechten, de Overheid als *°°danig alleen plichten". Of, zooals Thorbecke in er tijd leeraarde, dat ieder burger, als zoodanig, ^geerder en wetgever is. Die gevormd zijn in cholen, waar het recht en de roeping der Overj1 eid, om den misdadiger te straffen, wordt ge°°chend en alleen aan de gemee7ischap de be°egdheid wordt gelaten, om zich te verweren ®gen zulke haar schadelijke individuen, zooals Hen zich verweert tegen een dollen hond, terwijl |~an de Overheid niet anders is, dan het toevallig 'gaan, de hand of voet, waarmee men zich verbeert.

Er blijft voor zulk een Overheid niet anders 2Ver, dan geweld, het recht van den sterkste. ,.°olang het duurt. De bajonetten. Maar die scherpe lngen zijn goed voor veel, maar deugen niet, om .r op te zitten. Dat kun ie zien aan de overheid H Rusland.

,)e Standaard en andere bladen doen zeker een t>üed werk, als ze openbaar maken de feiten en r°estanden, waaruit blijkt, waartoe de door libeaJen en radicalen en socialisten en anarchisten SJhuldigde beginselen leiden, als ze laten zien, >. el/:e vruchten er aan dien boom groeien. Want . , 's al cén boom uit één wortel, al dragen de a*ken onderscheiden namen.

Maar de redding moet van elders komen. De Overheid zelve moet weer een christelijke j verheid worden, die uit Gods wet en getuigenis . erde onderscheiden tusscben deugd en ondeugd, .sschen slecht en goed, en die zelve weer uit dat ^ °ord weet, wat gezag en wat vrijheid is en hoe zijn te handhaven. Zij zelve moet weer uit Jods Woord leeren kennen haar eigen recht en j/lcht, en de rechten en plichten harer onderdanen i J.tl. der onderscheiden levenskringen. Wat <>souvef'"'teil in eigen kring" is en hoe God die voor . J. en «eigen kring" in 't leven bestelde, en hoe ' 'J als Gods Dienaresse die voor eiken kring heeft ' e handhaven en te doen erkennen en ontzien.

En zoo'n Overheid komt niet voort, kan niet j)°ortkomen uit onze openbare lagere en middel- : l^Ure en hoogere scholen. Die kan alleen voortyP.rrien onder Gods zegen uit scholen met den , 'jbel, uit de school die waarlijk en ten volle ,eri Christus der Schiften als haar «Christus", ( s li aar «Jezus" erkent.

0 "et moet verstaan en in praktijk gebracht onder , 's> dat wij «hebben den strijd niet tegen vleesch " bloed, maar tegen de overheden, tegen de .'achten, tegen de geweldhebbers der wereld, der 1 , "'sternis dezer eeuw, tegen de geestelijke boos 1 ^en in de lucht." ]

Oe kennis van Gods Woord, van heel het Woord, ^an heel den inhoud des Bijbels, moet worden ge \ -/J//C^t on(ier heel 't volk, in alle rangen en standen, j v e<'u die kennis geeft licht, geeft verstand, geeft kuf'^id geeft zedelijke kracht; alleen die kennis ' Zu!eekt karakters kloek en groot; die kennis is 't : ^ aard, dat alle geest uit den afgrond doodelijk ' 2.0(ldt. Een met die kennis verlicht volk, weet I Sch ()verheid te eeren zonder oogendienst of men- | J'enbehagerij, als een vrij volk.

'-aat al wat God vreest uit alle macht arbeiden . ,'rj.n de verbreiding van die kennis en laten ook j QJ en ik daarin ijverig medewerken zoolang God Qs het heden laat. 1

t

is goed, dat Ds. Klaarhamer wijst op de j waaruit deze misstanden voortkomen.

v Een zoo ernstige krankheid, als hier naar 1 treedt, kan niet verholpen worden door ' j.ele rottende gezwellen uit te snijden. j, ü oorzaak ligt dieper. £

oD in heel den verkeerden geest, die het 1

^enbaar onderwijs doortrokken heeft en alleen ( 0r het Christendom kan overwonnen worden. )

$fftrieeïe 35eritïjten.

taa,üt dank aan den Heere bericht de Kerke doo ^er Gereformeerde kerk te Leiden, dal vfctnr, llet besluit der classe Leiden d.d. 9 No >er j.1., waarbij de Concept-Acte van ineen tlng is goedgekeurd, de gedeeldheid van

het kerkelijke leven in de drie Gereformeerde kerken te Leiden heeft opgehouden te bestaan.

Dientengevolge verzoekt de Kerkeraad alle voor hem bestemde stukken te zenden aan G. Mizée, Scriba.

(Haarlemmerstraat 156 )

Kort na de roeping van de gemeente te GrandRapids ontving onze leeraar, Ds. G. Wisse Jr., eene roeping van de kerk te Lunteren.

De Heere schenke onzen leeraar licht en wijsheid, om in dezen eene keuze te doen, Gode tot eer en Zijne gemeente tot heil.

Namens den Raad der Gereformeerde kerk te Leiden,

G. Mizée, Scriba.

ZENDINGSSCHOOL TE BATAVIA.

Tot dusverre is door mij voor de Zendingsschool te Batavia het volgende ontvangen:

Van N. N. / o 25, van Jonkvr. De Jonge te 's-Gravenhage / 2 50, van Mej. J. Goodijk te Sexbierujti / 1, van den heer Brouwer, hoofd der Chr. Sch. te Ouderkerk a. d. IJsel, uit het zendingsbusje der kinderen ƒ 25, van Mej. J. Bor kent te Veendam, „uit het gezin bijeenverga derd", /1.25, van R. T. B. te Amsterdam /0.25, door R. T. B. van L. ter S. / o 25 en vanj. J. B. / o 50, van Mej. A. Kloosterman, verzameld met vr. hulp van de leerlingen der school te Dicteloord ƒ 8.08, van H. P. te Baarn/ 1, verzameld op de jaarverg. v. d. zending te Zwartsluis ƒ 10, en door H. Breeman en R. Jolink, in een busje verzameld te Zwartsluis /10.871/2, van L. Michaël te Geldrop f 0.50, van den heer W. Blok, hootd der Chr. Sch. ie Aarlanderveen, uit de zendingsbus der schoolkinderen f io, door Anna Verhoeve, verzameld te Zuid Beijerland !ƒ 12.65, door eecigc kinderen te Watergraafs meer bijeenvergaderd / 36.25, door Mevr. Brouwer te Oude-Wetering, uit het huisbusjï v. d. zending / 2.35, door Woutje v. Kempen en Johanna ten Kate ƒ 11.43I/2 en door Neellje v. Tol en Betje Loos ƒ8.86, samen/22.64I/2, door door Mej. F. A. Schuurman te Meppel / 13, door Mej. P. Fiikkema te Spijk ƒ 26.35, door Mevr. van Reenen te Reitsum/16,25, door den heer H. de Boer, hoofd der Chr. Sch. te Sluiskil ƒ 7 27, door Jansje Andriessen verzameld te Winterswijk / 19.75, door Mej. J. Goedbloed te Nieuwendijk / 62.40, door Mej. A. J. van Namen te Zwijndrecht / 26 25, van V. te Rotterdam, gez. in een enveloppe / 25, door diaken Beekmann te Amst. v. d. heer S. / 2 50, door Mevr. Sluyter te Maassluis / 70, door Mej. Som sen te Bolnes ƒ 13 50, door Ds. Koers te Helder, verzameld door Henk en Nanne Koers en Ja cob Lacrooy /16, door Mevr. v. Dijk, v. d. Jonged. Ver. „Persis" te Zwammerdam/ 5 door J. Grüter te Scheveningen van de Jonged. Ver. „Draagt elkanders lasten" ƒ3.25, door Mej. E. van Rijnberk te Rotterdam ƒ 14. dor Mej. T. ReitsmaTeitsma te Genum f 7.85, door Anna en Willem Hölscher le Zeist ƒ 12, van D. W. Wolsink te Amsterdam ƒ 2 50, door Cornelia de Jager te Watergraafsmeer ƒ 4. Door de finantieele commissie der Geref. diaconie werden mij nog enkele gaven gezonden die gecollecteerd waren. In de Keizersgrachtkerk ƒ 1, van X „voor Ds. Wijers", in de Raamkerk ƒ 1 van N. N. „voor de Javaansche klompjes" en nog in de Raam kerk ƒ 0.85 van M. W. „de Javaantjes in het klompje."

Alles te zamen tot een bedrag van ƒ 492.72.

Mevrouw Kuyper.

Water graaf smeer.

luitniland.

Engeland. Dr. Torrey en Alexander in Oxford.

Van den Revival in Wales wordt in den laatsten tijd niet veel vernomen. Eene poging om de beweging ook onder de Fransche protestanten over te brengen, schijnt mislukt te zijn. Trouwens, men kan een Revival maar niet doen ontstaan wanneer men wil.

De missie van Dr. Torrey, den prediker, en den heer Alexander, den zanger, gaat echter door; het is alsof in dit tweetal Moody en Sankey weer zijn herleefd. Weldra gaan zij Engeland verlaten, maar vóórdat zij hun werkzaamheid in dit land eindigen, wenschten zij de Universiteitsstad Oxford te bearbeiden.

Deze door zijn Universiteit békende stad telt ongeveer 50.000 inwoners. Om de meetings, door Dr. Torrey te houden, voor te bereiden, werden alle huizen tweemaal bezocht, om alle inwoners op te wekken tot het bijwonen der samenkomsten, terwijl op verschillende plaatsen der stad bedestonden gehouden werden om den zegen des Heeren op den voorgenomen arbeid af te smeeken. Daarbij was onder bekwame leiding een koor van 350 personen geoefend om het gezang te begeleiden en te bezielen. Ook hadden de predikanten der Episcopaalsche Staatskeik en die van de Nonconformistische Kerken zonder uitzondering hunne medewerking beloofd.

Daarna werden drie meetings per daggehou den, één speciaal voor mannen — voornamelijk voor studenten der Universiteit bestemd. De Town-Hall, die ongeveer 1500 personen kan bevatten, werd daarbij gebruikt. Telkens was de zaal overvol en honderden konden geen toegang krijgen. Bij de eerste samenkomst zeide Dr. Torrey voordat hij voorging in gebed: „Juist voordat ik mij op dit platform begaf, ontving ik een telegram uit Plymouth. Het < luidt: De gebeden van ,,'s Konings koor" 1 zijn met u. ,,'s Konings koor" bestaat uit matro- 1 zen, soldaten en bluejackets die bekeerd werden • terwijl wij in Plymouth waren, of die al Chris- 1 tenen waren — een gezelschap mannen vol toewijding". 1

Op de eerste samenkomst stond een groot 1 getal menschen op om te verklaren dat zij voor Christus gewonnen waren. Bij de tweede meeting predikte Dr. Torrey over den tekst: „Hij < die zielen vangt is wijs". Het was een warm 1 pleidooi voor den arbeid om menschen tot be- j keering te brengen. Hij verhaalde, dat ergens 1 in Amerika twee mannen bezig waren om een j put te graven, waarop er een zandstorting 1 plaats had, waardoor een der werklieden ver- < scheiden e voeten diep in den grond begraven '■ werd. Er werd toen door de geheele stad 1 den geheelen nacht door gearbeid, totdat de 1 werkman nog levend uit de diepte kon opge- 1 trokken worden. Welke toepassing Dr. Torrey 1 hierop maakte, knnnen onze lezers wel ver- 1 staan. Ten slotte riep hij uit: „Er zijn dui- i zenden in Oxford in gevaar, die Oxford redden 1 kan ! Wilt gij uilgaan om het te doen ?" 2

Vele mannen die aan de Universiteit ver- 1 bonden zijn, werken met Dr. Torrey mede, i terwijl ook medearbeiders uit Londen en uit c Ierland gekomen zijn. a

Genoeg meenen wij omtrent het optreden t van Dr. Torrey en Alexander te hebben mede- 1

N.-Amcrika. Federatie van Protes tantsche kerken.

Den 2 5 sten Nov. zullen de vergaderingen tot federatie van protestantsche kerken een aanvang nemen. Er is reeds veel hierover geschreven, maar zeker is het dat niet alle protestantsche kerken op die vergaderingen vertegenwoordigd zullen zijn; althans van de Episcopalen en de Chr. Gereformeerden is dit niet te verwachten, al liet het orgaan de „Banner of Truth" zich niet ongunstig over de gedachte van een federatie van Kerken uit. Unitariërs, dat zijn loochenaars van de leer der Drieëenheid, en universalisten, d.w.z. menschen die een algemeene verzoening leeren, zouden gaarne aan de vergaderingen deel genomen hebben, doch dit is hun niet toegestaan. Volgens ons te recht. Immers de Unitariërs en de Universalisten verwerpen de Godheid van Christus, en mogen daarom niet voor belijders van den Christus gehouden worden, al zijn zij ook gesteld op den naam van Christenen.

Prof. Steffens schrijft over deze vergadering:

„Tot op eene zekere hoogte hebben wij sympathie met deze beweging om tot federatie van protestantsche kerken te komen. Het is een treurig feit, dat de kerken der hervorming zoover uiteengegaan en in zoo vele deelen en onderdeelen gesplitst zijn. Vele van die denominaties behooren bij elkaar. Zij zijn met elkander verbonden door dezelfde belijdenis en wijken ook geenszins van elkander af in hare kerkelijke inrichtingen, dienst en tucht. Hare tiistorische ontwikkeling loopt wel langs verschillende nationale lijnen, maar Gereformeerden, iie niet houden van nationale kerken, maar ien grond der eenheid vinden in belijdenis des ;eloofs, moesten in staat zijn om over die ijnen heen te stappen. Natuurlijk hebben wij jeene sympathie met eene vereeniging met terken, die in leer, dienst en tucht van de Üeref, rmeerde kerk afwijken. Een Syncretisme jp grooter schaal echter is geene zaak, die wij oegeeren.

Maar men zegt mij, dat wil men immers }ok niet. Men bedoelt met de federatie, die ïien begeert in het leven te roepen, eene federatie tot behartiging der belangen, die buiten iet denominationeele leven liggen. Hoe veel ;eld^ en kracht zou er b. v. bespaard kunnen vorden, indien men er niet over uit was, op :lke kleine plaats twee, drie of vier protestant;che kerken te hebben, waar ééne kerk het verk kan doen. Dat is waar, en indien Presbyterianen, Hollandsche Gereformeerden, Cnristeijke Gereform. op eene kleine plaats kerken wilden jouwen, dan zouden wij onze stem er tegen verheffen. Anders echter wordt het, indien de nvloed of het gezag eener federatie een aantal ran Gereformeerden het zoude wihen beletten, ;ich tot eene kerk te vereenigen, omdat er eene Methodistische, Baptistische of Luthersche kerk ildaar is. Indien Gereformeerden zich aan zulk :en gezag niet wilden onderwerpen, dan zou ik .lthans hun recht geven. Een Gereformeerde legeert voor zich en zijne kinderen, indien het uogelijk is, den openbaren eeredienst in over¬

gedeeld, om onzen lezers een denkbeeld te geven van de wijze waarop deze mannen arbeiden.

Rusland. De Lutherschen in het gedrang.

Hoe de toestand is Rusland is, kan men uit het volgende telegram opmaken dat door de Evangelisch Luthersche Algemeene Consistorium uit Bakoe ontvangen werd: „De Armenische Luthersche gemeente, die altijd trouw aan den Czar geweest is, bestaat feitelijk niet meer. De gemeenteleden hebben meer dan een millioen roebels verloren. De familiën, die de gemeente droegen, 'zijn geheel geruineerd. Negen groote huizen in het Luthersche kwartier zijn verbrand en geplunderd. Twee leden der gemeente werden vermoord. Het meerendeel der gemeenteleden is van plan de stad te verlaten. In het bedehuis worden met groote moeite vijftig Lntherschen onderhouden". Het telegram is onderteekend door den predikant, den onderwijzer en drie ouderlingen.

Wij meenen de feiten die hierin medegedeeld worden, aldus te moeten verklaren. De revolutie in Rusland is, gelijk in Nederland te Amsterdam in het paleis van Volksvlijt door een Russischen Jood met zelfvoldoening is verklaard, door de Joden aangestookt. Het meerendeel van de Russische bevolking is nog niet door revolutionaire denkbeelden vergiftigd. Het volk dat zijn keizer eert en zijn kerk nog liefheeft, is, nadat de revolutionairen alles in vuur en vlam hadden gezet, te hoop geloopen en is hier en daar, met behulp der politie, een bloedbad gaan aanrichten onder de Joden. Het zou niet verwonderen, als het volk, dat de Joden het verwekken van oproer en werkstakingen wilde betaald zetten, de Lutherschen met de Joden op één lijn was gaan stellen, omdat dezen noch genen deel uitmaken van de Grieksch orthodoxe kerk, welke beschouwd wordt als de hechtste steunpilaar van de keizeilijke heerschappij. Het is ons bekend, dat ook in Belgie door vele Roomschgezinden Joden en Protestanten voor leden van hetzelfde gezin gehouden worden. Wellicht is d;t in Bakoe ook het geval. En misschien heeft de Joodschklinkende naam van den Lutherschen predikant te Bakoe, namelijk Ihirmim, er toe medegewerkt, om het volk in den waan te brengen, dat Joden en Lutherschen één zijn.

Vluchtelingen uit de Russische Oostzeeprocinciën die te Memel en Koningsbergen aankwamen, deelen eenstemmig mede, dat de toestand, in plaats van verbeterd, heel wat verslechterd is. Plunderen, rooven en moorden is ^ er nog aan de orde van den dag; en ofschoon de sociaal-democraten zich officieel van de mannen die moord en dreiging blazen, hebben losgemaakt, eischen de plunderaars en roovers geld voor de sociaal-democratische partij kas. Noch Joden noch Letten hebben zich in noemenswaardig aantal bij de Baltischmonarchistische partij aangesloten; bijna allen hebben trouw gezworen aan het roode vaandel der republiek en der revolutie. Te Mitau is in een nacht op acht plaatsen ingebroken. Feitelijk wordt het volk aangezet om op de Lutherschen los te gaan onder 't voorwendsel, dat dezen tot een bloedige vervolging der Joden ophitsen.

De Lutherschen in de Oostzee provicciën hebben bet zwaar te verantwoorden. Eerst werden zij door de regeering ver /olgd, ofschoon zij loyale onderdanen waren van den Czar, en nu moeten zij zooveel doorstaan van de revolutionairen, omdat zij niet met hen wilden saamrotten tot omverwerping der wettige regeering des lands. Het is te hopen, dat als de Czar het veld weet te behouden, de Russische regeering beter zal weten te onderkennen dan zij tot dusver gedaan heeft, wie gearbeid hebben voor het omhoog houden der regeering, en wie alles hebben aangewend, om haar ten val te brengen.

eenstemming met de beginselen der Gerefor meerde kerk, en hij is er vcoral op gesteld, dat zijne kinderen opgevoed worden in overeenstemming met die beginselen. Wie kan zulk een streven laken ? Eene federatie, die zulk een streven zou tegenwerken, zou spoedig ondervin den, dat deze Gereformeerden zich niet met geweld laten indeelen bij kerken, die andere beginselen hebben dan de hunne.

En men zegt, dat het doel van de federatie vooral hierin bestaat, de verhouding der deno minaties tot elkander te regelen en het verme nigvuldigen van kerken tegen te gaan. Zulk een werk der federatie zou met moeielijkheden bezet zijn.

Maar het zou bij zulk een werk niet blijven. De federatie zou haar invloed zoeken uit te breiden, en wie weet, hoe ver zich hare werk zaamheden mettertijd zouden uitbreiden. Wanneer men samenkomt, wil men toch ook iets doen. En heeft men niets te doen, dan zoekt men zich met het een en ander bezig te hou den. Vindt men echter, dat de constitutie der vereeniging te beperkt is, dan voegt men bijvoeg seis er aan toe.

Het schijnt mij toe, dat men zich laat leiden in al de kerkelijke werkzaamheden, die men op tcuw zet, door soortgelijke bewegingen op maat schappelijk en politiek gebied. Concentratie is aan de orde van den dag. Ik wijs slechts op den z.g. trusts, die vermenigvuldigen als de paddestoelen in natte jaren. Hoe vele kleine winkels en fabrieken worden er gesloten omdat alles onder éen hoed komt. Men denke aan Rockefeller, Pierpont Morgan, Frick en Schwab trusts. Wat nu is eene federatie van kerken in den onconfessioneelen zin, waarin men haar nu gedenkt op te richten, anders dan eene groote kerkelijke trust? Zonder hare toestemming kan, zoo zag zij het althans gaarne, op geene plaats eene kerkelijke organisatie tot stand gebracht worden. Als eerst alle kerkelijke fabrieken — men verontschuldige dezen term, waarmede geen kwaad bedoeld is — onder een bestuur staan, dan kan er geen hamerslag vallen zonder be paalde toestemming van den grooten baas, het Concilie der gefedereerde kerken.

Ik weet het, dat er vaak veel harrewarrerij plaats vindt tusschen de verschillende kerken op eene en dezelfde plaats. Jammerlijk zijn vaak de tooneelen, en onverantwoordelijk de hate lijkheden, die plaats grijpen onder menschen, die denzelfden God aanbidden en in denzelfden Zaligmaker gelooven. Maar ik vrees, dat geene federatie van kerken die onaangename dingen uit den weg ruimen kan. Men verwacht te veel in onze dagen van uiterlijke organisaties. Indien vrees voor vijandelijke overheden, het gezicht op schavot en brandstapel in de dagen der hervorming Lutherschen en Gereformeerden niet tot eenheid en vrede konden bewegen, veel minder zal in ons land, waar wij volle vrijheid hebben om God te dienen overeenkomstig Gods Woord en onze conscientie, eene federatie van kerken door haar gezag en invloed de menschen bewegen tot eenheid en vrede.

Mij dunkt, indien de kerken terugkeerden tot de eenvoudigheid in Christus, indien wij allen, ambtsdragers en ledert, met het geloof in Christus ernst maakten, dan zou ook met het oog op hetgeen men door de federatie van kerken bewerken wil, meer uitgericht worden dan door allerlei uitwendige maatregelen.

En mogen wij wel uit het oog verliezen, dat eene onconfessioneele vereeniging van Protestantsche kerken het wezen der Gereformeerde kerk in gevaar brengt? De hervorming baseert zich op belijdenis des geloofs, niet op kerkelijke of half kerkelijke kerkrechterlijke groadsla gen. Ons, den zonen der hervorming, moet het confessioneele karakter der kerk boven alles dierbaar zijn."

dienstige ceremonie, waarmede men den zegevierenden held huldigde. Deze ceremonie was reeds een 200 jaren in onbruik. De heerschende partij in Japan schijnt het dus geraden te achten om de ceremoniën van het Heidendom wederom te doen herleven. Die, welke voor den triumfeerenden admiraal werd toegepast, was, gelijk al de uitwendige plechtigheden van het Sintoisme, eenvoudig De admiraalj was gezeten op een ouden oorlogsstoel, een erfstuk in de Ogasawara familie, waartoe de dienstdoende priester behoorde. Niemand mag ooit op dien stoel zitten dan alleen de meest beroemde krijgslieden van Japan, die als goden geëerd worden.

Winckel.

üindmii.

AAN VRAGERS.

Schoften of schaften.

Onze lezer K. heeft een timmerman hooren zeggen: „Ik ga schoften," wat beduidde: Ik ga naar huis om te eten. Maar bij hem in de buurt staat boven een inrichting waar men brood en koftïï kan krijgen: Schaftkz\da; wat is nu het rechte woord.

Onze lezer zal wel eens opgemerkt hebben, dat de timmerman nooit zegt: Ik ga schaften, en dat men ook niet zegt: We eten wat de pot schoft. Er wordt dus wel degelijk onderscheid gemaakt.

En dat met recht.

Schoften is rusten. Het komt van het woord schooven, dat in het zuiden van ons land bekend is en beduidt: voor een poosje ophouden met werken, ook wel: een slaapje doen. Zelfs zegt men: het schooft (d. i. houdt op) met regenen.

„Schoft" beteekende dus rusttijd en „schoften" rust nemen. Zulke schoften waren er meestal drie per dag;'s morgens,'s middags en'savonds. Zoo werd de dag in vieren gesplitst en elk deel heette dan ook een schoft, wat eigenlijk niet juist was, want het beduidde den tijd tusschen de schoften of waarop een schoft volgde. Zulk een verkeerd gebruik komt wel meer voor. Denk maar aan het woord gracht, dat èn het water èn den wal aanduidt.

Nu is echter de schoft- of rusttijd ook de etenstijd, dan wordt er geschaft, d. i. opgedischt. Zoo kwam het dat „schofttijd" en „schafttijd" hetzelfde begonnen te beduiden. Want de rusttijd diende vooral om er in te eten. Zoo komt het dan ook, dat men zoowel schoftkelder als schaftkelder zegt. 't Is allebei waar.

Vroeger, toen men nog niet over den 8 uursdag redeneerde, berekende de werkman zijn tijd bij de schoften. Tusschen elk schoft verliepen er zoowat 3 uur. Werkte hij van heel vroeg tot heel laat, dan werkte hij vijf schoft.

Zoo als ik zei, zijn de beide opschriften boven den kelder goed. Maar niet goed is wat ik wel eens las: Hier „schoft men Water en vuur."

Wat zou daarin verkeerd wezen?

Hutje met mutje.

Een tweede vraag is die, waar die uitdrukking haar oorsprong van heeft.

Wat een hutje is weet ieder wel. „Mutje" is een verkleinwoord, 't Komt van mut of mot, dat beduidt fijn zaagsel, opveegsel, vuil.

„Hutje met mutje" wil dus zeggen: 't hutje met al wat er maar in is: 't heele rommeltje.

Een vraag van geheel anderen aard is, wat bedoeld wordt met het kalf, dat in tweeën was gehouwen, waarvan gesproken wordt in Jcremia

*4 : 18 en 19.

Gemengd Nieuivs.

In de Hope lezen wij het volsrende:

t>De Koster Zaak. Deze gaat uit van de ie Ger. gem. te Huil, Ia, en is gericht tegen haren gewezen leeraar S. Koster. Het is de gemeente te doen om door de rechtbank in bezit gesteld te worden van de pastorie, waaruit Ds. Koster weigert te verhuizen.

Al aanstonds werd een petitie ingediend door Ds. Koster, of de behandeling der zaak plaats hebben mocht bui'en de county, daar hij vreesde dat hem hier geen recht zou wedervaren. De Rechter weigerde dit: het geval zou niet voor een jury, maar voor hem persoonlijk dienen, en den volgenden morgen al aanstonds voorkomen.

Dinsdagmorgen. De eerste getuige die opgeroepen werd was Ds. H. P. Schuurmans, scriba van de classis Iowa. Tevens werd van beide zijden goedgevonden, dat de notulen van de Iowa classis en der Particuliere Synode en der Algemeene Synode, alsmede de Constitutie der Reformed Church of America als bewijsstukken worden aangemerkt. Ds. Schuurmans werd ondervraagd betreffende de twee vergaderingen der Iowa classis, die van 3 en die van 17 Maart. De tweede getuige was oud. O. de Roos, wien gevraagd werd op hoeveel hij de huur der pastorie schatte; waarop hij antwoordde: van 12 tot 15 pd. st. De derde getuige was Ds. Stapelkamp, die verleden voorjaar president der voormelde vergaderingen was geweest, of hij van Ds. Koster bericht had ontvangen, dat deze zich beriep op de particuliere Synode; dit beantwoordde Ds. S. bevestigend.

Nu werd Ds. Koster opgeroepen. Hij beweerde nog steeds de predikant te zijn van de re Ger. gem. te Huil, zich beroepende op het advies der j Alg. Synode, en op grond hiervan begeert hij ach terstallig salaris van de gemeente en een goed attest van de Classis Iowa. Hij getuigde dat Oud. O. De Roos hem namens den kerkeraad traktement beloofd had tot 15 Juni. Nu werd aan Oud O. De Roos en Ds. H. P. Schuurman gevraagd of dit werkelijk zoo was; beiden getuigden van neen.

Na dit getuigenverhoor trad de heer Scott op als advocaat voor de gemeente en sprak ongeveer anderhalf uur.

Daarna begon adv. Sammis zijne rede, doch na tien minuten gesproken te hebben s'oeg de klok zes en verdaagde men tot Woensdagmorgen.

Woensdag 11 uur. De heer Sammis heeft voor zijn cliënt minstens een uur het woord gevoerd.

Vijf minuten later besliste de Rechter. Hij steunde de handeling der Iowa Classis en zette het zegel zijner goedkeuring op de losmaking."

Dit is voorzeker snel recht. In ons vaderland kan men het althans zoo vlug niet.

Bunyan's aanbeeld. Het aanbeeld waarvan John Bunyan, de beroemde schrijver van «Christenreize naar de eeuwigheid", zich bediende, is gevonden. Gelijk bekend is, oefende Bunyan het ambacht van koperslager uit. Het weegt 60 pond, draagt in ruwe letters den naam van Bunyan, zijn woonplaats en het jaartal 1647.

Japan. Hoe hoog men ook opgeve van het veldwinnen van het Christendom in Japan, toch kan niet ontkend, dat in het publieke leven het heidendom gehuldigd blijft. Schreef admiraal Togo, die den Russen zulke gevoelige slagen toebracht, niet aan zijn keizer dat de overwinning derjapansche wapenen aileen te danken was aan de geesten der afgestorven voorouders van zijne majesteit ? En toen de admiraal naar zijn land wederkeerde, is deze op echt Heidensche manier gevierd. Er was een schare van 60,000 menschen te Ugeno Part vereenigd om getuige te zijn van de oude gods¬

We lezen daar:

En Ik zal de mannen overgeven, die mijn verbond hebben overtreden, die niet bevestigd hebben de woorden des veibonds, dat zij voor mijn aangezichte gemaakt hadden, met het kalf dat zij in tweeën hadden gehouwen, en waren door zijne stukken doorgegaan : De vorsten van Juda en de vorsten van Jeruzalem, de kamerlingen, en de priesteren, en al het volk des lands, die door de stukken des kalfs zijn doorgegaan.

Iets dergelijks lezen we in Genesis 15 : 9 en 10.

En Hij zeide tot hem: Neem Mij eene driejarige vaars en eene driejarige geit, en eenen driejarigen ram, en eene tortelduif, en eene jonge duif. En hij bracht Hem alle deze, en Hij deelde ze midden door, en hij leidde elks deel tegen het andere over; maar het gevogelte deelde hij niet.

Waarbij we dan ook moeten letten op wat staat in vs. 17:

En het geschiedde, dat de zon onderging en het duister werd, en zie, daar was een rookende oven en vurige fakkel, die tusschen die stukken doorging.

Oudtijds werd bij de Israëlieten, als zij een verbond sloten, geofferd. Het dier dat men offerde — in Genesis een vaars, een geit, een ram enz.; in Jeremia een kalf — werd midden door gedeeld en de deelen zoo gelegd, dat zij die 't verbond sloten, tusschen de stukken ' door konden gaan. Dit was een zinnebeeldige daad om te beduiden, dat hij die 't verbond niet hield, zou verbroken worden gelijk het dier dat nu gedeeld was.

Nu wordt in Jeremia 34 : 13 gesproken van het verbond, dat de Heere, de God Israëls, met dat volk gemaakt had. Waartoe dat verbond hen verplichtte staat in vs. 14. Doch verder blijkt, dat de Joden dit verbond niet hadden gehouden. En nu wordt in de verzen die de vrager noemt gezegd, dat een oordeel komen zal over de grooten en de geringen, wijl zij het plechtig verbond niet hebben gehouden.

Alles wordt nog duidelijker als we lezen wat in vs. 8—12 wordt gezegd.

Daaruit blijkt, dat eerst in de benauwdheid der belegering van Jeruzalem een verbond was gemaakt, om de Hebreeën, die slaven hunner broeders waren, vrij te laten. Doch toen de belegeraars, de Chaldeeën, weer van Jeruzalem aftrokken, hield men dat verbond niet.

Nu herinnert de Heere (vs. 13) den onbarmhartigen meesters, dat Hij eens heel het volk uit de slavernij heeft opgevoerd, en kondigt zijn oordeel over de bondbrekers aan.

Met nog een vraag sluiten we. 't Is waarom in Hand. 16 : 12 de stad Philippi een „kolonie" heet. Immers men leest aldaar:

Ed van daar naar Philippi, welke is de eerste stad van dit deel van Macedonië, eene kolonie. En wij onthielden ons in die stad ettelijke dagen.

Die stad lag in Macedonië, en er was in't jaar 44 v. Chr. bij haar een groote veldslag geleverd,