afdeling zou kunnen bewerkt worden. Qaarne aanvaardt liet Hoofdbestuur de medewerking van hen, die als korrespondent m streken, waar enkele verspreide leden wonen, kontakt willen versterken of tot stand brengen.
5. Vergaderingen:
In 14 vergaderingen trad ondergetekende 'met verschillende onderwerpen als spreker op n.L te Amersfoort, Amsterdam, Dordrecht, Haarlem, Heerlen, Lutten, Maassluis, Nijverdal, Nieuwe Pekela, Rotterdam, Ridderkerk Veendam en Zeist. De laatste werd gehouden, evenals die te Dordrecht, in samenwerking met de Christeüke Besturenbond daar ter piaatse. Eveneens werd door van Ditmarsch in een vergadering te Arnhem het Uniesireven uiteengezet.
Bovendien werd een■ gekomlrneerde vergadering gehouden met de Chr. Ambtenaren, enz. te Amsterdam en 's-Gravenhage, waar eveneens de sekretaris optrad in verband me de voorgenomen intrekking van het premievrij pensioen.
6. Hoofdbestuui.
Met ingang van 1 Januari 1922 legden I'. Boer en R. de Vries hun funktie neer wegens drukke werkzaamheden. De laatste maakt aanspraak op de dank onzer leden voor de ijver en trouw, waarmee hij gedurende een zevental jaren de organisatie heeft gediend. Het Hoofdbestuur besloot, waar heit statuut een minimum aantal van 7 Hoofdbestuursleden voorschrijft en hieraan voldaan is, in deze vakatures altans voorlopig geen nieuwe verkiezing uit te schrijven. Bij de periodieke aftreding van Van Ditmarsch en Jungcurt werden beiden bij enkele kandidaatstelling herkozen. In de verdeling der funkties kwam geen wijziging.
7. Orgaan.
Met 1 Januarie werd de C. O. ter perse gelegd bij de uitgever Js. Bootsma te 's-Gravenhage. Dit bleek in elk opzicht een verbetering te zijn. De tiepografiese verzorging is veel beter dan vroeger, het formaat 'is handiger en — wat niet minder van belang is de eksploïatie brengt minder kosten mee. De redaktie streeft er steeds naar de inhoud te doen beantwoorden aan het doel dat een verenigingsorgaan moet beogen: zoveel mogelik te geven, wat van aktueel belang voor de leden geacht moet worden, terwijl het een afspiegeling is van het organisatieleven. Dat daarbij tal van vaste en losse