REGLEMENT

VAN HET ONDERSTEUNINGSFONDS DER UNIE.

Artiekel 1. Het doel van het Ondersteuningsfonds is een kas te vormen uit welker middelen rechtskundige bijstand en zo nodig geldelike steun verleend kan worden aan leden der Unie in gevallen van ongevraagd ontslag, inhouding van periodieke verhogingen, enz.

Art. 2. Ieder geval van verlening van rechtskundige bijstand of ondersteuning wordt afzonderlik beoordeeld door het Hoofdbestuur dat zijn beslissing binnen 4 dagen aan de aanvrager meedeelt.

Art. 3. Kan de betrokken onderwijzer zich niet verenigen met deze beslissing, zo blijft hem een beroep op een kommissie van 5 personen aldus samengesteld, dat 2 Unieleden worden aangewezen door het Hoofdbestuur en 2 Unieleden door de ontslagene, terwijl deze vier een vijfde kiezen, die niet noodzakelik lid der Unie behoeft te zijn.

Art. 4. Bij aanvragen om geldelike steun in geval van ontslag, wordt na uitgebracht advies door een referendum beslist of aan de aanvrage zal worden voldaan.

Voor het referendum over het al of niet toekennen van uitkering, gelden de bepalingen van Art. 15 der Statuten.

Bij staking van stemmen wordt geen hulp verleend.

Art. 5. Het Hoofdbestuur heeft het recht bij ongevraagd ontslag dadelik geldelike hulp te verleenen. Een referendum beslist of deze zal worden voortgezet.

Bij staking van stemmen houdt de ondersteuning op.

Art. 6. Om uitkering te kunnen ontvangen moet de betrokken persoon minstens 1 jaar lid van de Unie zijn, biezondere gevallen voorbehouden.

Art. 7. Alle aanvragen om hulp worden gericht tot het Hoofdbestuur.