met dien verstande dat het karakter van die scholen, zooals zij sinds jaren bestaan, ook voor de toekomst gehandhaafd en gewaarborgd blijve, en dat deze onderhandelingen binnen het tijdsverloop van één jaar, zoo mogelijk met gewenscht gevolg, moeten geeindigd zijn.

o". Het thans bij de beide kerken bestaande verband met »Ver eeniginge.n" van allerlei aard, en het daarop door de Kerkeraden aanvaarde toezicht, wordt op denzelfden voet gehandhaafd.

F. Wat betreft het verschil in regelingen van stoffelijken aard.

1°. De administratie der kerkelijke goederen te doen geschieden door eene, door den Kerkeraad te benoemen, commissie, en niet meer door eene Vereeniging ad hoe.

2'. Voor vrijwillige bijdragen der gemeenteleden tot onderhoud van den kerkedienst, buiten de gewone kerkelijke collecte (het tweede zakje) en de door den Kerkeraad te bepalen extra-collecten, als regel aantenemen de vaste inschrijvingen; doch de busseering, zooals die nu bij Kerk A. gebruikelijk is, aan te houden voor degenen die, om welke reden dan ook, vooralsnog geene vaste bijdrage voor den kerkedienst kunnen toezeggen.

3". De predikantstractementen gelijk te maken, m dien zin, dat de lagere gelijk gemaakt worden aan de hoogere.

Ten slotte zij nog het volgende opgemerkt en aan uwe overweging onderworpen.

1°. Dat uit alle deze regelingen duidelijk ijkt de afwezigheid van eenig verschil in zulke aangelegenheden die de belijdenis en de kerkorde raken, en dat zij alleen betreffen zaken waarover met eenigen goeden wil eene oplossing te vinden is, die het gedeeld kerkelijk leven doet ophouden.

2. Dat, hoewel de Kerkeraad geroepen is de gemeente, naar 'sHeeren Woord te regeeren en hij alleen de verantwoording van zijne handeingen draagt, eene aangelegenheid als deze toch niet mag beëindigd worden, zonder de gemeente er over te hooren.

De Generale Synode heeft dan ook nadrukkelijk uitgesproken, dat deze zaak niet buiten de gemeente om mocht beëindigd worden, en aanevolen dat de Kerkeraden haar vooraf met de mansleden zouden bespreken.

3°. Acht de Kerkeraad A zich verplicht om met nadruk de aandacht te vestigen op de verandering die door de voorgestelde regeling ten aanzien van de plaatsverhuring en de maandeijksche busseering aan de huizen in het financieele kunnen komen. Het bedrag van de inkomsten dat daardoor gemist wordt, wordt U voorgesteld te vergoeden door vrijwillige, doch vaste bijdragen of verhooging van de giften in e collecten. De Kerkeraad meent, om, waar hij m geestelijke dingen geroepen is de gemeente

voor te gaan en te leiden, in de behartiging van de stoffelijke belangen ook het vertrouwen en den steun der gemeente noodig te hebben, en geene geldelijke lasten aan de gemeente te' mogen opleggen, zonder hare voorkennis en

.wuuar geiegenneid te geven die te beoordeelen. Waarbij evenwel moet opgemerkt worden dat het geldelijk bezwaar, hetwelk de in eensmelting der Kerken zou kunnen vergezellen, niet uitsluitend rust op de groep thans door A aangeduid, maar evenzeer op die van B. Alles wordt dan gemeenschappelijk gedragen, wijl er dan geen A of B meer bestaat.

En ten vierde meende de Kerkeraad dat nu de tijd gekomen is om de gemeente over deze aangelegenheid te hooren. Hiervoor zal tijd en wijze eerlang worden bekend gemaakt.

Eindigende, spreekt de Kerkeraad den wensch uit, dat door allen de hooge belangrijkheid van deze zaak zal worden ingezien, en dat niet gerekend zal worden met persoonlijke begeerten of inzichten, maar met de roeping die de Gereformeerde Kerken in ons land en in deze tijden te vervullen hebben, als eene planting des Heeren, en dat de eenheid en bloei van deze Kerken in het nauwst verband staat met tal van andere belangen van meer algemeene strekking voor het gansche land, en niet het minst voor het nage°slacht, aan hetwelk het thans levende geslacht, het goede pand, dat de Heere ons heeft toevertrouwd, ongeschonden moet nalaten en overleveren.

Schenke daartoe de Drieëenige God op dit pogen zijnen zegen, tot verheerlijking van zijnen grooten en nooit volprezen naam, tot heil van zijne Kerk en tot zaligheid der zielen !

De Kerkeraad der Gereformeerde Kerk te Amsterdam B,

Uit zijnen naam:

F. L. RUTGERS, Pr a es es.

P. VAN SON, Scriba.

De Kerkeraad der Gereformeerde Kerk te Amsterdam B, verwijzende naar de hierboven geplaatste mededeeling aan de Leden der gemeente, noodigt de mansleden, die met betrekking tot den inhoud van die mededeeling eenig bezwaar of eenige vraag mochten hebben, bij dezen uit,"zoodanig bezwaar of zoodanige vraag schriftelijk bij den Kerkeraad te willen indienen (adres den Heer P. GOEDHUYS, Plantage Middellaan 64), vóór Zaterdag 5 September e. k. Indien daarna eene samenkomst met mansleden wenschelijk mocht blijken, zal tijd en plaats daarvoor nader worden bekend gemaakt.

De Kerkeraad voornoemd,

TJit zijnen naam,

F. L. RUTGERS, Praeses.

P. VAN SON, Scriba.