geringere oplosbaarheid, terwijl ook de oplossingssnelheid kleiner is. Het evenwicht stelt zich dus langzaam in. Bovendien bleek de evenwichtsinstelling afhankelijk van de wijze van werken en van de hoeveelheid toegevoegd thymochinhydron te zijn. De bezwaren werden tenslotte opgeheven door het thymochinhydron toe te voegen, opgelost ineen daartoe geschikt oplosmiddel. Een bruikbaar oplosmiddel bleek dioxaan te zijn. Het is echter niet uitgesloten, dat er ook andere geschikte oplosmiddelen te vinden zijn. Dioxaan zelf bleek geen invloed te hebben op de gemeten potentiaalsprong, zooals uit de volgende tabel blijkt, waarbij de pH gemeten werd met chinhydron, toegevoegd in vasten vorm en opgelost in dioxaan. TABEL i. pH van bufferoplossingen gemeten met chinhydron, dat werd toegevoegd. in vasten vorm in oplossing; van dioxaan pH pH 3- 3-37 4.08 4.10 4- 4-95 5.83 5.84 De metingen met thymochinhydron werden tenslotte als volgt uitgevoerd: 1 gram thymochinhydron werd opgelost in 15 cc dioxaan en in een druppelfleschje bewaard. Het volume van één druppel bleek gemiddeld 0.02 cc te zijn. Aan 5 cc der te onderzoeken vloeistof werden toegevoegd 10 druppels, d.i. 0.2 cc der oplossing van thymochin.hydron in dioxaan. Op de bekende wijze werd hierin een blanke platinadraad als elektrode gebracht, terwijl als normaalelektrode steeds een verzadigde calomel-elektrode werd gebruikt. Gemeten werd met den ionometer van Lautenschlager, waarop direct millivolts konden worden afgelezen. Ofschoon het bleek, dat de temperatuurscoëfficient van de thymochinhydron-elektrode verwaarloosbaar klein is, werden de metingen gedaan bijllo80 C. Vaneen reeks ammonia-ammoniumchloride buffers (0.2 normaal) werd de pH met de waterstofelektrode bepaald en met de thymochinhydronelektrode. Uit de met de thymochinhydron experimenteel verkregen cijfers werd met de methode der kleinste kwadraten de volgende formule uitgerekend; TT 359 n verz. pH = 57-7 waarin n verz. voorstelt de e.m.k. van het element bij gebruik van de verzadigde calomel-elektrode gemeten in millivolts. De formule geldt voorllo80 Celsius. Uit de formule volgt, dat verz. =0 de pH=6.22 is; boven pH=6.22 is de thymochinhydron-elektrode negatief en moet dus de gemeten e.m.k. bij 359 millivolt opgeteld worden; beneden pH=6.22 is de thymochinhydron-elektrode positief en moet de gemeten e.m.k. van 359 millivolt afgetrokken worden. Tabel 2 geeft de resultaten verkregen met de ammonia-ammoniumchloride buffers.

744