meel. Voor dat doel, d.w.z. menging, zijnde vlokken als zoodanig echter minder geschikt vanwege hun laag volumegewicht. im1 vlokken weegt n.l. slechts plm. 130 kg, 1 nT gerst 400—500 kg. Het aardappelproduct moet daarom verdicht worden en dat bereikt men door de droge vlokken tot gries fijn te wrijven. Het aldus verkregen poeder of gries weegt dan plm. 400 kg per m'. Fabriekmatige conserveering van aardappels inden vorm van vlokkengries brengt echter niet onaanzienlijke kosten met zich mede. In het rapport der Commissie Droesen worden bij de prijsverhoudingen van 1936 de kosten van het verwerken van 100 kg aardappels met een gemiddeld zetmeelgehalte van 16 % op 42 ct. becijferd. De productiekosten van 100 kg vlokken komen dan op 4 X 42 + 6 = ƒ 1.74 (6 ct. voor het vervoer der verpoederde vlokken). Wel drukt op deze kostenberekening in sterke mate, m.i. zelfs in te sterke mate, het crisiskarakter wat in dat rapport aan de vlokkenindustrie wordt opgelegd en waardoor voor de afschrijving der fabrieksgebouwen en -installaties slechts een zeer korte periode, n.l. van 5 jaar, aangenomen wordt. (N.B. Een compleet geïnstalleerde fabriek kost plm. ƒ 350.000. Zij kan per dag 250 ton aardappels verwerken en is plm. 150 dagen per jaar in exploitatie. Afschrijving in 5 jaar beteekent alléén voor afschrijving reeds een belasting van plm. 19 ct. per 100 kg te verwerken aardappels). De vrij hooge verwerkingskosten doen de rentabiliteit der aardappelteelt nog weer verder afzakken. Wil men berekenen, welken prijs de aardappels geleverd aan de fabriek zouden kunnen opbrengen, dan zou men uitgaande van : 100 kg maïsmeel = 100 kg vlokkengries -f- 4.3 kg vischmeel, van den binnenlandschen maïsmeelprijs af maalderij moeten aftrekken: ie. de productiekosten van 100 kg vlokkengries (October 1936 ƒ 1.74); 2e. de monopoliewinst op maïs, die de Regeering zal derven bij een vermindering van den maïsimport (momenteel ƒ 1.50) en 3e. den prijs van 4.3 kg vischmeel. Toegepast op de prijzen van het maïsmeel in October 1936 zouden de aardappels dan 64 ct. per 100 kg af boerderij kunnen opbrengen, toegepast op de prijzen van dit oogenblik, plm. 97 ct. (waarvan dan nog plm. 10 ct. voor het vervoer der aardappels naar de fabriek dient te worden afgetrokken). Een eenigszins moeilijk punt bij de vestiging vaneen aardappelvlokkenfabriek is het verkrijgen van voldoenden aanvoer van aardappels, ook in jaren met minder goede oogsten. Een belangrijk nevenvoordeel in dezen tijd van heerschende werkloosheid is echter gelegen inde uitbreiding van de arbeidsgelegenheid ten plattelande (vooreerst bij den bouw der fabrieken en verder vooral door de tewerkstelling van arbeiders bij het vervoer, fabricage enz.; de Commissie Droesen rekent op tewerkstelling van plm. 250 arbeiders per fabriek). Indien bij een geraamde productie van gemengd pluimveevoeder van 150.000 ton hierin 15 % van de maïs door vlokkengries kon vervangen worden en bij een zoodanige van 200.000 ton gemengd varkensvoer 25 %, dan zouden, waar door één fabriek per jaar plm. 9000 ton vlokkengries gefabriceerd kan worden, acht fabrieken gesticht kunnen worden. Zooals misschien bekend, is de fabricage van aardappel vlokken –

1040