DE CONTROLE VAN HANDELS "ZAAIZADEN.

slechts, den door hen op de prijs-courant vermelden prijs van het een of ander zaad met 100 te vermenigvuldigen en de uitkomst door het cijfer der gebruikswaarde te deelen. Het volgende voorbeeld zal dit nader aantoonen. Gesteld een handelaar biedt klaverzaad aan met 98 pCt. zuiverheid, 88 pCt. kierakracht en dus 84 pCt gebruikswaarde voor 80 cents het kilogram. Dan kost bij hem het kgr. zuivere waar 8t) X 100 _gg cents- Maakt men deze berekening met de cijfers 84 door verschillende handelaren opgegeven, zooals dit o, a. door Prof. Majmr geschied en medegedeeld is in het artikel: „De prijscouranten der garandeerende zaadhandelaars in Nederland”, voorkomende in het Maandblad voor den Nederl. Landi. n°. 4 van dit jaar, dan zal men meer of minder groote verschillen ontdekken en zal het blijken, dat de prijs van het kilogram zuivere waar naar evenredigheid aanmerkelijk sterker toeneemt, dan het cijfer der gebruikswaarde daalt. Om hiervan een enkel voorbeeld op te noemen; Bij een gemiddelde marktprijs van 100 gulden de 100 kgr. roode klaverzaad, moet men 143 gulden voor de houderd kgr. zuivere waar betalen als de gebruikswaarde slechts 70 pCt bedraagt; daarentegen niet meer dan 125 gulden (dus 18 gulden minder) bij eene gebruikswaarde van 80 pCt. Daalt deze laatste tot b. v. 50 of 40 pCt. dan worden de bedoelde prijzen zelfs 200 en 250 gulden. Men ziet hieruit dat landbouwers, die veel zaad behoeven of eene vereeniging, die voor gemeenschappelijke rekening aankqopen doet, dikwijls zonder moeite eene niet-onaanzienlijke som besparen kunnen, door die aankoopen te doen volgens de prijs van het kgr. (of de 100 kgr.) zuivere waar, zooals die door de beschreven berekening aangetoond wordt. Dat bij berekening der gebruikswaarde de beide factoren zuiverheid en Kernkracht in gelijke wijze in rekening worden gebracht is in zooverre onnauwkeurig, dat eene onvoldoende zuiverheid meestal nadeeliger is dan eene geringe Kernkracht. De eerste bestaat toch grootendeels uit onkruidzaden en het spreekt van zelf, dat deze meer schade veroorzaken dan niet-ontkiemde korrels. Zaad van roode klaver uit twee partijen, waarvan de eene 98 pCt. zuiverheid bij 86,3 pCt. kierakracht —• en de andere slechts 95 pCt. zuiverheid, maar 89 pCt. Kernkracht bezit, heeft, bij becijfering, dezelfde gebruikswaarde, beide nl. 84,5 pCt. Van het eerste zullen in eene bepaalde hoeveelheid wel evenveel klaverzaden ontkiemen, doch tegelijkertijd meer onkruidplanten op den akker te voorschijn komen, daar toch bij dit zaad 3 pCt. van het gewicht meer uit onkruidzaden bestaat, of bij eene hoeveelheid zaaizaad van 30 kgr. op de hektare 0,6 kgr. onkruidzaden meer dan men bij het uitzaaien van het andere zaad zou verkrijgen. Men kan daarom gerust aannemen, dat het zaad met slechts 95 pCt. zuiverheid in werkelijkheid een paar procenten minder gebruikswaarde bezit dan het andere, hoewel dit bij becijfering niet blijkt. De Directeur van het Proefstation te Wageningen heeft dit bezwaar zeer goed ingezien, maar hij vond geen vrijheid om nog een anderen factor, waarvan de grootte bovendien vrij willekeurig genomen zou moeten worden, mede in rekening te brengen, in afwijking van hetgeen inde Duitsche Proefstations naar het voorbeeld van dat te ïharand geschiedt. Alleszins verdient daarom de raad van. den genoemden g**

97