PHOSPHORZUUR IN DE UITWERPSELEN VAN HET RUNDVEE.

phosphorzuur inde urine af, van de hoeveelheid kalk die in het voedsel aanwezig is. Voor eenige maanden werd er door de Belgische academie een opstel van M. Chevron gepubliceerd, waarin deze de door Liebig, Wolff en Lehrnann opgegeven feiten bevestigde. Chevron toonde inde urine van koeien, gevoed met beetwortelen, lijnkoeken, zemelen en stroo tot 3.68 gram phosphorzuur per liter aan. Door het lezen van deze laatste onderzoekingen werd onze aandacht gevestigd op de urine van het vee, gevoed met den afval der stokerijen. Deze afval wordt te Hasselt gewoonlijk aan het vee gegeven met andere geraakkelijk te verteren voederstoffen en zeer weinig hooi of stroo. Het voorkomen van phosphorzuur inde urine waste voorzien, daar de afval der stokerijen gemakkelijk te verteren is, en alle minerale stoffen bevat der aan phosphorzuur rijke granen. Wij hebben verscheidene malen het phosphorzuur kunnen bepalen in het water van ossen, verzameld in verschillende stallen, waar het vee op verschillende wijze gevoed werd; steeds werd door ons phosphorzuur gevonden. Wij geven hier de uitkomst van ons onderzoek op; 1) urine van vijf ossen, welke gemest werden met 50 tot 60 liter maïsspoeling, 3.5 kilogram hooi en 1.5 kilogr. maïsmeel ieder dagelijks I IX 111 IV V 1 gram watervrij phosphorzuur 1.037 1.037 0.964 0.939 1.130 J per liter. 3) urine van drie ossen die gemest werden met maïsspoeling, pulp, en 3 tot 3 kilogr. hooi ieder dagelijks 0 019 1.034 0 971 } gram watervrÖ phosphorzuur per liter. 3) urine van twee ossen, die gemest werden met 50 tot 60 liter maïsspoeling, Va kilogr. kokosmeel, {h kilogr. maïsmeel, l!% kilogr. gersthaksel en stroo ieder dagelijks 0 585 } Sram watervrij phosphorzuur. Nadat wij deze proeven genomen hadden, hebben wij een volledig onderzoek gedaan naar de bestanddeelen van de urine van ossen, gevoed met den afval der graanstokerijen, ten einde te zien of de samenstelling verschilde van die, welke opgegeven wordt door Wolff, als zijnde de gemiddelde samenstelling der urine van het hoornvee bij hun normale voeding, dat wil zeggen bij de voeding met gras, hooi of stroo. Wij geven hier aan het onderzoek der monsters n°. IV en n°. V boven vermeld en (A) de gemiddelde cijfers berekend uit IV en V ter vergelijking met (B) de cijfers opgegeven door Wolff. 1000 deelen urine bevatten: N°. IV N». V A B Organische stoffen . . . 41.32 30.00 32.16 85.0 Minerale stoffen .... 4.47 4.79 4.63 27.4 Vaste stoffen 48.79 24.79 36.79 63.4

118