COÖPERATIEVE VEREENIGINGEN.
ging in Hessen voor het aankoopen van verschillende benoodigdhedenbehalve eene groote hoeveelheid handelsmeststofïen, steenkolen, zaaizaden en verscheidene voedermiddelen inden herfst en den winter 1880/81 600 000 Kgr. rijstmeel aangekocht en op 29 Maart jl. op nieuw de levering van minstens 480 000 Kgr. aanbesteed zijn. De prijs voor de zeer goede waar bedroeg f 3.25 de 100 Kgr., terwijl men elders o. a. in Eijnpruissen, voor dezelfde kwaliteit f 3.90 betalen moet. Hieruit volgt, dat de genoemde vereeniging (die ongeveer 6000 leden telt) ruim ƒ 7000 bespaard heeft, welke som meer zou moeten betaald zijn, wanneer ieder lid afzonderlijk het rijstmeel gekocht had! Het mag hier niet onopgemerkt blijven, dat er wellicht geen voedermiddel inden handel voorkomt, waarvan de kwaliteit zoo veel verschilt als die van het rijstmeel. Ook schadelijke bijmengsels, zooals gips eu zwaarspaat, zijn er meermalen in aangetrolfen. Voorzichtigheid is hier dus dubbel raadzaam. Wellicht is nergens de geest van vereenigen tot gezamenlijken aankoop van meststoffen, handelszaaizaden en voedermiddelen zoo sterk ontwikkeld en levert zij zulke goede uitkomsten dan inde Afd. Göttingen van de Landbouw-vereeniging in Hannover. Het navolgende, aan vertrouwbare berichten ontleend, verdient hier wel ter aanvulling van het bovenstaande vermelding. In 1877 werden aldaar 4 verbruiks-vereenigingen in het leven geroepen, nl. Göttingen, Dransfeld, Sudharz en Echte, waarvan het gezamenlijk ledental, met den aanvang van 1881 het cijfer van 130 bereikte, in 48 gemeenten verspreid. De organisatie van deze verbruiksvereenigingen is inde hoofdzaken als volgt: leder der vier hoofdvereenigingen is als rechtspersoon erkend en bestaat uiteen aantal lokale onderafdeelingen (gemeenten), op hare beurt zijnde 4 hoofdvereenigingen weder onderling verbonden; hare besturen vormen gezamenlijk eene commissie van toezicht, en de leden bezitten allen gelijke rechten en verplichtingen. ledere vereeniging kiest vier afgevaardigden, die alle gemeenschappelijke belangen bespreken en die tevens eene commissie voor het aankoopen der benoodigde waren benoemen. Deze laatste commissie heeft dus de gewichtigste werkzaamheden te vervullen. Van 1877 tot en mot 1880 zijn voor gezamenlijke rekening aangekocht bijna 1 245 000 kgr. meststoffen 1 130 000 kgr. zaaizaden en 55 000 kgr. voedermiddelen, voor eene waarde van f 181 200 of gemiddeld f43 300 ’sjaars. Alleen ten gevolge van contante betaling is door de leden f 2670 verdiend, terwijl bovendien inde algemeene kas bijna f 900 gevloeid is. Deze cijfers zeggen meer dan het uitvoerigste betoog, terwijl het voordeel dat de leden verkregen, ten gevolge van goede kwaliteit der waren, zeker dooreen nog aanmerkelijk hooger cijfer zou moeten voorgesteld worden. Van de lange reeks cijfers, o. a. van prijzen die inde genoemde jaren voor de verschillende waren werden besteed (ook voor het kgr. stikstof en phosphorzuur inde meststoffen enz.) deelen wij, om niet te uitvoerig te worden alleen mede, dat tusschen de hoogste en laagste aanbiedingen der leveranciers van de gekochte waren, gemiddeld per jaar een verschil van f 3600 bestond, welk bedrag voor een groot gedeelte mede als wünst, door de leden behaald, kan beschouwd worden.
143