TABEL ENZ. DER VOORNAAMSTE KULTUURGEWASSEN

Gemidd. Gewicht. Gemidd. waarde in percenten, NAMEN DER ZADEN. I . I „ | .-g S » 08, i.« -g a •§ -g % "3 £ aS || -3 §S -3 * r-t ri N Knolzaad, (Brassica rapa rapifera) .... 73 233 99 83 83 Koolzaad, ( » oleifera). ... 70 496 99,4 91 90^5 Larix, (Larix europaea) 49 527 17,8 Lucerne, gewone, (Medicago sativa). ■ ■ ■ 75,8 302 98,4 81,3 81 zand-, ( » media).... 68 306 97 69 56 Lupine, (Lupinus Intens) 80 18 268 98,8 65 64 Lijnzaad, (Linim usitatissimum) 68 435 98 83 81,4 Maïs, dea Mops) 70 38 269 98,5 70 69 Mangelwortel en Suikerbiet, (Bèta vulgaris) . 333 600 107 (59) ) Paardenboon, (Vicia faba) 78 67 600 90,5 92 83,3 Papaver, (Papaver somniferum) 60 48 99 7 63 bi,S Pastinaak, (Pastinaca sativa) ■— 81° 95 17 Kogge, Winter(Secale cereale) 73 3 383 98,3 89 88 Serradella, (■Ornithopus sativus) | 46,5 318 i 96,9 60 58 Sorghum, (Sorghum saccharatim) 62 2 346 99,7 73 73,8 Spurrie, (Spergnla arvensis) ...... 53 104 97.5 85 83 Suikerbieten (Zie Mangelwortels) ■ ~ ~ ~ Tarwe, Winter-, (Triticum vidgare) .... 75 3 757 98,4 9o 94 Uien, (Allium cepa) ~~ 3\,T~ Wikke, (Vicia sativa) • 76 5 717 98,5 97 96 Wortelen, (Vanms carota) 117 86,7 59 51,3 *) Inden laatsten tijd (najaar 1883) zijn in het Proefstation te Wageningen een lOtal monsters zaad van Suikerbieten onderzocht, die voor dit jaar een aanmerkelijk hooger cijfer van Kiemkracht doen verwachten. Daarbij werd n.l. gemiddeld gevonden 136 (en 68) pCt Het hoogste waren 171 (en 81), het laagste 100 (en 56) pCt. Een beroemd Fransch kweeker van Suikerbieten voor zandwinning beweert echter, dat goed zaad van dit gewas 130—200 (en 80) percent Kiemkracht moet bezitten. Zooals meer uitvoerig op blz. 129 van jaarg. 1879 van dit Maandblad en op blz. 15 van bovengen handboekje is vermeld, duidt het tusschen twee () geplaatste cijfer, het aantal aan der ontkiemde vruchtkorrels, het «zaad” van den handel, (w'aarvan iedere korrel, zooals men weet 3 tot 6en nog meer ware zaden bevat en dus evenveel plantjes kan voortbrengen). Het andere cijfer op de lijst 107 is het aantal kiemen of plantjes dat uit 100 vruchtkorrels (wie weet er een goed Nederlandsch woord voor het Duitsche »Knauel”?) moet ontstaan. Het eerstgenoemde, tusschen () geplaatste cijfer is van het meest praktische belang. Inde Verslagen van het Proefstation van verrichte kiemproeven met Mangelwortel- en Suikerbietanzaad, wordt dan ook alleen dit kiemkrachtcijfer vermeld, tenzij de inzender ook het percentcijfer der kiemen wenscht te weten. Bovendien komt in die Verslagen een opgaaf voor van het aantal kiemen, dat van 1 gram »zaad” zooals het verkocht wordt, in het onderzochte monster verkregen zijn. Dit laatste cijfer kan mede dienen ter berekening van de voor 1 ha benoodigde hoeveelheid zaaizaad; het bedroeg bij de laatste 30 onderzochte monsters 34—68; d.i. 1 gram van het zaad kon 24—68 plantjes voortbrengen. Kekent men 15 kgr. zaaizaad op de ha., dan zou dus van deze 15 kgr. in het eerste geval 360 000 en in het tweede 1 200 000 plantjes ontstaan kunnen. 3) Van uienzaad is nog slechts een klein aantal monsters in het Proefstation onderzocht. v'

15