kweekers in Zuid-Prankrijk werd berokkend. Hoewel niet zoo hevig als thans het geval was, komt echter vorst iederen winter aan de Noordelijke Middellandsche Zeekust voor. Men schijnt niet de minste voorzorgsmaatregelen te nemen tegen iets dat jaarlijks in meerdere ot mindere mate terugkeert. Yorstvrij is alléén de Oostkust (Palestina) en Midden-Egypte Avant in Noordelijk Egypte worden ’s winters dikwijls nachtvorsten Avaargeuomen, terwijl inde provincie Algiers dikwijls vorst en sneeuw heerschen , al is het dan ook van korten duur. Tengevolge van het zachte weder der laatste dagen waren op al dan. reeds in bloei: Primula officinalis en het Nieskruid (Helleborus viridis), terwijl do bloemtakjes van den hazelnoot (Corylus avellana) reeds hun stuifmeel laten vallen. Het sneeuwklokje (Galanthus nivalis) vertoont reeds zijn bloem en de kamperfoelie (Lonicera caprifohum) maakt reeds bladeren. Het plantenleven is dus reeds ontwaakt. Het ontbreken van sneeiiAV gaf geen winterlandschap te zien ; slechts enkele dagen kon het ijs' in slooten en vaarten worden bereden. T „ Zonder twijfel hebben wij dus in het voorjaar aanhoudende N. en JN.-U. winden te wachten ; tot nog toe Avaren die winden in dezen winter slechts voorbijgaande. De voorjaarsvorsten vernietigen véél meer dan de AVintervorst ooit heeft vernield en toch hebben wij dien noodlottigen weerstoestand ieder jaar in meerdere of mindere mate. Zonder twijfel_ zou de vruohtenoogst enorm veel grooter zijn, wanneer de boomen niet bijna regelmatig , voor het grootste gedeelte , inden bloeitijd hetzij door vore of door storm zoo enorm veel te lijden hadden. Een wonder mag het Avordcn genoemd , dat, desniettegenstaande , enkele malen nog een tlinke Avordt verkregen. Men moet zéér ver zuidelijk gaan om deze schadelijke werking van het klimaat niet meer te_ kunnen waarnemen , zéér zeker tot aan de kusten der Middellandsche Zee. M. BUIJSMAN. Middelburg. (Kwam te laat in ons bezit om te worden opgenomen in

168