buitengewone verwaarloozing , hem ten ondergang brengt. Dit is de zgn. pies-pies, een schildluis, misschien wel verschillende soorten daarvan. Maar het middel of de middelen daartegen zijn bekend, en de ziekte kan met betrekkelijk geringe kosten , maar veel nauwlettend toezicht, met goed gevolg worden bestreden. Ook de Yeeteelt is voor Curagao van niet geringe beteekenis, al staat zij nog op een lagen trap. Volgens het koloniaal verslag was de grootte van don veestapel inde jaren 1900 t/in 1908 ; 1900 1901 1902 1903 Paarden 375 320 300 271 Ezels 2,702 2,949 2,513 2,010 Muildieren .... 167 190 177 124 Runderen .... 2,034 1,913 1,964 1,513 Geiten 41,251 31,186 33,001 24,054 Schapen 20,561 14,360 14,990 13,462 Varkens 1,588 1,116 1,232 839 Deze getallen kunnen geen aanspraak maken op groote nauwkeurigheid. Het zijn geschatte cijfers. Die van paarden, muildieren en runderen zullen wel niet te ver van de waarheid zijn, daar deze dieren zoo goed als uitsluitend het eigendom van blanken en de eigenaars wel bijna allen den districtmeester persoonlijk bekend zijn. Daarentegen zijnde overige getallen het product eener noodzakelijk zeer ruwe schatting en waarschijnlijk te laag genomen. Toch geven ze ons eenigszins een beeld. De paarden zijn voor verreweg ’t grootste gedeelte rijtuig- en rijpaarden. Voor de uitoefening van den landbouw worden zij zoo goed als in ’t geheel niet, en voor ’t vervoer van lasten slechts zeer weinig gebruikt. Fokkerij als bedrijfstak bestaat niet, en de meeste paarden worden ingevoerd van Venezuela en van Bonaire, waar zoowel paarden- als ezelfokkerij op vrij uitgebreide schaal wmrdt gedreven. Ook de fokkerij van muilezels heeft weinig te beteekeuen. In hoeverre paarden- en muilezelfokkerij inde toekomst van belang kunnen worden, zal blijken als later een meer ontwikkelde landbouw eene grootere behoefte aan deze dieren doet ontstaan. De getallen toonen , dat ezels reeds heel wat meer worden gehouden. Negers zoowel als blanken bezitten ze. Sommige negers hebben van 7 tot misschien 10 stuks dezer dieren , welke zij aan armere rasgenooten verhuren , als dezen houtskool of mest naar de stad hebben te vervoeren. Dat zulk eene kudde een vrij aanzienlijk kapitaal vertegenwoordigt voor een armen neger, kan men zich denken , wanneer men weet, dat menige goede ezel wordt betaald met fSO , ja fBO , al kan men er ook koopen voor f 10 en f 15 , zelfs in slechte tijden voor nog minder. Het is jammer , dat dit wegens zijne genoegzaamheid voor deze eilanden uiterst geschikt dier zoo weinig wordt op prijs gesteld. Aan een juiste keuze der fokdieren wordt niet gedaan , ten minste slechts zelden, de beesten worden veel te jong gebruikt en , eenmaal in gebruik genomen , vaak mishandeld. Niet zelden ziet men een zwaren neger, met

411