BOEKAANKONDIGING.

varkensvleesch goed kookt; het eten van rauw of onvoldoend gekookt rund- of varkensvleesch is evenzeer de oorzaak van de vestiging van lintwormen inden darm van deu mensch; onvoldoend gereinigde handen en nagels kunnen de oorzaak zijn vaneen sterke vermeerdering van de aarsmaden, die deu endeldarm der kinderen bewonen; het is zeer af te raden, zich door honden te laten likken, omdat men aldus kans loopt, blaaswormen inde lever, de longen of andere organen te krijgen, welke parasieten soms ondragelijke pijnen en ten slotte den dood kunnen veroorzaken”. Trouwens reeds het doorbladeren van de 260 compres gedrukte bladzijden, waaruit het boek bestaat en het beschouwen der 100 duidelijke, en op het gladde papier keurig uitkomende houtsneefiguren, geeft een denkbeeld van het boven aangeduide gevaar van besmetting. En bij aandachtige lezing van het boek duizelt de leek bjjna van het heirleger, deels uitwendig op-maar meerendeels inwendig in mensch en dier levende, dikwijls microscopisch kleine, maar soms bij honderden bijeen levende ongenoodigde gasten, die, zijn zij eenmaal aanwezig, dikwijls niet dan met groote moeite verwijderd worden, wanneer dit ten minste nog mogelijk is, terwijl de „gastheer” (hospes, luidt de offlcieele benaming) ervreeselijk onder lijden kan. Is het in veel gevallen uitsluitend de taak van den geneesheer of, bij de dieren van den veearts, om bij eventueel door parasieten veroorzaakte ziekten, geneeskundige hulp te verschaffen, het voorkomen ervan ligt onder het bereik ook van den leek. Maar men dient daartoe op de hoogte te zijn van de wijze van leven, van voortplanting (zeer vele dierlijke parasieten leven in verschillende gedaanten in verschillende dieren, zoodat zelfs dierkundigen vroeger meenden, in zulk een geval met verschillende soorten te doen te hebben (1) ) enz. en dit is eender redenen er zijn er echter meer waarom het boek van Dr. R. B. belangrijke diensten kan bewijzen. Tot geruststelling van velen diene, dat de schrijver „daar hij voor leeken on niet voor dierkundigen schreef, van de ontleedkundige kenmerken der behandelde parasieten slechts het hoognoodige heeft verteld”. Zooveel te uitvoeriger zijn door hem de leefwijze en andere bijzonderheden besproken, omdat de juiste kennis hiervan onmisbaar is, om het ontstaan der parasitaire ziekten te bestrijden. (Zie ’t voorbericht.) Zonder in dit geval noodelooze geleerdheid dus, levert het boek niet alleen eene zeer leerzame lektuur, maar die tevens, door de wijze waarop het geschreven werd en zooals wij die van Dr. R. B. gewoon zijn tevens zeer onderhoudend is. Want al moet men bij de lezing nu en dan onwillekeurig griezelen bij de voor(1) Zoo ontstaat (zie blz. 57 van het hoek) uit den blaasworm Cysticercus cellnlosae van ’t varken, de lintworm Taenia solimn van den mensch; uit den blaasworm Cysticercus e Taenia saginata van ’t rund; de lintworm Taenia saginata van den mensch; uit den blaasworm Cysticercus tennicollis van ’t varken en van ’trund: de lintworm Taenia marginata van den hond; uit den blaasworm der muizenlever (Cysticercus fasciolaris): de lintworm Taenia crassicollis van do kat ; uit den blaasworm der schapenhersenen (Coenurus cerehralis): de lintworm Taenia coenurus van den schepershond; uit deu EcMnococcus blaasworm van mensch, rund, varken enz de lintworm Taenia Echinococcus van den hond enz enz (Men bedenke hierbij, dat blaasworm en lintworm uitwendig niet minder van elkander verschillen dan h.v. rups en vlinder. Red.)

157