MAANDBLAD

VOOR DEN NEDERLANDSCHEN LANDBOUWER, ONDER REDACTIE VAN F. J. VAN PESCH, R. W. BOER en H. BOSKER. (Adres der Bedaotie aan eerstgenoemde te Wageningen.) Advertentim aan den Uitgever VV. E. J. Tjbenk Willink te Zwolle. 1890. N°. 7. MEDEDEELINGEN YAN DE RIJKSLANDBOUWPROEFSTATIONS. I. Resultaten der Openbare Controle van Meststoffen, uitgeoefend door de Rijksproefstations (1890). Ingediend werden in het tijdperk van 16 Mei 1889 tot 1 Juni 1890 229 monsters meststoffen, tegenover 186 monsters in het vorige jaar en 145 voor 2 jaren. Hierbij waren: 1. Chilisalpeter jg 2. Zwavelzure Ammoniak 3. Thomasphosphaatmeel 4. Superphosphaat .92 5. Kali meststoffen .21 6. Opgeloste (Peru)-Guano 8 7- Beendermeel 4 8. Stikstof houdende Superphosphaten 31 9. Andere meststoffen, meestal met 3 gegarandeerde bestanddeelen. 21 Samen . . . 229. Van de 11 handelaren, die dit jaar onder controle stonden, hebben ditmaal 9 aan de inzendingen van deze monsters deelgenomen. Bij de controle van de genoemde meststoffen zijn in het geheel de navolgende afzonderlijke kwantitatieve bepalingen gedaan: Bepaling van Stikstof " " Phosphorzuur, oplosbaar in water 142 " " " w " zuren 43 " " Kali. . . .42 " " Fijnheidsgraad iu Tdomasphosphaatmeel .... 38 Totaal . . . 335. Van deze 335 kwantitatieve bepalingen toonden (de geoorloofde speling van elk gegarandeerd bestanddeel in aanmerking genomen) 28 een te laag gehalte aan. Dus ± 8 procent ongunstige resultaten. Dit cijfer was in het vorige jaar voor Wageningen alleen ruim 7 procent en nog een jaar vroeger 8 procent. Bij 104 van de 229 monsters werd opgegeven de gewichtshoeveelheid der partijen, waarvan zij afkomstig waren. Daaruit blijkt, dat reeds door die 104 monsters de hoeveelheid van 1 064 780 KG. hulpmeststoffen vertegenwoordigd is. Ter voldoening aan alinea 2 van art. 2 onzer Algemeene Bepalingen, Maandblad. 7