26 Sept. 1935. 4e jaargang.
LANDBOUW EN MAATSCHAPPIJ
No. 9. Tweede Blad.
Begroeting Land bou w-crisisf ond s 1935
Memorie van Antwoord aan de Ëerste Kamer.
Eindelijk dan verschenen! Hot heeft lang geduurd, maar nu draagt de memorie de onderleekening van onzen nieuwen landbouw-minisier. Het staatsstuk geeft ons dus oen kijk op de wijze, waarop onze nieuwe Minister de landbouw-crisls-poiiliek zal voeren. Voor ’tge- van onze lezers zullen we sommige woorden en uitdrukkingen spatieeren. De Minister begint dan met te erkennen, »dat de steun aan den landbouw noodzakelijk is in het belang van ons geheele volk”. En dan ook kan hij zich aansluiten bij de opmerking, „dat, ondanks de talrijke reeds genomen maatregelen, de toestand inde veehouderij ®n den tuinbouw nog zeker niet is, zooals ook hi) deze gaarne zou willen zien. De verzekefrmg moge hieraan worden toegevoegd, dat 2i|n streven er bij voortduring op gericht zal z*jn om, wanneer de middelen dit foei at en, den toestand Inde melkveehouderij en don tuinbouw eveneens te verbeteren.” Het zijn juist die „middelen”, waarop het aankomt, Land b. en M ij. w ijs t den weg öJ_artoe aan! En dan verder: „Inderdaad acht de regeering in bepaalde gevallen aanpassing aan het peil van de jaren 1913 en 1914 gewenscht. Intusschen is de vermoedelijke economische toestand van de toekomst bijna onzekerder dan ooit; daarom moet eenige voorzichtigheid worden betracht met de conclusie, dat, nu de prijzen van de land- en tuinbouwprodueten lager zijn dan die inde jaren 1913 i- , ’ ook alle andere prijzen en de loonen nesast zonden moeten dalen tot het peil van oeze japen.” Het wil ons voorkomen, dat we hier Zijn aangeland bij de quintessense, waarom het gaat. Wij willen een belooning voor ons werk, die in redelijke verhouding Btaat tot de belooning der diénsten in andere bedrijfstakken. Ons wordt in uitzicht gesteld een prijs voor onze producten, die gelijk Is aan den vóóroorlogschen Pr;js als maximum. Hoe kunnen we daarmee genoegen nemen niet alleen, maar °e kan op deze manier een vlotte ruil van goederen plaats hebben, als in andere edrijfstakken de belooning daar zoo ver hoven blijft? We spraken er nog niet van, dat we na 6 crisisjaren dezen prijs nog hooit hebben bereikt en dat er ook geen hedeiijk uitzicht is, dat we die, onder het huidige systeem, binnen afzienbaren tijd Zullen krijgen. Men vergelijke hierbij maar even de belooning volgens de bestekken van het Werkfonds 1933, waarvan in ons vorige nummer als van „sociale ongerechtigheden werd gerept. i;nister aanvaardt het principe, „dat het nabouwcrLsislor.ds zichzelf moet bedruipen ,a\ dus de kosten van den steun aan de m ntUCerUen wor<ten verhaald op de consucmt en’ di® an<ters ten koste van de product ?**** profiteer en.” Het lijkt ons, dat tuin ?®lnse' S®en toepassing vindt bij onze geven °,u WP r°du c t en. Z.E. „kan niet toevan n *let tot nu toe gevolgde systeem gewerkt” Ctiere®a'in® niet >uist zou ebl>Bn jaren raSh°ntl de sPrelter stU! Zes volle crisis-Vmt dP'Vef dan ruS en dan nog alles misère voeedn ‘°A s*a \ Op da wellicht ons toege-We riat Vraa": 11 – zon het zijn geweest, als Wcdecvt-11161 hadden gedaan? stellen wede Smid’s f8; hoe Z0’J het zijn geweest, als volgd? ■ SlCern van den beginne ware gede erkent, „dat inden laatsten tijd Eln<* top. actie een vrij aanmerkelijke stijongetwiiv!f hMft Begeven, maar • • • • dat zoe 1 noS aanzienlijk grooter zijn gemaa L'p1Cnt f d°°r de getroffen niaatregeen tot vermindering daarvan achterwege ware gebleven ” In dit verband wjt in-’ake'd.°P‘' ‘' ds msuwc maatregelen m:S KU,B van d» melksteun, welke bezwaar tegemoet komen! Hierte kortom dat „deze echter nog resu’tntpn Ifer.‘tlng ziin 0:n daarvan thans reeds Minite ,kuni,en verwachten.” Heeft de van kef1* angeen kennis genomen meest h ®een daaromtrent inden Ook de ot!^e,g.den kring is gezegd? regeling de P'merkixlg> dat bij de varkenstselthebben gL,w niet goed zou °ndanks d° tl *s eveneens minder juist. Dat hoaveelhixh n efctregeling in 1934 toch groote verkoopbaar 2Ware varkens, die vrijwel onslacht, werd Waren> moesten worden afgevarmindering eroorzaakt door de plotselinge van V,n da mogelijkheid tot export daring ba h*” Varke*isv!eesch, welke vermin* niet kon * mpfLo?Bte:iinß van de teeitregeling lden voorzien.” Met dit afechuirege'pn CCm ku 11,1 en, dunkt ons, alle maataiU'nj d- JVOrtlea goed gepraat. We hoorden vrsag «7 ,t'.reßeeren is vooruit zien”, wat de niet al * eUl^t> of °P die onbekende factoren *yS’>zzie v®el wordt gebouwd? Aan „Mie Ragoven ov-degedreid, de Ministar kan toezoowèt a' da loonen in het landbouwbedrijf,- da arbe d 6 VOJI den Ondernemer als die van takken in verhouding tot die in andere gen kam drijf geenszins aan den hoo- Dat Zlln ” J)L*CU . ring van .ezwaren bestaan tegen de uitvoeden minister*1 reges,ringsmaatregeien is ook Zijn aanvan,n--UUr'dk niet onbekEnd gebleven. hij de critJek mdruk is intusschen, dat deelen. Ware haar algemeenheid met kan natuurlek rn„„. at wel het geval, dan zouden ingegrenen ” „zi*n ambtsvoorgangers hebben «ok hij inrti«rE !°3gt hieraan toe: „gelijk Dat 1,-'n nood g, steeds doen zal” Van rijn vastkoPPeïen aan de gedragslijn J oorgangers staat ons maar half aan!
Hij gaat hierop door en zegt; „hij zal, evenals zijn ambtsvoorgangers, steeds streven naar een beperking van het aantal ambtenaren.” „Met regiem en teering en ingrijpen inde bedrijfsvrijheid wordt nooit verder gegaan dan strikt noodzakelijk is”, maar veel verder dan in ons systeem bet geval zou moeten zijn, voegen we hieraan toe. „De bedoeling van de regeeringsmaatregelen ten behoeve van den landbouw is op dit oogenbiik tweeledig. Inde eerste plaats om de landbouwbedrijven in stand te houden en voor ondergang te behoeden en daarnaast om, zoodra zich de omstandigheden voor de toekomst duidelijk afteekenen, den overgang naar deze nieuwe omstandigheden te doen plaats vinden, Voorloopig kan echter alleen het eerste in vollen omvang worden nagestreefd. De regeering tracht dit ten aanzien van nagenoeg alle producten te doen door teeitbeperking, prijsregeling en regeling van im- en export. Bij nagenoeg ieder product vindt men een of meer van deze regelingen terug, eenzelfde systeem wordt daarbij mutatis mutandis gevolgd. Incidenteel ingrijpen heeft alleen in uitzonderingsgevallen plaats, wanneer de algemeeno regelingen niet voldoende zijn of door bijzondere oorzaken niet gevolgd kunnen worden.” Naar onze meening beteekent het eerste voor ons een toekomst van volle onzekerheid, zooals we die nu al zooveel jaren beleven. Het tweede is toekomstmuziek, waaraan we weinig waarde toekennen. „Het gevaar bestaat, dat bij uitbreiding van ‘ de graanteeit de inkomsten van het Landbouw; Crisisfonds niet voldoende zuilen zijn om de l graanteeit voldoende loonemd te houden. Op ( dit o ogenblik kan van gevaar in dezen nog niet worden gesproken, daar de importen van granen zich vrijwel volgens de verwachtingen ■ ontwikkelen. Mocht evenwel blijken, dat dit i niet meer het geval zal zijn, dan zal naar uit, breiding der inkomsten van het Landbouw. Crisisfonds moeten worden gezocht. . Evenwel zal er daarbij naar moeten worden gestreefd te voorkomen, dat op de veehouders : een al te zware last worde gelegd. • De minister heeft op grond van de dooreen van zijn ambtsvoorgangers aangevoerde rede’ nen bezwaar tegen eenige garantie van de op ’ gescheurd grasland verbouwde producten. Een I dergeiijke garantie alleen voor die producten t zou in uitvoering vrijwel onoverkomelijke be[ zwarcr medebrengen. . De minister is volkomen overtuigd van het ( groote belang eaner goedwerksnda Indische suikerindustrie, ook voor Nederland. Evenwel > is de beteekenis van den verbouw van suiker■ bieten voor den Nedsrlandschen landbouw zoodanig, dat er niet aan kon worden gedacht, met het oog vooral op de werkgelegenheid j en de vruchtwisseling, den verbouw nog verj der in te krimpen.” ! Ten opzichte van bovenstaande merken we op, dat we ’t bij ’t systeem van L. en M. ’ absoluut inde macht hebben om onze graan£ teelt loonend te maken. Garantie op de op '! gescheurd grasland verbouwde producten krijgen we dus niet. Wat de varkens betreft, II deelea we nog mede, „dat het den Minister 1 op dit oogenbiik vanzelfsprekend nog niet is gebleken, dat handhaving van het z.g. bacon" contract in strijd is met een goed economisch 3 beheer.” Omtrent „melk en zuivel” merkt " de Minister het volgende op: ; „De minister kan geheel instemmen met de 3 meening van die leden, die de vooruitzichten van onze melkveehouderij zeer somber inzien op grond van de daarbij aangegeven factoren. ‘ j Het vraagstuk van de verruiming van het ■ i afzetgebied voor de boter op de binnenland’ | SL'he markt heeft zijn aandacht. Ook wordt het ’, vraagstuk van de verhouding van boter en ' i margarine opnieuw onder de oogen gezien. ■ j Dat met onze margarine-industrie groote bet j langen verbonden zijn, daarvan is de minister 1 | ten volle doordrongen. De omstandigheden zou-1 den zich echter zoodanig kunnen ontwikkelen, dat een nieuwe kleine stap ten gunste van > de boter noodig wordt.” 5 ? We zouden heel en al onvolledig zijn, als i we niet Haten volgen, wat medegedeeld wordt i omtrent vetten en oliën. „Gelijk reeds werd opgemerkt, is het vraagi stuk betreffende een eventuee'e verdere bet perking Van de raargarine-productie in over> weg,ng. xten bedenke echter, dat de marga■ rine-industrie, welker binnenlandsche omzet m ■ 1928/1931 64,700, 71,800, 70,100 en 65,300 ton ■ bedroeg, dazen heeft zien teruggaan tot 34,390 t, ton over de perioda 1 October—lB Mei JJ., ■ j hetgeen overeenstemt met een jaaromzet van 1 55,740 ton. Hierin is de volksmargarine be• grepen. Bij het sluiten der contingenteerings• overeenkomst met de margarine fabrikanten is i uitgegaan vaneen contingent van gemengde ; margarine van 1050 ton per week en een veri wachten afzet van volksmargarine van 70 ton • per week; de totale omzet over bovengenoem■ de periode is dus de laatste maanden circa 70 , j ton lager dan ten tijde van het aangaan der , eontingenteering was aangenomen. Men ver: | lieze ook niet uit het oog, dat de cijfers over • 11S28/’3l .betrekking hebben op margarine, waar] aan geep boter was toegevoegd, terwijl dit i thans wei het geval is; het verbruik aan eigenlijke grondstoffen voor de margarine is dus nog belangrijk lager dan uit de cijfers : over de periode van 1 October—lB Mei j.l. schijnt te blijken. Een nog verder terugzien zou de belangen van scheepvaart en handel, en van Indië ernstig kunnen benadeslen.” Ziehier de jongste regeeringsstem over de landbouw-crisis-poötiek. Wie meent hieruit kracht te kunnen putten, hij doe hetl j
INGEZONDEN MEDEDEELING. Onze sorteering HAARDEN, HAARDKACHELS en KACHELS munt uit dooreen enorme keuze inde beste fabrikaten zooals: E. M. JAARSMA, JONKER & RUH, TiQER e.a, tevens door onze aan de huidige tijdsomstandigheden aangepaste zeer lage prijzen. We zenden U op aanvraag gaarne prijscouranten. H. F. KOSTER WILDERVANK Haagsche geluiden. Met de gewone plechtigheid heeft H. M. de Koningin op 17 dezer de zitting der Staten-Generaal geopend. De Koningin spreekt dan de Troonrede uit. In dit staatsstuk wordt de meening der Regeering weergegeven over den algemeenen economlschen toestand in het land en over die in verschillende bedrijfstakken in het bijzonder. Zoo ook een mededeeling over den toestand inden landbouw, waarnaar we verlangend uitkeken in verband met het feit, dat we nu een eigen Minister van Landbouw hebben, wien kennis van landbouw-aangelegenheden niet kan worden ontzegd. We zijn in dit opzicht teleurgesteld. We hoorden alleen, dat de landbouw nog steeds een uitermate moeilijken tijd doormaakt en dat daarom de reeds getroffen steunmaatregelen voorbands onmogelijk kunnen worden gemist. Houdt er dus den moed maar in! Een nadere verklaring volgde hierop in dezen zin, dat deze steunmaatregelen in toenemende mate zullen moeten worden ingericht zóó, dat een betere aanpassing) van de voortbrenging aan de sterk verminderde afzetmogelijkheden verkregen wordt, wat In het bijzonder geldt voor de veehouderij en den tuinbouw. Deze uitlating gaat in onze richting, maar daaraan zit absoluut vast, dat daarbij moet worden gestreefd naar de hoogst mogelijke capaciteit van onze landbouwbron. Verschillende huidige crisismaatregelen werken precies het tegendeel inde hand, voeren ons naar een extensieve cultuur, tot nadeel van den boer, maar eveneens tot nadeel van het heele volk. De a.r. Standaard valt ons hier bij. Het blad zegt; „We kunnen toch niet al maar voortgaan met een export, waarop groot verlies wordt geleden, welk verlies moet worden opgevangen door de vcrhooglng van den binnenlandschen prijs!' Ook al niet, omdat zoodanige export meetelt bij de verrekening, die men thans’ al meer in alle landen gaat volgen, en waarbij men streeft naar de gelijkmaking van In- en uitvoer.” Deze stelling verkondigen wij dag aan dag, maar ze houdt in, dat absoluut gebroken wordt met het huidige landbouwcrisissysteem. Deze noodzakelijke koerswending valt uit de troonrede niet op te diepen. De Regeering als geheel hangt nog altijd te veel aan het oude. Inde millioenen-nota, de toelichting op de begrooting, zegt ze, dat de totale koopkracht van het geheele volk slechts vermeerderd kan worden door meer export van goederen en diensten, zoowel uit het moederland als uit de Indiën en dat daarop dus de aandacht der regeering en van iedere belanghebbende Individueel tot het uiterste gespannen moet blijven. Het is onzerzijds al zoo dikwijls gezegd: men kan wel betoogen, dat dóór de oplossing ligt, maar die oplossing hebben we niet in. de hand, terwijl andere landen steeds minder aan koersverandering op dit punt schijnen te denken. Waarom worden de feiten niet aanvaard en geroeid met de riemen, die ons voor 100 pet. ten dienste staan? Moed voor de toekomst geeft dat alles ons niet en we vreezen, dat het in onzen landbouw vooralsnog tobben zal blijven, ons zal het hoofd boven water worden gehouden! Meer positief klinken de geluiden inde richting van industrialisatie, doch ook dat baart voor ons verontrusting. Het zou aan naïviteit grenzen, als men hierbij dacht aan een belangrijke vermeerdering van onzen export. Ware dat zoo, dan rijst nog de vraag, of dit niet zou gaan ten koste van onze agrarische producten. Doch onze productiekosten zijn te hoog in vergelijking met die in andere landen. Dat brengt dus weer „de aanpassing” op het tapijt. De traditioneele Nederlandsche commissie voor dat vraagstuk is nu ingesteld, en de vrees blijft ons bij, dat het oog weer op ons zal zijn gericht. Voortdurend moeten we dus op onze qui-vive zijn en voortdurend blijven betoogen, dat wij slechts industrieele goederen zullen kunnen op vangen, als de belooning onzer diensten in redelijke verhouding zal zijn gebracht met de industrieele loonen. Dat moet met industrialisatie, speciaal voor de binnenlandsche markt, gepaard gaan, anders zal het een doodgeboren kindje blijken te zijn. Alles bij elkaar kunnen we niet anders zeggen, dan dat de Troonrede weinig hoopvolle verwachtingen voor ons inhoudt. Mr. Dieleman zei: „Naarmate de organisatie van den boerenstand krachtiger is, neemt zijn invloed op de wetgeving en in het volksleven toe”. Zoo zien wij ’t ook en daarom heeft naar onze meening „Anloo” gelijk. Onze actie moet krachtiger nog worden gevoerd. In de eerstvolgende weken moeten onze vergaderingen niet van de lucht zijn en moeten onze protesten daveren door het land en ten slotte geconcentreerd in Den Haag aanlanden Zóó kan ’t niet langer! Over de millioenen-nota zullen we niet veel zeggen. Er wordt op den dienst voor 1936 een tekort geraamd van 119 millioen gulden, wat zou moeten worden gedekt door bèzuinigingsmaatregelen, die 92.8 millioen zouden besparen en door nieuwe belastingen, die worden geraamd op 26.2 millioen gulden. ! Van belastingverlaging dus geen sprake
BINNENLAND. Landbouw-cijfers. Wij leven in dezen tijd van het jaar inde periode van het cijfer. De begroetingen van de verschillende Departementen vragen na do Miljoenenrede de aandacht, waarbij de toelichtingen ook den staatsburger eenjgszins wegwijs maken. Ons interesseert natuurlijk inde eerste plaats de motiveering van den nieuwen Landbouwminister, mr. Deckers. Elders in dit nummer vindt men de cijfers met de uitvoeriger bijzonderheden daaromtrent. Nog meer cijfers. De begrooting-1936 van het departement van Handel, Nijverheid en Scheepvaart vertoont een totaal van f 12.255.940 oftewel een bedrag van f8.007.411 meer, dan voor 1935 is toegestaan. Op de begrooting van het departement van Waterstaat is van het totaalbedrag van den gewonen dienst ad f50.573.300 maar even f 35.629.885 bestemd tot dekking van het tekort van het verkeersfonds, welk tekort nagenoeg geheel uit de exploitatie van het spoorwegnet is ontstaan. Over 1934 is het tekort op de spoorwegexploitatle ongeveer f3O miljoen geweest. De ontwerp-Postbegrooting wijst een winstsaldo aan van f5.549.000. Dit is f956.750 minder dan het inde begrooting voor 1935 geraamde winstsaldo. Tot besluit nog eenige duizeling-cijfertjes over de sociale zorgen. Van het totaalbedrag ad f 128.415.187 (verleden jaar was dit f 121.086.857 en in ’t jaar daarvoor f 106.907.142) uitgetrokken op de begrooting van Sociale Zaken, is 53 miljoen ghlden bestemd voor ultkeering aan het werkloosheidssubsidiefonds of zeven miljoen meer dan in 1935. Voor de sociale verzekering is uitgetrokken f39.101.911, waarvan f28.359.300 -voor de Ouderdomswet-1919 en f 10.646.000 voor de Invaliditeitswet. De volksgezondheid vraagt een bedrag van f 16.373.629, de werkloosheidsverzekering en arbeidsbemiddeling f 12.857.400.—, De „vrije” boer. Wij willen niet nalaten in dit overzicht de aandacht te vestigen op de rede, welke oud-Minister Posthuma op den Landbouwdag voor Jongeren te Hoorn heeft gehouden. Ons frappeerde vooral de zinsnede, waarin deze staatsman uitriep: „De boer kan er niet komen, tenzij de regeering de prijzen der landbouwproducten verbetert. Déze kunstmatige toestand is niet vol te houden!” Colijn spreekt. Inde Tweede Kamer is het groote poUtieke debat over het bezuinigingsprogram der regeering begonnen. De besprekingen zijn ingeleid met ©en rede van den Ministerpresident, die de Kamerleden vijf kwartier lang gespannen wist bezig te Houden. Het bekends standpunt der regeering werd nog eens extra uiteengezet, waarbij zoo goed als geen nieuwe gezichtspunten werden ontvouwd. Bezinning. Meer dan vier weken heeft het stakingsoonflict in Tilburg de wollenstoffenfabricage nagenoeg geheel lamgelegd. Dinsdag j.l. hebben de stakers, die er een eigen, niet-georganiseerde leiding op na hielden, besloten de bemiddelingsvoorstellen van Tilburg’s burgemeester te aanvaarden. De 5 pet. loonsverlaging, welke de hoofdaanleiding van dit conflict was, wordt hierdoor geaccepteerd. Volle gevangenissen. Volgens de voorioopige gegevens betreffende de bevolking der strafgevangenissen, huizen van bewaring en Rijkswerkinriohtingen in 1934, duurde de stijging der bevolking, welke reeds in vorige jaren werd opgemerkt, voort. In 1934 bedroeg het totaal aantal 38.221 fegen 31.662 in 1933! De bijzonder groote toeneming der bevolking van de huizen van bewaring is voornamelijk een gevolg van de enorme vermeerdering van het aantal personen, dat de opgelegde geldboete niet betaalde. De invloed der slechte economische omstandigheden is op dit gebied dus duidelijk merkbaar.
meer! We hebben aan de toezegging daarvan destijds ook geenerlel waarde toegekend. Men behoeft werkelijk geen „knap financier” te zijn om overtuigd te zijn, dat we als geheel eiken dag armer worden! Ondertusschen wacht ons een politiek tournooi; het „tweede” kabinet-Colijn zal de kaarten op tafel leggen, om te toonen, dat het volkomen terecht opnieuw achter de groene tafel zit. Roomsch en rood zullen daarbij troef zijn. Hoe dit steekspel zal afloopen, is moeilijk te voorspellen. De commentaren op de Troonrede waren in verzoenenden geest gesteld, doch over de millioenen-nota is men, in het Roomsche kamp vooral, minder goed te spreken. Het is niet onmogelijk, dat bij het verschijnen van dit nummer de strijd reeds zal zijn beslist.
De balans van de week. Opgemaakt door A* Grarlër* De periode van het cijfer, – Stakers komen tot bezinning. – Overvolle gevangenissen. – |a of nee? – De lachende wapenfabrikanten. – Een waarschuwing tegen devaluatie, – Naar vrijeren internationalen handel ?
BUITENLAND. Ja of nee? Wanneer thans twee of meer personen bij elkaar in. gezelschap toeven, vormt zonder uitzondering de oorlogskans het onderwerp der gesprekken. i En het gaat daarbij net als bij een koortes thermometer, aangelegd bij een kind: snel op en neer! Wanneer n.I. het ochtendblad eerige geruststellende berichten brengt omtrent een lichte ontspanning welke is ingetreden bisschep Italië en Engeland, dan zet het avondblad weer een domper op de goede hoop, door nieuws te brengen over de tegenstrijdige niet te overbruggen belangen van den Duce en den Negus. i De tegenvoorstellen van den Duce laten aan duidelijkheid niets te wenschen over. Wel val er eenige matiging in zijn bewoordingen waar te nemen, doch de hoop, dat een gewapend conflict niet zal doorgaan, verheft zich nauw een paar streepjes boven nulpunt. De Commissie van Vijf heeft een rapport opgemaakt, waarin geconstateerd wordt, dat Abessinië met de voorstellen van deze bemiddelingscommissie accoord gaat, en dat Mussolini haar voorstellen van de hand wijst. Dit rapport is thans aan den Raad van den Volkenbond overhandigd, zoadat het woord thans is aan dit opper-coiiege van den Volkenbond. Inmiddels gaan er nog steeds duizenden zwarthemden naar Oosl-Afrika. Zij mogen daar zelfs bij volmacht trouwen, hetgeen op een langdurige campagne wijst. De keizer van Abessinië heeft thans hel mobilisatie-bevel geteekend. De beslissing of er ja dan nee oorlog zal uitbreken, zal dus thans wel spoedig vallen. Bewapening. De bewapening neemt met het oog op den spannenden internationalen toestand hand over hand toe. Met kracht wordt thans aan de uitbreiding der Engelsche vloot gewerkt, maar ook het Amerikaapsche leger zal beduidend worden vergroot; Rusland en Griekenland blijven niet achter en zoo zouden we kunnen doorgaan. Op alle oorlogsministeries wordt koortsachtig gewerkt, de generale staven zijn geducht inde weer en de wapenfabrikanten zijnde lachende derden. Hun winsten stijgen per jaar weer met eenige miljoenen en de dividenden bedragen tal van procenten meer. Een waarschuwing. Een Belgisch blad heeft een enquête ingesteld om de gevolgen der devaluatie na te gaan. Het blad kwam tot de conclusie, da>t de kosten voor levensonderhoud na de devaluatie voortdurend toenemen. Voor talrijke producten bedraagt de stijging 33 pet., ofschoon de franc slechts met 28 pet. werd gedevalueerd. De stijging van het levensonderhoud dreigt bovendien nog aan te houden. Naar vrije handel? Voor de economische en finaneieele commissie van de Volkenbondsvergadering heeft onze afgevaardigde, Mr. van Lanschot, Ud der Eerste Kamer, namens onze regeering zijn groote instemming betuigd met de voorstellen van den Fransehen minister van financiën, Bonnet, om de valuta’s te stabiliseeren en in zooverre een internationale samenwerking dit mogeiijk mocht maken, geleidelijk weer lot het systeem vaneen vrijeren handel terug te keeren. De Nederlandsche regeering is slechts noodgedwongen tegen haar zin tot een clearingpoiitiek overgegaan, teneinde zekere vitale belangen in bescherming te nemen. Zij zou met vreugde bet moment begroeien, waarop de volledige vrijheid op het gebied van het internationale finaneieele ruilverkeer zou worden hersteld. Wij voegen hieraan toe: Als het oodt zoover mocht komen, dan ook de meest volledige vrijheid op het gebied van het ruilverkeer binnen de eigen landgrenzen.
INGEZONDEN MEPEPEELINGEN. DOLOMIET* of Kaikmagnesiamergel (Winferswijksche kleimergel) met hoog gehalte aan koolzure kalk incl. koolzure magnesia, hooge fijnheid, dus met hooge gebruikswaarde, in prima niet brekende verpakking, tegen voordeelige prijs. Vraagt offerte bij: K. TONKES Hzn. Telef. 134 – Veendam