mate het bezoek van bulten af. Wat de ver- , bindingen met de dorpen betrof, ook daarin kwam meer en meer verbetering door den aanleg van diverse straatwegen. Een belangrijke phase inden opgang van Drenthe’s hoofdstad vormde de opening van den Noord-Ooster Locaal Spoorweg in 1905, waarbij handel en industrie ten zeerste waren gebaat. Nog later kwamen de treinverbindingen met midden Drenthe (E.D.S.) en met Friesland (N.T.M.)) tot stand, langs welke vervoersaders zich spoedig een levendig verkeer ontwikkelde. In niet mindere mate heeft Meppel zich tot een handelscentrum weten te ontwikkelen, waarbij aanvankelijk vooral de waterwegen een groote rol hebben gespeeld. De Invloed van de spoor- en tramlijnen speelde daarna een gelijkwaardige rol. Dit alles maakte Meppel tot een stad, waarin een opgewekt intens zakenleven valt te bespeuren, die haar dan ook zeer terecht de eeretitel deed verkrijgen van „Drentsch Rotterdam”. Dat de energie en zakenkennis van den middenstand bij deze ontwikkeling ook zeer op den voorgrond traden, behoeft wel geen betoog.
Van jongeren datum Is de expansie van Hoogeveen, welke plaats nu reeds een eervolle positie Inneemt in het zakenleven dezer provincie. De ligging van dit centrum geeft alle waarborgen voor de toekomst, temeer waar met onverdroten ijver wordt gewerkt aan de instandhouding en verbetering der verbindingen. Een eerbiedwaardige historie, ook op handelsgebied, heeft Coevorden. Als voorpost in de vroeger ontoegankelijke moerassen was het reeds voor eeuwen een middelpunt, dat niet alleen strategisch, doch ook economisch de omgeving beheerschte. De grootere vlucht, die het Ccevorder zakenleven nam, dateert evenwel uit de laatste halve eeuw, nadat ook hier langs breede waterbanen de welvaart haar intrede deed inde omliggende streken. Door de daarop volgende ontginningen steeg het bevolkingsgetal inden omtrek sterk en de oude vesting ondervond den terugslag hiervan dooreen sterk toenemend zakenleven, waarbij het aanzien van de stad in groote mate steeg door de inrichting van steeds meer en grootere panden. Tenslotte willen wij nog even stilstaan bij den formidabelen groei, welke de vlek Emmen de laatste kwarteeuw onderging. Voor een 20-tal jaren, in onze schoolperiode, was Emmen nog slechts in opkomst, doch waar wij toen speelden in zandverstuivingen en bosschen, verheffen zich nu zakenwijken en vlllabuurten, de een nog mooier dan de ander. Het vreemdelingenverkeer gaat er met reuzenschreden vooruit en op alle gebied is Emmen een plaats die den toon aangeeft tot in verren omtrek. Het bovenstaande heeft betrekking op het Noorden van ons land, maar voor de overige provincies geldt hetzelfde. De malaise. Evenals de meeste bevolkingsgroepen, heeft momentelijk echter ook de middenstand het zwaar te verantwoorden en wel met name dat deel, hetwelk v.n. het platteland tot zijn debiet telt. De lage prijzen der landbouwproducten en de mede hieruit voortvloeiende werkloosheid ten plattelande als inde stad,' doen hun funeste gevolgen maar al te zeer ondervinden. De bron waaruit de middenstand inde plattelandscentra de welvaart moet putten, droogt meer en meer op en het zakenleven verlamt. Op zeer duidelijke wijze wordt hierdoor gedemonstreerd hoe hetmiddenstandsbedrijf, als secondaire bedrijfstak, afhankelijk is van den landbouw als primaire bestaansbron. Door de geringe belooning, die de producent ontvangt voor zijn bodemproducten, kan hij in niet voldoende mate meer gebruik maken van de diensten van de overige bevolkingsgroepen, waarvan het gevolg is, dat de boer zich zooveel mogelijk zelf tracht te behelpen en alle luxe moet laten varen. Het platteland sleept dus in zijn ondergang uiteindelijk de stad mede. Een logisch gevolg moet daarom zijn, dat middenstand en plattelander de handen ineenslaan om een halt toe te roepen aan deze noodlottige dreiging. Zij kunnen dit door gezamenlijk te strijden tegen het onrecht het platteland aangedaan. Landbouw en Maatschappij biedt hiervoor de gelegenheid aan. Straks zal dit reeds nu machtige lichaam de beschikking hebben overeen eigen agrarische Pers, die geregeld de nooden van het platteland zal kenbaar maken aan ministers, kamerleden en andere autoriteiten. Niet langer zullen dan de platelandsbelangen inde Pers worden afgewogen tegen andere commercieele overwegingen, doch luid en steeds luider klept dan de noodklok van het bedreigde agrarische volksdeeL Met de belangen van het platteland gaan die van den Middenstand parallel, zoodat de verwachting gerechtvaardigd Is, dat ook de middenstand In zijn volle wapenrusting staat achter het streven van de Agrarische Pers, die meer dan welk blad ook, zijn belangen zal verdedigen. Vervolg Officieele Mededeelingen. mea-horn. Exemplaren van deze brochures zijn verkrijgbaar aan bet Bureau Landbouw eu Maatschappij te Bniaerwold (Dr.) franco per post na toezending van 6 cent voor 1 ex., 20 c. voor 5 ex., 30 e. voor 10 ex. Voor 50 exemplaren tegelijk 2 c. per stuk; bóven 100 exempl. 1 c. per stuk. Daarnaast is verkrijgbaar het program der Boerenbonden, (vereeniigid inden Nat. Bond Landbouw en Maatschappij), toegelicht door J. Smid, 2e druk. Prijs per ex. 15 e., 10 ex. en meer 10 c. per stuk. Betaling geschiede zooveel mogelijk vooruit of direct na ontvangst, hetzij in postzegels of door storting op gironummer 192357 ten name van Jac. ter Haar Ez., Ruinerwold. Omtrent tooneelstukjes en insignes raadplege men bet vorig nummer. De ALgem. Seor.
EJ r zal een commissie komen, om een algeheele wijziging i der crisismaatregelen ' onder oogen te zien. Het ligt in het voornemen van den minister van Landbouw en Visscherij een commissie in te stellen, die zal onderzoeken of en, zoo ja, ( welke wijzigingen naar haar meening gebracht i moeten worden inde landbouwcrisisinstellm- i gen, de landbouwcrisismaatregelen, de uitvoe- , ring en de contróle om te bereiken: 1 a. dat het aantal administratiemaatregelen tot een minimum wordt beperkt; ; b. dat op zoo goed mogelijke wijze wordt 1 samengewerkt met de landbouworganisaties en den rijksvoorlichtingsdienst. 1 Aan de drie centrale landbouworganisaties is verzocht vier leden voor deze commissie voor i te dragen, met dien verstande, dat ©en hunner ] goed op de hoogte moet zijn van de omstan- ; digheden, waarin de kleine boeren leven en ; werken, terwijl ©en tweede als vertegenwoor- ( diger van den tuinbouw in overleg met den Ned. Tuinbouwraad moet worden voorgedra- | gen. De Alg. Ned. Zuivelbond is uitgenoodigd i om een voordracht voor één lid uit den zuivel ] te doen. Voorts zal inde commissie zitting ne- ’ men de direeteur-generaal van den landbouw ] en van het college van regeeringscommissarissen, de regeeringseommissaris voor den akkerbouw en de veehouderij en de regeeringscommissaris voor den tuinbouw. Als voorzitter zal worden aangezocht ©en hoogstaand persoon, die niet direct bij den landbouw en den tuinbouw is betrokken, maar door zijn kennis van het bedrijfs wezen en economisch inzicht het onderzoek kan leiden. Het is een verheugend verschijnsel, dat de nieuwe minister van Landbouw, als gevolg van eigen deskundigheid, verschillende beslissingen heeft genomen, die blijk geven, dat de ernstige wil aanwezig is om door bet kleinst mogelijk© aantal, maar dan ter zake kundige personen te worden gesteund bij zijn moeilijke taak om den landbouw er weer 1 boven op te helpen. Dat geeft vertrouwen. ’ En vertrouwen inde leiding geeft den boerenstand nieuwe hoop. Dit wil natuurlijk neg niet 1 zeggen, dat het inde naaste toekomst reeds 1 op rolletjes zal loopen, doch het wekt toch 1 verwachtingen, dat minister Decksrs niet houdt van groote woorden, maar met de daad en krachtig het landbouwschap door de branding der anti-agrarische meenlngen wil besturen. ■ We hebben zelfs den indruk, dat ook in niet-agrarisehe kringen men ontzag begint te 1 krijgen voor de doortastendheid van dezen bewindsman, die zich niet zoo gauw schijnt te laten beïnvloeden door personen die hun eigenbelang voorop en het algemeen landsbelang terzijde stellen. Het instellen vaneen commissie, als waarvan in het bovenstaand bericht sprake is, moge het begin zijn vaneen ombouwing van het huidige systeem inde door ons voorgestane richting. Dit besluit van onzen deskundigen landbouwminister is eender vele, welke inden laatsten tijd zijn genomen. We denken hierbij aan het opzeggen van het baconcontract, het „verlichten” der werkzaamheden van den secretaris-generaal, het heengaan van den heer Bückman als „zuiveicommissaris”, het strenge onderzoek naar de toestanden op bet Landbouwerisisbureau enz. Dat minister Deckers inde in te stellen commissie personen wil zien gekozen, die ter zake kundig zijn, stemt tot groote voldoening. We hebben inde laatste jaren meerdere commissies gezien, die wanen samengesteld ter wille van de politieke verhoudingen, maar waarbij de deskundigheid zoek was. Het Handelsblad heeft in ©en artikel: „De nieuwe bezem aan Landbouw”, van haar instemming met de daden van den nieuwen bewindsman blijk gegeven. T.a.v. de te benoemen commissie merkt bet blad o. m. op: „Al dadelijk brengt de minister het „principe der deskundigheid” in pr a et ij k, door de organisaties op landbouw-, tuinbouw- en zuivelgebied te verzoeken, zélf haar vertegenwoordigers in deze commissie aan te wijzen, en door den Dlrecteur-Generaal en de twee éénige deskundige leden van het college van RegeeringscominissarisSen zijnerzijds tot leden te benoemen, niet uitsluiting derhalve van de ondeskundigen. Dat hij ais voorwaarde heeft gesteld, dat één der leden speciaal op de hoogte moet wezen van de levens- en bedrijfsomstandigheden der kleine boeren, kan de voldoening over zijn besluit slechts doen stijgen. Het instellen vaneen afzonderlijk departement, met aan het hoofd een agrariër, de inschakeling dus reeds bij den top van het deskundige element, kan dit blijkt nü reeds duidelijk een einde maken aan een landbouwcrisdspolitiek die tot de meest onlogische gevolgen en tot een onhoudbaar stelsel van crlsis-burcaucratie heeft geleid.” Ineen noot wordt voorts opgemerkt; „Als een leemte beschouwen wij het echter, dat de minister niet ook den Nationalen Boerenbond „Landbouw en Maatschappij” heeft uitgenoodigd, om een commissielid aan te wijzen. Niet alleen, dat deze jonge, doch krachtige en enthousiaste organisatie, opgericht door ©en zoo bekwaam man als den heer J. Smid, oud-referendaris ter Directie van den Landbouw, grooten aanhang bezit (±20.000 leden), doch bovendien is zij de éénige jnet een udtgewerkt plan.” Ook ons is het opgevallen, dat onze organisatie schijnt te worden gepasseerd. Wat daarvan de reden mag zijn, weten we niet. We willen er evenwel op wijzen, dat, wanneer mén meer en meer in onze richting begint te denken, het ons om het even moet zijn wie de plannen moet uitwerken. Het gaat ons niet om het spel, maar om de knikkers. En het gaat er ons vooral om, dat men eindelijk eens zal inzien, dat de boerenstand recht heeft op een betere belooning. Daarvoor is onze strijd bijna vier jaar gestreden en daarbij dienen personen opzij te worden gesteld. ▲
Industrialisatie ? In enkele bladen troffen we een ingezonden artikel aan over bovenstaande vraag. Wij achten het belangrijk genoeg, het over te nemen. Wij laten het daarom hier volgen. Hij spaart den geringe en arme. het levender armen redt hij. Psalm 72. De allésbeheerschende vraag bij de beoordeeling der wenschelijkheid van verder voortschrijdende industrialisatie in Nederland is, of, , en zoo ja in hoeverre dit streven aan de „garingen en armen”, de werklooze steuntrekkendcn ten goede zal komen. De sterken, de rijken zijn wel in staat voor zichzelf te zorgen, hun éigen belangen te behartigen. Het gaat om „der zwakken deel, der zwakken klacht”. •; :'v : Nog steeds is, evenzeer als ten tijde van ko- ■ ning Salomo, hief de toets gelegen voor een rechtvaardig en wijs regeeringsbeléid. En dein 1931 verschenen Encycliek Quadragesimo Anno t sluit zich ten volle bij deze eeuwige waarheid 1 aan. We moeten er ons goed rekenschap van geven, dat de levensmogelijkheden voor de menschlheid God’s gaven zijn, grond, licht, ' lucht, water, de. planton, die inden bodem ' wortelen, de dieren die er op de aarde wemelen. Industrialisatie en de daarbij aansluitende handel scheppen geen levensmoge- ’ lijkheden, zij verplaatsen slechts de reeds | bestaande en concentreeren deze. De ( schoenfabriek geeft werk aan een aantal ? fabrieksarbeiders, maar stoot een grooter i aanlal verspreide schoenmakers het brood uit den mond. Ee machinale hout- en metaalbewerking maken talrijke timmerlieden, koperslagers, blikslagers, smeden werkloos, de textielfabrieken hebben de handspinnerij en handwever!) overbodig . gemaakt. Indien de industrie haar fabrikaat goedkoo- * per leveren kan dab het göüjkwaardige bandwerkproduct, en zulks ondanks de kostbare \ fabrieksinstallatie, de kapitaalrente en de on- : demernerswinst, dan vindt .dit uitsluitend zijn oorzaak hierin, dat er nu zooveel minder mon- 1 dente voeden zijn. Die werklooze handen hangen nu over de brugleuningen, dié monden moeten gevoed worden door liefdadigheid of uit de kassen van staat, provincie en gemeente. Alleen daar, waar de mensch het werk niet " af kan, of wordt afgebeuld door overmatig ( langen arbeidstijd, is . industrialisatie gerechtvaardigd; zoolang de mensch zonder machines het werk goed af kan, vermeerdert industrialisatie slechts den lediggang, doodt de arbeidsvreugde, doodt initiatief en kunstzin. De handwerker levert persoonlijk werk, de fabrieksarbeider is een verlengstuk aan ©en machine. Industrialisatie schept, door de verplaatsing van levensmogelijkheden, een sfeer van onze- 1 kerheid, onrust en, ontevredenheid, van nationale tegenstellingen vaak. , ( ; | Inde geharnaste, der staathuishoudkunde, waar, zooals Quack het in zijn werk „De Socialisten” uitdrukt, het gemoed contrabande is, werd inde laatste eeuw geen noodlottiger dogma haar voren gebracht dan de leer van den overgang van landbouwstaait tot industriestaat. Daarmee zijnde grondslagen voor een vreedzame samenleving der mensch- , heidin allerlei richting ondermijnd. De bodem van Nederland zal er geen ; hectoliter meer aardappelen of tarwe, geen kilo meer eieren, vleesch, melk of boter door vóórtbrengen, zal geea mensch meer kunnen voeden, ai verrijst er in ieder dorp een nieuwe fabriek. En men kan zich toch niet in ernst voorstellen, dat de werkloozen in Friesland, Gro- : ningen of Drenthe bezigheid, levensonderhoud, verdienste zullen vinden door overbodige fa- ; brieksproducten te gaan fabriceeren voor de < werkloozen in Limburg of Noord-Brabant, en vice versa? Want; daar komt toch, op d© keper beschouwd, het geheeie streven der industrialisatie op neer: aanmoediging van de . nijverheid, om daardoor meer koopkracht en vermeerderden afzet der gefabriceerde artikelen te verkrijgen. Laten wij er ons toch rekenschap van geven, dat levensmogelijkheden alleen geschapen worden door landbouw, dat alleen een inderdaad gezonde landbouw en gezond handwerk een gezond volksbestaan waarborgen, dat hier, in landbouw en handwerk wortelen arbeidsvreugde, plichtsbesef, rechtvaardigheidsbegrip, vaderlandsliefde en godsdienst. Lamartine zegt het in zijn Jocelyn *): „’t Geheimvol diep des akkers is ontsloten, O aarde wat er heerlijks op uw rond, En wat er heiligs is ontsproten, Rees uit uw omgedolven grond,” „Te strijden is ëverwinnen, te vluchten is de dood”. Er moet gestreden worden voor gezonden landbouw en gezond handwerk. Een vlucht uit landbouw en handwerk in industrialisatie geeft geen baat; verergert slechts de ontreddering en de werkloosheid. Dr, Z- KAMERLING. Leeuwarden, 15 October 1935. •) A. de Lamartine, Jocelyn, vertaald door Lambertus de Visser, Haarlem, Kniseman, 1860. ; INGEZONDEN MEDEDEELING. H.H. Landbouwers ! Weet u wel dat wij nóg steeds Touw ir» prima kwaliteiten leveren en dat wij met onze buitengewoon sterke en steeds zacht blijvende Hagsbotgen en Halsters groot succes hebben ? Neemt ook u eens proef. DE BOER’S TOUW-ZADEUAKERIJ Westerplaniage – LEEUWARDEN ■ Tel. 4279
Bloempjes Rotterdamscbe stem. De Kamer van Koophandel van Rotterdam heeft weer eems gerekestreerd aan den Minister van Landbouw. Ditmaal geldt het de verhooging van de monopolieheffingen op granen en derivaten, een maatregel, waarmede wij in dit systeem evenmin dwepen. Zij ziet hierin een noodlottige ontwikkeling in autarkische richting, wat zij een groot gevaar acht, in het bijzonder voor de bodemcultuur buiten den akkerbouw. Ziehier weer het verdeel-en-heersch-systeem in zijn volle naaktheid. Als ernstig gevolg van deze politiek noemt de Kamer de daling van den invoer. Hierin verschillen wij van meening. Onze invoer is gedaald, omdat het buitenland onze gewone hoeveelheden eenvoudig niet meer accepleeren wil. Als gevolg daarvan moeten wij onzen invoer beperken, omdat wij deze in zijn vroegeren omvang met onzen toegestanen export niet kunnen betalen. De Kamer waarschuwt tegen eiken maatregel, waardoor werkloosheid wordt verplaatst van die groepen der bevolking, wier werkzaamheden aan de gemeenschap meer kosten dan de vruchten ervan opbrengen, naar de categorieën van arbeiders, wier werk nog productief zou kunnen zijn, en die dus mede de gelden zouden kunnen opbrengen, waaruit de erisissteun moet warden geput. In andere bewoordingen is dat weer een zinspeling op het doen braak liggen van onzen bodem. Laat de havenarbeiders van Rotterdam werken, dat is productief, maar maak je niet druk over die boeren, wier arbeid aan de gemeenschap meer kost dan de vruchten ervan opbrengen! ♦ » ♦ Onderzoek bij het landbouwcrisisbureau. In antwoord op schriftelijke vragen van het Tweede Kamerlid mr. G. A. Boon, heeft minister Deokers medegedeeld, dat de vier juridische ambtenaren van het Regeeringsbureau voor de uitvoering van de Landbouwcrisiswet , 1933, die hun dienstbetrekking hebben opgezegd, als motief hebben opgegeven achterstelling in hun werkzaamheden en positie, die een gevolg zou zijn van het machtsstreven van een ambtenaar van het Landbouw-Crisis-Bu- | reau, tegen wien zij om andere redenen ook bezwaren hebben. Naar deze aangelegenheid wordt een ernstig onderzoek ingesteid. Uiteraard zal aan misstanden, die aan het licht mochten komen, een einde worden gemaakt. * ♦ ♦ Vragen van den heer Schalker aan de ministers van bande! en van landbouw, De heer Schalker heeft aan de ministers van handel, nijverheid en scheepvaart en van landbouw en visscherij de volgende vragen gesteld: 1. Is het der regeerlng bekend, dat de door haar genomen tot verhooging van de monopolieheffingen op granen en vleesch tot aanzienlijke prijsverhooging van brood en vleesch dreigen te voeren? 2. Is de regsering niet van meening, dat harerzijds, nu reeds een groote prijsstijging van tal van eerste levensbehoeften door andere oorzaken plaats vindt, niet enkel daartegen behoort te worden opgetreden, doch dat alles moet worden nagelaten om verdere prijsstijging te voorkomen? • 3. Is de regeering bereid dein de eerste vraag bedoelde maatregelen ongedaan te maken? ♦ * * In nieuwe banen? Naar wij vernemen, heeft de heer L. Buekmann, regeeringscommiissaris voor den zuivel, tegen 1 Dec. a.s. eervol ontslag uit die functie gevraagd en verkregen, hij zal evenwel met een bepaalde omschreven taak inden crisisarbeid werkzaam blijven. Zijn arbeid als regeeringscommissaris voor den zuivel zal worden overgenomen door den regeeringscommissaris voor den akkerbouw ©n de veehouderij, ir. S. L. Louwes. Voorts heeft de voorzitter van het college van regeeringscommissarissen, mr. dr. A. A. van Rhijn, in verband met het feit, dat hij kort geleden het ambt van secretaris-generaal van twee departementen, n.l. van landbouw en visscherij en van handel, nijverheid en scheepvaart op zich genomen heeft, den minister van Landbouw en Visscherij verzocht hem van het regeeringscommissanaat voor de visscherij, pluimveehouderij en de turf te ontheffen, opdat hij zich uitsluitend aan zijn taak als secretaris-generaal der bedde departementen en als voorzitter van het college van regeeringscommissarissen zal kunnen geven. De minister heeft den heer Van Rhijn verzocht hem te adviseeren, op welke wijze inde vrijkomende plaatsen zal kunnen worden voorzien. * * ♦ De liberalen en beschermende rechten. Onder bovenstaand hoofd wijdt De Vrijzinnig -De mocraa.t een beschouwing aan de uitlating van den voorzitter der Hb. Kamerfractie, den beer Dr. Bierema,. toen deze zich bij de behandeling van het bezuinigingsontwerp, uitsprak voor oompenseerende invoerrechten in plaats van contingenteermgen. De heer Bierema zag hierin voordeel zoowel voor den handel als voor den landbouw, en met nadruk verklaarde hij hierbij, dat hij sprak namens zijn geheeie fractie. Ziezoo, zegt De Vrijzinnig-Demooraat, nu weten we, dat de Vri|heidsbondsche Kamerfractie er veel voor gevoelt, den landbouw in stand te houden door middel van invoerrechten. Het blad betoogt dan verder, dat dit nieuwe systeem niet minder ambtenarij zal vragen dan het huidige systeem, terwijl het noodwendig moet .leiden tot minder uitvoer, en het besluit met het als een merkwaardigheid te constateeren, dat de liberalen zich opwerpen als kampioenen vaneen stelsel van beschermende rechten! Wij zullen ons ia dat politiek geschil niet mengen, maar vóórspellen, dat de VD. op dat punt zijn houding ook nog wel eens zal herzien. ét*
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. Wij ontvingen weer iets nieuws voor Heeren Maatkleeding. Modehuis S. M. KRONE Torenstraat 37 Telef, 307 WINSCHOTEN. L WIJNKOLDS – Emmen Fijne Dames- en Heeren-Maatkleeding. Groote voorraad stoffen. Beleefd aanbevelend. Effedenkanfoor Nr. b. l mmmm WINSCHOTEN – Torenstr. 19 – Tel. 40C COUPONS – DEPOSITO Gemeente- en Waterschapsobligatiën Rek. Courant – Vreemd geld Assurantiën SAFE-LOKETTEN In Brand- en inbraakvrije kluis. 9t Modehuis Nw. Ruinen – J. SWEERS «Ik*. HEERENKLEEDING NAAR MAAT UW ADRES. JOH». KARSIJNS NIEUW-AMSTERDAM bij POSTKANTOOR HET ADRES VOOR lieerenconfectie en fijn Maatwerk. SLAAP NIET dan op ’n goede gezondheidsmatras van Meubilèer-Inrichting „Zandbergen”. Dan behoeft gij niet in ’n bepaalde houding te gaan liggen om niet in ’n kuil te zakken. Dan krijgen Uw spieren rust. ’n Goede matras die niet doorzakt kost slechts ƒ 11.75. ’n Prima matras voor hen die niet van de slanke lijn zijn kost ƒ 17.75. Bij Meublleer-Xnrlchtlng „Zandbergen”, Meppel Hoogeveen Ommen. Het beste adres voor Zwarte Marktjassen is sedert jaren: MaH. „HET OOSTEN” HERMs. POLAK, HOOGEVEEN bij de Veemarkt. WESTERWOLDE en Omgeving 1111 D. KLEIN Vlagtwedder Meubelhuis Uw adres voor Complete Meubißeering TEL,. 45, Een slecht voorbeeld. Het komt voor, dat een lid der „Hooge vergadering”, die Eerste Kamer heet, zijn naam op de presentielijst zet en dan verdwijnt Officieel is dat M dan tegenwoordig en beurt het voor die officieele aanwezigheid f2O. Als men zóó handelt aan ’t groene bout, wat kan men dan verwachten van het dorre? * * * Onze tuinbouw-export in September. Hoewel de uitvoer naar Duitsobland gedurende de maand September nog weer geringer was dan in September van het vorige jaar, toen deze mede door de Duits oho gebeurtenissen op financieel gebied zeer belangrijk was teruggeloopen, wijzen toch de totaalcijfers van onzen export in vergelijking met het vorige jaar een geringe verbetering aan, hetgeen hoofdzakelijk het gevolg is vaneen vermeerderden afzet naar Engeland. _ i De totale waarde van onzen tuinbouw-* export in September bedroeg in: 1928; f6.958.000. 1929: -5.595.000. 1930; -3.914.000 1931; -4.837.000. 1932: -2.424.000. 1933; -2.364.000. 1934: -1.598.000 1935: -1.790.000. Het totale gewicht van dezen export beliep in; 1928; 63.023.000 k, 1929: 75.537.000 „ 1930; 86.534.000 ti 1931: 47.457.000 „ 1932: 36.970.000 „ 1933: 40.393.000 1934 : 26.204.000 „ 1935 : 29.474.000 „