Zomervergadering Drentse Zuivelbond

|n ’t Café-Restaurant „Bellevue” te 1 Assen werd op Zaterdag 16 Mei, onder voorzitterschap van de heer L. Dekker te Pesse, de zomervergadering gehouden van de Bond van Coöp. Zuivelfabrieken in Drente. De voorzitter heet de talrijke aanwezigen hartelijk welkom en wel in het bijzonder de h.h. Voorzitter en Secr. van de Kon. Nederl. Zuivelbond; de afgevaardigden van het Drents Landbouwgenootschap en de Chr. Boeren- en Tuindersbond, alsmede de vertegenwoordigers van de Pers, en de Buitengewone leden van de Bond. Het is niet zijn bedoeling diep op de speciale Zuivelvraagstukken in te gaan, aangezien de heer Geluk hierover heden een inleiding zal houden. Wel wil spr. even stilstaan bij het landbouwbeleid van onze Regering, aangezien dit beleid zo uitermate onze belangstelling heeft. Het is nu al vele jaren door onze Minister van Landbouw gezegd, dat er gezorgd zal worden voor die boeren, die hun bedrijven zo hebben ingericht, dat het

de N.H.C.M.V. namens deze vereniging zijn gelukwensen aan. Er zijn weer meerdere zelfstandige melkhandelaren gekweekt, die wij straks gaarne in onze C.M.V. zullen opnemen, zegt spr., die ten zeerste het beleid prees van de heer De Beurs, met wie de cursisten een band hebben gevormd en die met kracht en met liefde zijn taak heeft verricht. Indien de Vakgroep straks een leraar nodig heeft, dan zou spr. gaarne de heer De Beurs aanbevelen, ook omdat hij de mentaliteit van de melkslijters zo goed kent. Ook bracht spr. woorden van dank aan Ir Verschoor, die ernst maakte met zijn functie en die – hoe zeer zijn vertrek hem overigens ook spijt – hij ten zeerste geluk wenste met zijn nieuwe functie, waartoe hij elders in Nederland is benoemd. Namens de cursisten werd dooreen der geslaagden in prettige bewoör- , , dingen een enveloppe met boekenbonnen aangeboden aan de heer De Beurs uit erkentelijkheid voor de

economisch goed geleide bedrijven zijn. Tot voor kort is alles goed gelopen en hebben de producten, voorzover ze niet door regeringsmaatregelen werden „afgeroomd”, een hogere prijs opgebracht dan de garantieprijs. Ook wat onze zuivelproducten betreft konden wii tevreden zijn sPr- citeert verder de uitspraak van Min. Mansholt aan het slot van zijn bezoek aan Washington op een persconferentie aldaar, luidende: „Naar mijn mening zou het rampzalig zijn om de Amerikaanse overschotten aan landbouwproducten op de wereldmarkt te brengen. De verschillende markten zijn zeer klein en zeer gevoelig. Dumping tegen lage prijzen zou niet slechts grote schade aan andere exporteurs, zoals Nederland, berokkenen, maar ook aan de Verenigde Staten zelf. Het zou een grote instabiliteit veroorzaken”, Min. Mansholt zei over dit onderwerp met de Amerikaanse Minister van Landbouw te hebben gesproken en tot de conclusie te zijn gekomen dat zijn Amerikaanse collega geen man is die over ijs van één nacht gaat. De Am. Regering is gedwongen boter, kaas, tarwe, enz. ter waarde van millioenen dollars uit de markt

wijze, waarop hij de cursus 1952 met zoveel tact en toewijding heeft geleid. De heer De Beurs zei in keurige bewoordingen dank en gaf vervolgens een terugblik over de afgelopen tien jaar van het vakonderwijs. Spr, noemde in dit verband Dr Mol, ouddirecteur Keuringsdienst van Waren, van wie spr. enorme steun heeft gehad en die hij dank zei, voor alles, wat deze gedaan had voor het vakonderwijs in opbouw. Het speet spr. zeer, dat Ir Verschoor elders inden lande is benoemd en ons gaat verlaten. Ir Verschoor heeft heel veel voor ons gedaan, ook in zijn vrije uren. Tenslotte richtte spr. zich tot de cursisten, met wie hij 30 cursus-avonden heeft doorgemaakt en met wie een prettige band werd onderhouden. Spr. dankte voor de hem geoffreerde boekenbonnen en gaf de leerlingen nog enkele nuttige tips voor hun verdere teven als zelfstandig melkhandelaar. Spr. dankte ten slotte de heer Kloos mate ,van vrÜheid en vertrouwen hem als leeraar ereschonken, waaïna Ir Verschoor ®et een passend slotwoord de bijeenkomst sloot.

te nemén, op grond van het subsidiëringsprogramma der Regering. Thans wordt naar methoden gezocht om van deze reusachtige voorraden af te komen. Min. Mansholt zei dat de Nederlandse importen van Am. landbouwproducten de exporten van landbouwproducten naar dat land met ongeveer 200.000 dollar overtreffen. De beste manier is, zo zei onze Min. om Uw markt te verliezen, ons niet te kans te geven iets aan U te verkopen. Vergadering, zo zeide de heer Dekker, laten wij voor ons land hopen dat onze Minister aangaande deze kwestie succes mag hebben, want ons land is nu eenmaal afhankelijk van het buitenland, zowel op het gebied van de invoer als van de uitvoer van landbouwproducten. Een geringe wijziging inde buitenlandse politiek kan ons deze zeer zwakke plek doen gevoelen. Binnenkort zal er een bespreking plaats hebben tussen de Min. van Landbouw en de Stichting voor de Landbouw over de grondslagen van het Landbouwbeleid. Voorts zal er overleg zijn over enkele begrippen, welke nog steeds verwarring scheppen en wel met name over het „ondernemersloon als element van de kostprijs en de betekenis, welke men mag hechten aan bepaalde garanties”. Mijne Heren, aldus de heer Dekker, het zou voor onze landbouw van grote betekenis zijn, wanneer hierover binnen niet al te lange tijd een duidelijke uitspraak kwam. Op ons, als boeren, rust de plicht om te trachten onze productiekosten zo laag, mogelijk te doen zijn. Spr. wijst in dit verband op betere methoden van het inkuilen van voedergewassen, uitbreiding van de melkproductie-contröle, kunstmatige inseminatie e.d. Drente had, wat de productie-contróle betreft, in het jaar 1943 nog een vrij grote achterstand, vergeleken met het landelijk gemiddelde, doch thans wordt in deze provincie 66.3 % van onze melkveestapel gecontroleerd en neemt Drente, landelijk bezien, na Friesland, de tweede plaats in. Nadat spr. nog eens weer wijst op het grote nut van de uitbetaling van de melk, ook naar kwaliteit, hetwelk nog niet aan alle Drentse bedrijven is doorgevoerd, memoreert hij dat op 15 April 1953 in Drente een verordening van kracht is geworden, afgekondigd door de Dir. Gezondheidsdienst voor Dieren en goedgekeurd door de Min. van Landbouw ■— waarbij het verboden is, in deze provincie runderen te houden, die lijdende zijn aan t.b.c. Deze verordening is het sluitstuk van de Drentse bestrijdingscampagne, die zeer snel is verlopen. Hiermede toch is binnen het kader van het nationale bestrijdingsplan, het z.g. „vijf-jaren-plan”.

423