als Rector Magnificus werkzaam te zijn. Gespannen was de verwachting, en onder de diepste stilte heette onze geliefde leermeester allen welkom, en sprak toen in het gespierdste latijn eene redevoering uit over den aard der wijsbegeerte, zoo als hij die begreep. Na afloop hiervan bood hij prof. donders, door Z. M. daartoe aangewezen, den rectoraten zetel aan, na vooraf de nieuw uitgeschreven prijsvragen, door Z. M. van ’s landswege in het leven teruggeroepen, te hebben voorgelezen. De oratie is sinds in het licht verschenen, nevens een hollandsch stuk over de staatkunde van edmund burke, door den hoogleeraar aanvankelijk voor dien dag bestemd, maar om de taal achterwege gelaten.

Des avonds werden de gebruikelijke serenades gebracht aan de hoogleeraren f. c. donders, rector; c. w. op-ZOOMER, aftredend rector; b. j. lintelo de geer, aftredend secretaris; i. l. c. schroeder van der kolk en L. G. visscHEß, weffens jubilé van hun professoraat, en bovendien aan den heer n. p. j. kien, wegens zijne herkiezing tol burgemeester, en als zoodanig tot curator onzer hoogeschool.

De geheele dag was stemmende tot ernst en vrolijkheid, er is iets plegtigs in dat jaar op jaar wederkeerende uiterlijk vertoon. De akademie komt als ’t w'are zelve, om weder het afgeleefde jaar dat buiten haarwas omgegaan, op te nemen en bij de reeds verledenen in