en violieren. De gezwollen druif met haar zilverachtig waas, de oranjeappel met zijn goudgele verw, de ananas met zijn blaauwe kroon, enz. verrukken het oog en vervullen den mond met nectar en met ambrozijn. Kortom hier is alles wat de zinnen kan aandoen. De overgebleven stukken van Megasthenus, Berosus, Abydenus en Ctesias, de werken van Herodotus, Diodorus Siculus, Plinius, Solinus, Strabo, Philostratus, Stephanus Byzantinus, Curtius en derzelver uitleggers stellen hem in staat om in alle boven genoemde dingen te kunnen uitwijden.” (Daarna noemt hij een twintigtal latere schrijvers die over het onderwerp geschreven hebben.) Komt hij vervolgens aan de verklaring van vers 33, alwaar Nebukadnezar gras eet als een os , al aanstonds wordt hem een nieuw historisch veld geopend, hoe in de Oudheid velen aan eene zoodanige ziekte geleden hebben.” Hofstede zelf vindt de »hoofdsnoeverij” van den koning in de woorden een huis des honingriglcs, die hij »eene ondragelijke snorkerij” noemt.

Uit deze bijzonderheden is ons een blik vergund geweest in de wijze, waarop de jonge en toekomstige predikanten in de vorige eeuw bij voorkeur preekten. Wel mogen wij vragen : nls hier vooruilgaug zigtbaar?” Ongetwijfeld zal men do meer bescheidene methode onzer dagen (wij spréken niet van de uitzonderingen) boven de wijze plaatsen, waarop men zich weleer door de toehoorders voor eenen »Apollos” wilde gehouden zien. Evenwel moeten wij met leedwezen herinneren, dat er in