enkele zell's loopt op ’t slappe koord. Maar al dat is kunstenmakerij, vergeleken bij de ware gymnastie. Ook Olympia kent de zuivere gymnastieleer slechts kort 1). De vroegste leden gaven dikwijls blijken hunner ligchaamsvlugheid en kracht, maar boven soms verwonderlijke beheniligheid en moed bragten zij ’t niet. Hun ontbraken werktuigen 3), ruime lokalen en vooral goed onderwijs. In den jongsten tijd van volksbewegingen, toen zelfs menige vorst zijn hofstad ontsloop, vlugtte een duitsche »Turnlehrer,” de heer Carl Euler naar Holland. Hij zocht zijn heil in Utrecht. Een gymnastie-school door hem geopend werd druk bezocht. Men bewonderde ’s mans bekwaamheid, en meer nog de stelselmatigheid zijner lessen. Van de schijnbaar minst-beteekenende tot de schier-angstverwekkende bewegingen wist hij den leerling geleidelijk op te voeren. Zelfs de zwakste van gestel of bouw’ kon zich gerustelijk aan den meester toevertrouwen. Deze 8), bekend met de vorming van ’t menschelijke ligchaam, zorgde de ontbrekende krachten van zijn leerling te voorschijn te roepen, de ongeoefende te versterken. Zonder juist de »Heilgymnastik” van Peter Ling te zijn, hield Euler’s onderwijs de bevordering der gezondheid naauw in ’t oog. ’t Was het stelsel van Jahn en Eiselon, door hen in de «Deutsche Turn-

2) Vgl. I Mverniteiti-Btad, 26 Not. 18<a, «gymnastie.”

2) «Aankoop van instrumenten, terwijl vóór twee jaren O. bijna in *t geheel gcene bezatwoorden van den praeses-comm. L. J. Bouricius in de verg. 31 Oct. 1853.

3) Vgl. Akad. Cour. Ie jrgg. Ko. 19 «gymnastiek.”