111.
•T I O V I V A T.
In ’t gezellig woonvertrekjen
Der gastvrije pastorij
Prijkt het koopren pijpenrekjen
Met den besten baai er bij.
Twee dier pijpen toonen namen,
Namen van den Arts en Schout,
Die hier vrolijk d’ avond samen
Slijten onder ’s Leeraars kout.
’s Zondag-middags (als de winter
D’ avond lengt) verzaamt die trits
Beurtlings hier, bij d’ Arts— of ginter.
Waar het huis des Dorpsehouts is.
Maar het allermeest genoegen
Smaakt men wel bij Do mine
(Schoon zich die-ook best kan voegen
In ’t onthaal bij de audre twee).