licht op het zwavte doodskleed; en het gezang der vogelen, dat ons begeleidde, was weinig harmonisch gestemd met de doffe, sombere toonen der torenklok.

Aan de groeve gekomen , werd de stoet ontvangen door den predikant, die eene zijner geliefdste leerlingen in haar verloren had. Indrukwekkend waren zijne woorden, toen hij ons aanspoorde om zóó te leven, gelijk de jonge doode, om ook éénmaal zulk een sterfbed te kunnen hebben. Statig doch eenvoudig klonk het :

Yrome, vroeg gestorven vrinden ,

Slechts zijt gij mij wat vooruit..

ieder wierp een schop zand in de groeve en het laatste doffe gedi-eun der kist, toen zij geheel aan mijn oog onttrokken werd , klonk mij in de ooren als de laatste woorden, die zij sprak: ;/tot wederziens !"

Augustus GO.

Y.