de nachtelijke pakade.

om de twaalfde ure

Verlaat de tamboer zijn graf.

Maakt met de trommel de ronde,

I Gaat vlijtig op en af.

Met zijne ontvleescbdc armen

Koert hij de trommel met vlijt;

Slaat meengen goeden roffel.

Die uit den slaap bevrijdt.

De trommel, luid weergalmend

Dringt immer dieper door,

De oude doode soldaten

Verlaten ’t graf daarvoor.

M.

6