Gij allen zijt bedrogene bedriegers !
Geen ring is echt. Zoo ging de ware ring
Verloren en uw vader wou ’t verlies
Bedekken en liet drie voor éénen maken !
SALABIN.
Schoon, schoon !
NATHAN.
En ging daarop de regter voort
Wilt gij dat *k uitspraak doe in plaats van raad
Te geven gaat dan heen; maar dit ’s mijn raad
Neemt nu de zaak zoo als zij is. Heeft elk
Uit 's vaders handen zelf den ring gekregen ,
Zoo houde ook elk den ring, dien hij ontving,
Voor d* echteu. Welligt heeft de vader ook
De tyrannie van d’ éénen ring niet langer
Meer willen dulden in zijn huis. En zeker
Heeft hij u alle drie bemind en d* een
Niet meer dan d’ ander. En hij wilde er geen
Begunstigen ten koste der twee and’ren.
Welaan, zoo jaag’ elk uwer liefde na ;
Een liefde vrij van zelfzucht en vooroordeel;
Elk streev’ er naar om strijd, de kracht des steens
In zijnen ring te toonen. Komt die kracht
Te hulp met liefd’rijke verdraagzaamheid,
Met weldoen en zachtmoedigheid en met
Een innige overgave aan God; en als
Eens bij het laatste nageslacht, die kracht
Zich toonen zal: ik roep op deze plaats
Na duizend duizend jaar hen weêr. Dan zullen
M. 5