TROOST
'C^CTrm e lentebloemen dorren
J En vallen spoedig af,
\ Maar and*re bloemen groeijen
En bloeijen op haar graf.
En wat we op aarde ook minnen
En dragen in ons hart,
Soms duurt het weinig dagen
Dan komt de scheidingssmart.
En velen, die wij minden
Zoo hart’lijk en zoo teer ,
Zijn spoedig ons ontvallen ,
En keeren nimmer weer.
Maar altijd blijft een stemme ,
Die van den doode spreekt:
Die is het zonneschijntje ,
Dat door de wolken breekt.