eigen middelen, de voorkeur zoude verdienen. Herdachten Utrechts burgers dus op 28 November de verlossing hunner stad, het Studenten-corps wijdde zijne feesten op 17 Nov. aan de herinnering aan het krieken van den dageraad der vrijheid, niet voor deze of gene plaats , maar voor het vaderland, dat wij gemeen hebben, uit hoe verwijderde oorden ook afkomstig.

En die 17 Nov. was luisterrijk en het corps waardig. Nadat de Eector ons, in het auditorium bijeengeroepen, herinnerd had, hoe benard de toestand van ons Vaderland voor 50 jaren was en hoe na dien duisteren nacht der verdrukking en tirannij, toch de zon der vrijheid was opgegaan door den onwrikbaren moed van eenige onzer voorvaderen, eene gebeurtenis, die wel op luisterrijke wijze mogt worden herdacht, wees hij er op, hoe wij, voorstanders van vrijheid en hope des vaderlands bij uitnemendheid , zeker het allerminst mogten en zouden achterblijven, om dankbaarheid aan onze bevrijders, en vreugde over onze herstelde nationaliteit aan den dag te leggen. De luide toejuichingen, welke zijne woorden ondervonden, en de opgewonden stemming waarmede men het auditorium verliet, bewezen genoeg, dat aansporing hier overbodig kon genoemd worden. Voorafgegaan door het gezelschap Hippomania te paard, begeleid door muzijk, gesierd met oranje en driekleur, onder de banieren van het