IBiilage C.

OVERGANGSBEPALINGEN

(vastgesteld op de corps-vergadering van '25 MEI 1806).

Art. 1. De commissie belast met de regeling der feesten te geven in 1866, blijft met baar mandaat belast.

Art. 2. De contributie voor de deelneming aan de feesten blijft bepaald op f 12. De boete van ƒ 3 voor ben die na 1" Maart geteekend hebben, vervalt. Die boete berleeft op een datum later vast te stellen, nadat de tijd der Feesten bepaald zal zijn.

Art. 3. De vrijwillige bijdragen blijven bestaan zoo vóór 1“ Juli geen scliriftelijke kennisgeving bij den Fiscus van het Comité is ingekomen om die of te wijzigen of te doen vervallen.

Art. 4. Vóór de groote vacantie zal de commissie, belast met de regeling der feesten een bepaalden tijd van feestviering aan het corps voorstellen.

Art. 5. De inning der gelden zal geschieden op een later te bepalen termijn.

Art, 6. De onkosten tot nu toe gemaakt voor de